Prostaatcarcinoom 21-6

Prostaatcarcinoom
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Prostaatcarcinoom

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud
  • Prostaat
  • Anatomie  
  • Functie prostaat
  • Prostaat klachten
  • Beninge prostaathypertrofie
  • Onderzoeken
  • TURP
  • verpleegkundige observaties
  • prostaatkanker
  • verschillende stadia
  • Radicale Prostatectomie
  • Gevolgen / Complicaties
  • Behandeling
  • Metastasen
  • Vragen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prostaat
Wat is dit?
Waar bevind deze zich?
Welke functie heeft de prostaat?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prostaat 
Klier die vlak onder de blaasuitgang en om de plasbuis heen ligt.
De prostaat is ongeveer zo groot als een walnoot of kastanje
Maakt onderdeel uit van het mannelijk voortplantingssysteem

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anatomie continentie: inwendige en uitwendige sfincter

Slide 6 - Tekstslide

Twee sluitspieren regelen het plassen. De inwendige sluitspier is een ringvormige spier die rond de uitgang van de blaas ligt. Deze sluitspier wordt onbewust aangespannen en ontspannen. De uitwendige sluitspier is een ringvormige band van spierweefsel en kan bewust worden aangespannen en ontspannen. Deze ligt op de plaats waar de urinebuis door de bekkenbodemspieren loopt.
Hoe heet de sluitspier waar je geen controle over hebt
A
Interne sfincter
B
urethra
C
mictie spier
D
Uitwendige sfincter

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

functie prostaat
  • Samen met zaadblaasjes levert grootste deel vocht van het sperma.
  • Het vocht dat de prostaat produceert is basisch en dient als een tegenhanger van het zure milieu in de vagina.  
  • Noodzakelijk om de zaadcellen goed te kunnen laten 
  • functioneren. 
  • Daarnaast geeft het prostaat-specifiek antigeen (PSA) af aan de bloedbaan    
  •   Verhoogd PSA kan wijzen op benigne prostaathypertrofie bij oudere mannen of prostaatkanker.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prostaat klachten
Plasklachten
nycturie/uwi/nadruppelen bij prostaatkanker
 
Bloed bij sperma / hemospermie
Pijnklachten
Erectieproblemen

Slide 9 - Tekstslide

Plas klachten
  • Een verhoogde aandrang tot plassen
  • Moeilijkheden om de plas op gang te brengen (dysurie)
  • Een zwakke straal
  • Vaak ’s nachts plassen (nycturie).
Erectieproblemen
  • Relatie vergrote prostaat en erectieproblemen. Het is nog niet bekend waarom hier een verband tussen is maar het is duidelijk dat mannen met symptomen van een vergrote prostaat ook vaak erectiestoornissen hebben
BPH
Benigne prostaat hypertrofie

Slide 10 - Tekstslide

Benigne prostaat hypertrofie is een goedaardige prostaat vergroting bij oudere mannen. De precieze reden hoe het komt dat de prostaat vergroot is nog niet geheel bekend. Gedacht wordt dat
het komt door een verandering in de balans van het
hormoon testosteron.
Onderzoeken
Rectaal toucher
Transrectale echo
Soms punctie om kanker uit te sluiten

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

De uroloog prikt door de wand van uw endeldarm heen. Daardoor kunnen de bacteriën die in uw darm aanwezig zijn een infectie veroorzaken. Daarom wordt één dag van tevoren antibiotica opgestart om infecties tegen te gaan. Deze moet in totaal 5 dagen genomen worden.

Belangrijk na het onderzoek
Na het onderzoek mag u vier dagen niet sporten en u mag een week niet fietsen.
Het is mogelijk dat u gedurende enkele dagen of weken na de punctie wat bloed verliest bij de stoelgang, het plassen of de zaadlozing.
Als uw temperatuur in de dagen na de punctie boven de 38,5 °C oploopt, of als u zich grieperig voelt, neem dan onmiddellijk contact op met uw huisarts, uroloog of meld u aan bij de dienst Spoedgevallen.
Ook als u niet meer kunt plassen, moet u onmiddellijk een arts raadplegen
TURP
Wat betekend dit? 
Wat voor operatie is dit?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TURP
  •  Trans 
  • Urethrale 
  • Resectie
  • Prostaat 

Slide 16 - Tekstslide

TURP: Trans Urethrale Resectie van de Prostaat) is het mogelijk om de prostaat kleiner te maken. De operatie wordt via de plasbuis gedaan. U houdt er dus geen uitwendige wond aan over.

