Schrijfexamen A2

Writing exam A2
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Writing exam A2

Slide 1 - Tekstslide

Noem twee vormen van Formeel afsluiten

Slide 2 - Open vraag

Veel gemaakte fouten
Verschil tussen              your/you're
Verschil tussen              there/their/they're
Verschil tussen              to/too
Verschil tussen              then or than
                                               It's/ I'm
                                               


Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen
your & you're

Slide 4 - Open vraag

Juiste verleden tijdsvorm
I ________(verwerven/verkrijgen) a lot of experience over the years

Slide 5 - Open vraag

Formele brief: aanhef. Je schrijft naar een man met de achternaam Johnson
Wat is de juiste aanhef?

Slide 6 - Open vraag

Formele brief. Je schrijft naar een vrouw met de achternaam O'Connor
Wat is de juiste aanhef?

Slide 7 - Open vraag

Welke van de volgende onderwerpen schrijf je altijd met een hoofdletter in het Engels
A
Maanden
B
ik (I)
C
jaren
D
Dagen

Slide 8 - Quizvraag

ga naar bundle.struders.nl
Zie extra practise:

Slide 9 - Tekstslide

i of I?
Dagen en maanden

Slide 10 - Tekstslide

Denk aan:
Verleden tijd vs tegenwoordige tijd
I worked yesterday / I'm working right now

Slide 11 - Tekstslide

A of An
A book
an excellent job

Slide 12 - Tekstslide

A of An
An hour

-> baseer op wat je hoort

Slide 13 - Tekstslide

Meervoud
video's, videos, videoen

's in het Engels

Slide 14 - Tekstslide

Denk je dat je klaar bent voor het examen?
A
:D
B
:)
C
:l
D
:(

Slide 15 - Quizvraag

Toa Examen bekijken

Slide 16 - Tekstslide