M4 Criminaliteit H7 Voor de rechter

Criminaliteit
Van politie, via officier...naar de rechter!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Criminaliteit
Van politie, via officier...naar de rechter!

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier het rechtsproces in Nederland verloopt.

Slide 2 - Tekstslide

Officier van Justitie
  • aanklager (namens het Openbaar Ministerie)

  • leidt het opsporingsonderzoek

  • beslist of de verdachte naar de rechter gaat

  • eist in een strafzaak en bepaalde straf 

  • zorgt dat de straf wordt uitgevoerd

Slide 3 - Tekstslide

Wel of niet naar de rechter?


  • Seponeren =niet vervolgen

  • Schikken of transactie =boete geven


  • Vervolgen =rechtszaak

Slide 4 - Tekstslide

Pech...naar de rechter!


  • dagvaarding (waarom, wanneer, waar)


  • rechtszitting 


  • soms bij verstek veroordelen

Slide 5 - Tekstslide

Rechtbanken
Civiele sector
Sector bestuursrecht
sector strafrecht
sector kanton recht 

Slide 6 - Tekstslide

Rechtsinstanties
  1. Rechtbanken 
  2. Gerechtshoven (4): Als je het niet eens bent met een uitspraak kan je in hoger beroep  gaan. 
  3. Hoge Raad: Het hoogste rechtsorgaan in Nederland. In cassatie gaan.  Zij kijken enkel naar de wet en jurisprudentie (Het geheel van alle rechterlijke uitspraken) 
Meineed is verboden! = Liegen tijdens een rechtszaak 

Slide 7 - Tekstslide


Hoe verloopt 

een rechtszaak?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wie is wie?

  1. Verdachte
  2. Rechter
  3. Advocaat
  4. Getuige(n)
  5. Pers
  6. Publiek
  7. Officier van Justitie
  8. Griffier
Officier van Justitie
Getuige(n)
Verdachte
Advocaat
Griffier
Rechter
Pers
Publiek

Slide 10 - Tekstslide


1. 
De opening



Controleren van jouw gegevens

Slide 11 - Tekstslide


2. 
De aanklacht


De officier van justitie leest de aanklacht (=tenlastelegging) voor

Slide 12 - Tekstslide


3. 

Het getuigenverhoor



Mensen die iets gehoord of gezien hebben dat met de zaak te 

maken kan hebben. Getuigen mogen niet liegen.

Slide 13 - Tekstslide


4. 
Het verhoor van de verdachte


Eerst zelf vertellen wat er is gebeurd. Dan ondervragen de rechters, de officier van justitie en je eigen advocaat jou.

Slide 14 - Tekstslide


5. 

Het requisitoir



De officier van justitie zet na de ondervragingen alles nog even op een rijtje en komt met de strafeis

Slide 15 - Tekstslide


6. 
Het pleidooi



Jouw advocaat gaat jou verdedigen en vraagt om vrijspraak of een lichte straf. Soms doet de verdachte zelf zijn verdediging

Slide 16 - Tekstslide


7. 
Het laatste woord



Als verdachte heb je altijd het laatste woord. Je kunt ook nog iets zeggen over de strafeis van de officier

Slide 17 - Tekstslide


8. 

De uitspraak



De rechter vertelt of je schuldig of onschuldig bent en welke straf hij wil geven. Meestal is de uitspraak of het vonnis pas later

Slide 18 - Tekstslide

Iemand niet voor de rechter laten komen wegens gebrek aan bewijs.
A
negeren
B
marchanderen
C
tutoyeren
D
seponeren

Slide 19 - Quizvraag

Begeleidt ex-gevangenen om de kans op recidive te voorkomen.
A
deurwaarder
B
reclassering
C
Halt
D
advocaat

Slide 20 - Quizvraag

Hoe noem je de uitspraak van een rechter?
A
oordeel
B
uitslag
C
vonnis
D
conclusie

Slide 21 - Quizvraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 22 - Open vraag

maakwerk
maken vraag 1 t/m 8
opdracht 11,12,14 en 16

Slide 23 - Tekstslide