M2c Bewegen 4

M2c Bewegen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

M2c Bewegen

Slide 1 - Tekstslide

proeven carousel

Slide 2 - Tekstslide

Wie doet welk proefje?
Groepje 
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
1
1
2
3
4
2
2
3
4
1
3
3
4
1
2
4
4
1
2
3
5
1
2
3
4
6
2
3
4
1
7
3
4
1
2
8
4
1
2
3

Slide 3 - Tekstslide

Groepjes
  • 1. Amira, Sudenaz, Maya
  • 2. Nina, Laura, Fiene
  • 3. Milan, Youssef, Adham
  • 4. Tom, Too, Sem, Reda
  • 5. Guusje, Davi, Safouane
  • 6. Gianni, Bram, Jasper, Motaz
  • 7. Eva, Nubia, Maisam
  • 8. Nora, Yara, Janina

Slide 4 - Tekstslide

LessonUp vragen

Slide 5 - Tekstslide

Eenheden en grootheden

Slide 6 - Tekstslide

Welk symbool hoort bij de grootheid snelheid?
A
s
B
v
C
t

Slide 7 - Quizvraag

Welk symbool hoort bij de grootheid afstand?
A
s
B
v
C
t

Slide 8 - Quizvraag

Welk symbool hoort bij welke grootheid?
Tijd
Afstand
Snelheid
s
v
t

Slide 9 - Sleepvraag

Wat is de eenheid van snelheid?
A
kilometer per uur
B
seconden
C
meter
D
meter per seconde

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de eenheid van afstand?
A
kilometer
B
seconden
C
meter
D
meter per seconde

Slide 11 - Quizvraag

Snelheid
Grootheid
Symbool
Eenheid
Symbool
Snelheid
v
meter per seconde of
kilometer per uur
m/s
km/h
Afstand
s
meter of kilometer
km
Tijd
t
seconde of uur
s
h

Slide 12 - Tekstslide

Snelheid berekenen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat is gegeven?
A
v = 9 m/s t = 10 s
B
s = 9 m/s t = 9 s
C
v = 10 m/s t = 9 s
D
s = 10 m/s t = 10 s

Slide 15 - Quizvraag

Wat is gevraagd?
A
s = ?
B
t = ?
C
v = ?

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de formule?
A
v = s × t
B
s = v ÷ t
C
s = v × t
D
v = s ÷ t

Slide 17 - Quizvraag

Vul de formule in:

s = v × t
A
s = 9 ÷ 10
B
s = 10 ÷ 9
C
s = 9 × 10

Slide 18 - Quizvraag

Welk antwoord is juist?
A
90
B
s = 90 m
C
s = 90

Slide 19 - Quizvraag

Soorten bewegingen

Slide 20 - Tekstslide

Geef aan om wat voor beweging het gaat.

De beweging van een minigolfbal die tegen een helling omhoog rolt.
A
Eenparig
B
Versneld
C
Vertraagd

Slide 21 - Quizvraag

Geef aan om wat voor beweging het gaat.

De beweging van een sneltrein gedurende het grootste deel van de reis.
A
Eenparig
B
Versneld
C
Vertraagd

Slide 22 - Quizvraag

Geef aan om wat voor beweging het gaat.

De beweging van een atlete tijdens de eerste seconde van e 100 meter.
A
Eenparig
B
Versneld
C
Vertraagd

Slide 23 - Quizvraag

Geef aan om wat voor beweging het gaat.

De beweging van een auto die remt voor een overstekende voetganger.
A
Eenparig
B
Versneld
C
Vertraagd

Slide 24 - Quizvraag

Versnelde beweging 
Eenparige beweging
Vertraagde beweging 

Slide 25 - Sleepvraag

Soorten Bewegingen
EENPARIG                        VERSNELD                         VERTRAAGD

Slide 26 - Tekstslide

Extra Slides

Slide 27 - Tekstslide

Eenparige beweging

Slide 28 - Tekstslide

Versnelde beweging

Slide 29 - Tekstslide

Vertraagde beweging

Slide 30 - Tekstslide