WEBB - 3.1 t/m 3.12 (aangepast)

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2023-2024
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2023-2024

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je
  • De factoren noemen die de vraaglijn beïnvloeden. (3.1)
  • Effecten van substitutie en complementariteit van goederen op het koopgedrag van consumenten verhelderen. (3.2)
  • Uitleggen dat consumenten een maximaal verschil nastreven tussen de te betalen prijs en de betalingsbereidheid --> en dit grafisch onderbouwen. (3.5)
  • Uitleggen dat consumenten naar een zo groot mogelijk consumentensurplus streven. (3.3 en 3.4)
  • De vraaglijn tekenen uit een vraagfunctie. (3.5)

Slide 3 - Tekstslide

Van wie komt de vraag naar producten in onze economie?

Slide 4 - Open vraag

Welke factoren beïnvloeden de vraag naar een product? Schrijf er drie op je wisbordje!

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Factoren die een rol kunnen spelen bij de vraag
  • Prijs
  • Stand van de economie
  • Inkomen
  • Behoefte
  • Bevolkingsomvang
  • Prijzen van andere vervoersmiddelen (substitutiegoederen). 
  • Prijzen van aanvullende goederen (complementaire goederen). 

Slide 7 - Tekstslide

Op welke manier beïnvloed de stand van de economie de vraag naar producten?

Slide 8 - Open vraag

Andere keuze of aanvullende keuze?
Substitutie goederen
  • Vervangend product.

Complementaire goederen
  • Aanvullende goederen.
  • Horen bij elkaar. 

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf op je wisbordje een voorbeeld van twee substitutie en twee complementaire goederen

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit wat er gebeurt met de vraag naar fietspompen als de prijs van de fiets heel erg stijgt?

Slide 11 - Open vraag

Voorbeelden van complementaire goederen zijn ... (leerdoel 1)
A
een bromfiets en de brandstof voor die bromfiets
B
vakantiereis naar Bonaire en een vakantiereis naar Torremolinos
C
een koophuis en een hypotheek
D
een pakje kauwgom en een zakje drop

Slide 12 - Quizvraag

Leg uit wat substitutie goederen zijn en geef daarnaast een voorbeeld. (leerdoel 1)

Slide 13 - Open vraag

Teken op je wisbordje een vraaglijn, benoem ook de assen!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Een vraaglijn tekenen
(Leerdoel 5)
  • Gegeven is de volgende vraagfunctie:
  • Qv = -15P + 600
  • Qv => x 100.000
  • P = in euro's
  • Negatief verband -> als P stijgt, daalt Qv
  • Eerst uiterste punten berekenen:
p= 0
q = 0


Slide 16 - Tekstslide

Consumentensurplus
Het consumentensurplus is het verschil tussen de betalingsbereidheid en de marktprijs. LxBx0,5

Slide 17 - Tekstslide

Consumentensurplus
Consumentensurplus is het verschil tussen de betalingsbereidheid en de prijs.

Slide 18 - Tekstslide

Het consumentensurplus van deze consument bij een verkoopprijs van € 2 is
A
4
B
o
C
3
D
2

Slide 19 - Quizvraag

Aan de slag!
Maken 3.1 t/m 3.5

Klaar? Nakijken!

Slide 20 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je
  1. De factoren noemen die de vraag naar producten beïnvloeden. (3.7)
  2. De factoren noemen die het aanbod van producten beïnvloeden (3.11 & 3.12)
  3. Uitleggen welke factoren invloed hebben op de verandering van de vraaglijn. 
  4. Uitleggen welke factoren invloed hebben op de verandering van de aanbodlijn. 
  5. Uitleggen dat consumenten een maximaal verschil nastreven tussen de te betalen prijs en de betalingsbereidheid --> en dit grafisch onderbouwen. (3.6)
  6. Uitleggen dat consumenten naar een zo groot mogelijk consumentensurplus streven. (3.6)
  7. De vraaglijn tekenen uit een vraagfunctie. (3.5)
  8. De aanbodlijn tekenen uit een aanbodfunctie (3.10)

Slide 21 - Tekstslide

Teken op je wisbordje een vraaglijn, benoem ook de assen!
Teken daarna hoe een verschuiving langs de vraaglijn eruit ziet.

Slide 22 - Tekstslide

Verschuiving langs de vraaglijn
  • ls de prijs van een product verandert, verandert de vraaglijn niet. 
  • Bij een andere prijs, hoort een andere hoeveelheid.

Slide 23 - Tekstslide

Teken nu hoe een verschuiving van de vraaglijn eruit ziet.

Slide 24 - Tekstslide

Verschuiving ‘van’ de vraaglijn


- gevraagde hoeveelheid van product/dienst verandert, de vraaglijn verschuift

Vraag toename -> verschuiving naar rechts
Vraag afname -> verschuiving naar links 

Slide 25 - Tekstslide

Verschuiving van de vraaglijn (LD 3)
Er treedt een verschuiving van de vraaglijn op bij:
  • Verandering inkomen van de vragers
  • Verandering behoeften van vragers 
  • Verandering prijs van andere producten
  • Verandering  in het aantal vragers
  • Verandering in wettelijke bepalingen

Slide 26 - Tekstslide

Teken in dezelfde grafiek een aanbodlijn en arceer het consumenten en producentensurplus

Slide 27 - Tekstslide

Producentensurplus
Verschil tussen de prijs en de leveringsbereidheid. 

Vanaf welke prijs wil de producent zijn product aanbieden?

Slide 28 - Tekstslide

consumentensurplus
en producentensurplus samen

Slide 29 - Tekstslide

Verschuiving langs de aanbodlijn
Als de prijs van het product verandert, dan verandert de aanbodlijn niet.

Je krijgt een ander punt op de lijn. 

Slide 30 - Tekstslide

Verschuiving van de aanbodlijn (LD 4)
  • Verandering in aantal aanbieders. 
  • Kosten van de productie
  • Ingrijpen van de overheid (bijvoorbeeld heffing).
  • Innovatie

Slide 31 - Tekstslide

Een vraaglijn kan naar rechts verschuiven. Noem 2 verklaringen waarom. (LD 3)

Slide 32 - Open vraag

Welke kleur heeft het producentensurplus?
A
Groen
B
Blauw
C
Geel + Blauw
D
Geel

Slide 33 - Quizvraag

Wat kan een reden zijn voor deze verschuiving van de aanbodlijn? (LD 4)
A
Afname aantal aanbieders
B
Stijging van prijs concurrerende producten
C
Daling variabele kosten per product
D
Afname productiviteit

Slide 34 - Quizvraag

Aan de slag
Maken 3.1 t/m 3.12

Klaar? Nakijken!

Slide 35 - Tekstslide