445 - Past Simple & Past Perfect




Past Simple & Past Perfect
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les




Past Simple & Past Perfect

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Herhaling Past Simple
- Uitleg Past Perfect
- Practice!

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de past simple?
timer
0:45

Slide 3 - Open vraag

timer
0:45
Hoe maak je de past simple?
(met regelmatige werkwoorden)

Slide 4 - Woordweb

Regelmatige werkwoorden

Stam ww      + D -> like - liked
                         + ED -> walk - walked
                         + IED -> study - studied  

ww op -y      -> medeklinker + y   = + IED -> cry - cried
                         -> klinker + y               = + ED -> play - played

Slide 5 - Tekstslide

Hoe maak je de zin vragend in de past simple?
A
Did + onderwerp + hele ww
B
didn´t + hele ww

Slide 6 - Quizvraag

Als een actie is afgerond en voorbij is in het verleden.
Bij korte handelingen/acties/gebeurtenissen.

Signaalwoorden:

Last weekend, week, month, year, etc.
Ago (2 months ago, 3 weeks ago, a week ago, etc.)
Dates in the past (in 1912, in World War 2, etc)
Yesterday
When I was a kid/child/a baby/2 years old, etc.
This morning/evening/afternoon

Slide 7 - Tekstslide

PAST PERFECT

Slide 8 - Tekstslide

When to use
Als er iets gebeurd is in het verleden, VOOR een andere gebeurtenis in het verleden.

(De eerste gebeurtenis wordt dan vervoegd met de Past Perfect  en de volgende gebeurtenis met de Past Simple.)

Slide 9 - Tekstslide

Some examples
The guide had already begun the tour when they joined the group.

                         1e gebeurtenis                                   2e gebeurtenis


  We had never talked about going to Canada before we planned the trip.
  
            1e gebeurtenis                                                                       2e gebeurtenis

(KEYWORDS: already, just, yet, ever, never & after)

Slide 10 - Tekstslide

How to form the Past Perfect
had + voltooid deelwoord

(VD = werkwoord + (IE)D / 3e rijtje onrgelmatige werkwoorden)

Slide 11 - Tekstslide

Practice!
1. After Barbara .........(clean) the house, she listened to music.
2. Bob had eaten the meal before he .........(pay) the bill.
3. When Joe ....... already ....... (watch) the game, he ........ (turn) off the tv.
4. Ann ..... just ........ (arrive) home when I ...... (call) her.
5. I ..... never ...... (do) my homework before class, until today!

Slide 12 - Tekstslide

Past perfect

Slide 13 - Tekstslide

As soon as I (to finish) ........... my homework, I went out.
A
finished
B
finish
C
had finish
D
had finished

Slide 14 - Quizvraag

The waiter brought a drink that I (not/to order)............
A
had not ordered/ hadn't ordered
B
didn't order
C
had not order/ hadn't order
D
not had ordered

Slide 15 - Quizvraag

I arrived home and found that my wife (to go)........... away on holiday.
A
had gone
B
gone
C
had go
D
went

Slide 16 - Quizvraag

I got to the bus station two minutes later and I saw that the bus (just/to leave) ..........
A
had just leave
B
had just left
C
had left just
D
leaved just

Slide 17 - Quizvraag

Past Perfect
A
Happened after the past simple
B
Happened before the past simple

Slide 18 - Quizvraag

Wat is Past Perfect?
A
have + voltooid deelwoord
B
Has + voltooid deelwoord
C
had+voltooid deelwoord
D
To be + voltooid deelwoord

Slide 19 - Quizvraag

I know how to use use Past Perfect
A
Yes, I do
B
No, I don't
C
I need help

Slide 20 - Quizvraag