Tijdens de operatie
De uroloog schuift een buisje (cystoscoop) in uw plasbuis. In dit buisje zit een cameraatje en een lichtbron. Zo kan de uroloog de plasbuis en de prostaat van binnen bekijken. Aan het buisje zit een metalen lisje, waardoor elektrische stroom loopt. Daarmee kan de uroloog stukje voor stukje het prostaatweefsel wegsnijden dat op de plas­buis drukt. Om de verwijderde stukjes weef­sel af te voeren, wordt de blaas schoongespoeld met spoelvloeistof. De operatie duurt ongeveer een uur.

Weefselonderzoek
Het weggehaalde prostaatweefsel gaat voor onderzoek naar een laboratorium. Daar wordt vastgesteld of er afwijkingen zijn. Deze kunnen goedaardig zijn of kwaadaardig, zoals prostaatkanker. Als er een kwaadaardige afwijking wordt gevonden, neemt de uroloog uiteraard contact met u op.
TURP ingreep
Prostaat van binnenuit (grotendeels) in stukjes verwijderd.; schil blijft staan; prostaatweefsel kan aangroeien.
Urethra wond;
Externe sluitspier vaak overrekt  tijdelijk incontinent

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens en Na de OK
Video TURP
SPOELEN


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

continu spoeling

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verpleegkundige observaties na afloop ingreep?

Slide 20 - Open vraag

Voor de eerste zes weken gelden de volgende adviezen:
Niet fietsen
Niet zwaar tillen of zware lichamelijke activiteiten doen.
Niet persen tijdens het poepen (zo nodig laxeermiddelen gebruiken).
Geen zaadlozing.
Geen alcohol drinken.
Veel drinken (minstens twee liter per dag), tenzij de uroloog iets anders met u afspreekt
Prostaat kanker/carcinoom
Kwaadaardige cellen in de prostaat
Meest voorkomende vorm van kanker bij mannen
Leeftijd- genetisch - etniciteit

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

T1 = Vroege prostaat kanker, alleen te zien onder de microscoop.
T2 = Vroege prostaat kanker, te voelen bij lichamelijk onderzoek
T3 =  gevorderde prostaat kanker, kan al urine problemen veroorzaken
T4 = vergevorderd stadium van prostaat kanker met waarschijnlijk uitzaaingen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT
Zoek in groepjes het volgende op.
Welke ingrepen zijn er bij prostaatkanker en waarom wordt er voor deze ingreep gekozen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Radicale prostatectomie
Een radicale prostatectomie wordt uitgevoerd als het gezwel zich uitsluitend in de prostaat bevindt. Bij deze operatie wordt de gehele prostaat met de zaadblaasjes verwijderd, met, indien mogelijk, het sparen van de zenuwen en bloedvaten die belangrijk zijn voor het krijgen van een erectie.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Laparoscopisch of via -tomie (retropubisch of perineaal)

  • via een open prostatectomie. Hierbij wordt een snede gemaakt in de buik of in het zitvlak waardoor de prostaat wordt verwijderd.
  • via een kijkoperatie = laparoscopisch

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Laparoscopisch/laparotomie
Voorwaarden :
de prostaatkanker niet buiten de prostaat.
de prostaatbiopten en de PSA-bloedwaarden voldoen aan bepaalde gunstige voorwaarden.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Operatie
Prostaat inclusief stuk urethra verwijderd.
Urethra stukken aan elkaar gehecht  inwendige sfincter functioneert niet goed meer.
Grote kans op zenuwbeschadiging rondom blaas. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gevolgen / complicaties
vaak erectieproblemen
MAAR:
wel orgasmegevoel
wel klaarkomen (droge zaadlozing)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Andere behandelingen
  • Radiotherapie inwendig of uitwendig
  • Chemotherapie
  • Hormoontherapie soms  gericht op verminderen mannelijke geslachtshormonen en hun werking tegen te gaan
  • Cryoablatie (een behandeling waarbij de tumor bevroren wordt)
  • brachytherapie. verkleint het risico op incontinentie en impotentie

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Metastasen
  • Prostaatkanker groeit over het algemeen langzaam.
  • Botten
  • lymfeklieren buik/borst/hals

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VRAGEN
?

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe hebben jullie de sfeer in de klas ervaren?
Prettig
Een beetje prettig
Niet prettig

Slide 33 - Poll

Deze slide heeft geen instructies