3.3 geloven en weten

Goden in Griekenland
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Goden in Griekenland

Slide 1 - Tekstslide

Programma
wat?
hoe?
tijd?
terugblik
klassikaal
10 min
uitleg 3.3
klassikaal
15 min
opdrachtje goden
individueel
10 min
afsluiten
klassikaal
5 minuten

Slide 2 - Tekstslide

Sparta
Athene
Democratie
Militaire opvoeding
Kunst en cultuur centraal
Kolonies stichten
Land veroveren

Slide 3 - Sleepvraag

I. Athene lag in Griekenland, Sparta niet.

II. Athene was een stadstaat, Sparta niet.
A
stelling I is juist, stelling II is onjuist.
B
stelling I is onjuist, stelling II is juist.
C
Stelling I en II zijn allebei juist
D
Stelling I en II zijn allebei onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Wie was burger in Athene?
A
Een arme man met ouders geboren in Athene.
B
Een rijke, volwassen Atheense vrouw.
C
Een handelaar uit Egypte
D
de 17-jarige zoon van Kleisthenes

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een gevolg voor het ontstaan van kolonies?
A
Verspreiding Griekse taal over groot gebied
B
Honger in de poleis
C
Overbevolking in de poleis
D
Te weinig voedsel

Slide 6 - Quizvraag

wat was geen kenmerk van sparta?
A
alleen hoplieten hadden burgerrecht
B
De volksvergadering bepaalde alles
C
het was een oligarchie
D
meisjes en jongens kregen een harde opvoeding

Slide 7 - Quizvraag

Sparta was een
A
Tirannie
B
Monarchie, democratie en aristocratie
C
Aristocratie
D
Democratie en monarchie

Slide 8 - Quizvraag

Hoe werd Athene bestuurd?
A
Dictatuur
B
Koningschap
C
Democratie
D
Keizerschap

Slide 9 - Quizvraag

Lesdoelen
Je kan uitleggen:
  • Hoe de Grieken toch één volk werden
  • Hoe de Griekse godsdienst in elkaar zat
  • Hoe de Griekse wetenschap in elkaar zat

Slide 10 - Tekstslide

Verschillen en overeenkomsten

Tussen stadstaten waren grote verschillen
Toch was er één Griekse beschaving (cultuur)
Ze spraken dezelfde taal
Ze hadden dezelfde verhalen, zoals:
  • Legendes (wonderlijke verhalen)
  • Sages (heldenverhalen
  • Mythen (godenverhalen)
Dezelfde kunst

Slide 11 - Tekstslide

Barbaren
  • Barbaren; iedereen
    die geen Grieks sprak.
  • Niet-Grieken deden
    niet mee aan bestuur/
    spelen. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Ilias en odysee 
Geschreven door Homerus

Heldenverhalen (sagen)
Epos = verhalend gedicht

Slide 16 - Tekstslide

Wetenschap
600 v.C.: Veel Grieken geloven niet in het werk van de goden
Ze gingen zelf met verstand nadenken en onderzoeken
Dit noemen we wetenschap
De Grieken noemden mensen die waarheid zochten filosofen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Bekende wetenschappers
Hippocrates
Medicijnen
Herodotus
Geschiedenis
Archimedes
Natuurkunde
Pythagoras
Wiskunde
Socrates
Filosofie
Plato
Filosofie
Aristoteles
Filosofie
Aristarchus
Sterrenkunde

Slide 20 - Tekstslide

Met religie, wetenschap en filosofie wordt bedoeld?
A
De manier van bouwen
B
De manier van denken
C
De manier van besturen
D
Een nieuwe kunst

Slide 21 - Quizvraag

Welke Griekse wetenschapper hoort bij welke wetenschap?
Geschiedenis
Filosofie
Wiskunde
Pythagoras
Aristotoles
Herodotus

Slide 22 - Sleepvraag

Verhaal over de levens van goden
Heel onwaarschijnlijk verhaal
(meestal over een held)
Verhaal in dichtvorm
Alle mensen die 
niet Grieks zijn
Verhaal over een held met deels de waarheid
Berg waar de Griekse
goden op leefden

Barbaren
Legendes
Sagen
Olympus
Epos
Mythen

Slide 23 - Sleepvraag

Wat is een mythe?
A
een Griekse god
B
verhaal over goden of halfgoden - of een verhaal dat voor waar wordt aangenomen, maar niet helemaal op feiten berust
C
een waargebeurd verhaal
D
een Griekse nederzetting

Slide 24 - Quizvraag


Wat past goed bij de Griekse wetenschap?
A
Kennis verzamelen en nauwkeurig bestuderen
B
Mythen schrijven
C
Verklaringen zoeken in de verhalen over de Goden
D
Verhalen verzamelen en goed bestuderen

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen filosofie en wetenschap?
A
bij wetenschap doen ze onderzoek naar feiten, bij filosofie niet
B
er is geen verschil
C
er is bij filosofie onderzoek gedaan en bij wetenschap niet

Slide 26 - Quizvraag