Oefen met begrippen hst 3
1 / 19
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat is produceren?
Slide 4 - Open vraag
Wat is een bedrijfskolom
Slide 5 - Open vraag
Er zijn 3 productiefactoren, welk antwoord is geen productiefactor?
A
Natuur
B
Werk
C
Arbeid
D
Kapitaal
Slide 6 - Quizvraag
Wat zijn agrarische bedrijven?
Slide 7 - Open vraag
Afzet is:
A
Omzet - brutowinst
B
Het geld dat je krijgt
C
Het aantal verkochte producten
D
Nettowinst - omzet
Slide 8 - Quizvraag
Hoe bereken je de omzet?
Slide 9 - Open vraag
Hoe bereken je de brutowinst?
A
Omzet - Kosten
B
Omzet - de inkoop
C
Omzet - afzet
D
Omzet - de verkoop
Slide 10 - Quizvraag
Wat is mechanisering?
Slide 11 - Open vraag
Een voorbeeld van automatisering is:
A
Dat besturing van een lopende band wordt gedaan door een computer
B
De lopende band zelf
C
De man die de lopende band bedient
D
Dat een kraan een gat graaft ipv een man met een schep
Slide 12 - Quizvraag
Kapitaalintensieve productie betekent:
A
Wat er veel geld in de productie wordt gestoken
B
Dat werknemers het grootste gedeelte van het werk doen
C
Dat er sprake is van duurzame productie
D
Dat de machines het grootste gedeelte van het werk doen
Slide 13 - Quizvraag
Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen
14
Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
Differentiëer
Differentiëer
Instellingen
Wat is hergebruik/recycling?
Quizvraag
Wat is hergebruik/recycling?
Slide 14 - Open vraag
Wat is hergebruik/recycling?
A
Slide 15 - Quizvraag
Regels ter berscherming van ons milieu zijn:
A
Recycling
B
Duurzaam produceren
C
Milieuwetgeving
D
Maatschappelijke kosten
Slide 16 - Quizvraag
Investeren is:
A
Het kopen van nieuwe kapitaalgoederen
B
Het kopen van nieuwe consumptiegoederen
C
Het in dienst nemen van geschoolde werknemers
D
Het in dienst nemen van ongeschoolde werknemers
Slide 17 - Quizvraag
Maatschappelijke kosten zijn?
Slide 18 - Open vraag
Maatschappelijke kosten zijn
A
De kosten van de maatschappij
B
De kosten van vervuiling die door ons allemaal moeten worden betaald
C
De bedrijskosten - de omzet
D
Zo produceren dat het geen schade voor de omgeving oplevert
