In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
HERKANSING NSK2 H10 (zuren, basen)
Slide 1 - Tekstslide
Ik heb een oplossing met pH 6.3. Ik doe hier een base bij. De pH
A
gaat omlaag
B
gaat omhoog
C
blijft hetzelfde
Slide 2 - Quizvraag
Bij het meten van de pH kleurt het universele pH papier blauw. Welke pH heeft de stof ongeveer?
A
1
B
5
C
7
D
14
Slide 3 - Quizvraag
Ammonia heeft een pH van 11 Regenwater heeft een pH van 5 Wat is waar?
A
Ze zijn allebei zuur
B
Ze zijn allebei basisch
C
Ammonia is zuur, regenwater is basisch
D
Ammonia is basisch, regenwater is zuur
Slide 4 - Quizvraag
Een oplossing met een pH van 5,4 wordt verdund. Hoe verandert de pH?
A
De pH blijft hetzelfde
B
De pH wordt kleiner
C
De pH wordt groter
Slide 5 - Quizvraag
Bij het meten van de pH kleurt het universele pH papier oranje. Welke pH heeft de stof ongeveer?
A
1
B
5
C
7
D
11
Slide 6 - Quizvraag
Een douchegel is "pH huidnetraal" en heeft een pH van 8,2. Deze douchegel is...
A
Zuur
B
Basisch
C
Neutraal
Slide 7 - Quizvraag
Wat geeft pH aan?
A
de zuurgraad
B
aanhechtingsvermogen
C
of het een vloeistof, vaste stof of gas is
D
de neutraalheid
Slide 8 - Quizvraag
Citroensap heeft een pH van 3. Waarmee kan deze pH zijn bepaald?
A
blauw lakmoespapier
B
rood lakmoespapier
C
fenolftaleïen
D
universeelindicatorpapier
Slide 9 - Quizvraag
Hoe hoger de pH, hoe...
A
...zuurder de oplossing
B
...minder zuur de oplossing
Slide 10 - Quizvraag
Is het azijnzuur een sterk/zwak zuur of base? Gebruik Binas 49.
A
Sterk zuur
B
Zwak zuur
C
Sterke base
D
Zwakke base
Slide 11 - Quizvraag
Is het sulfide-ion een sterk/zwak zuur of base? Gebruik Binas 49.
A
Sterk zuur
B
Zwak zuur
C
Sterke base
D
Zwakke base
Slide 12 - Quizvraag
Zuur of base?
NH3
A
zuur
B
base
Slide 13 - Quizvraag
Zuur of base?
OH−
A
zuur
B
base
Slide 14 - Quizvraag
Aïsya heeft een vloeistof getest met een universeel indicatorpapier. Het papiertje werd donkerblauw. Is de vloeistof dan een zuur, een base of is het neutraal?