GHZ thema 14: Autisme en PDD

autisme en PDD
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

autisme en PDD

Slide 1 - Tekstslide

Heb jij ervaring met Autisme?
A
JA
B
NEE

Slide 2 - Quizvraag

Waar staat ASS voor?
A
Asociale Stress Stoornis
B
Autisme Syndroom Stoornis
C
Autisme Spectrum Stoornis
D
Autisme Stilte Syndroom

Slide 3 - Quizvraag

Autisme/ autisme spectrum stoornis

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

indeling in kenmerken van autistisch beeld

Slide 6 - Open vraag

gedragsproblemen bij mensen met ASS komen meestal voort uit:

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

ASS in het dagelijks leven

- alles bepalende invloed op dagelijks leven
- kan op verschillende manieren het functioneren belemmeren

Slide 9 - Tekstslide

moeite met begrijpen van de wereld
moeite met abstraheren en generaliseren
=
aangeleerde vaardigheden niet automatisch toepassen in verschillende situaties
Verkeerde verbanden leggen
informatieverwerking gaat langzamer

Slide 10 - Tekstslide

moeite met organiseren van bezigheden en tijd
moeite met beginnen van activiteit
moeite met plannen
moeite met overzicht
moeite met afronden

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn oorzaken waardoor mensen met ASS snel zijn afgeleid

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Video

moeite met combineren van ideeën en oordeelsvormen
- moeite met prioriteiten stellen
- verkeerde of geen verbanden leggen
- moeite met beoordelen van situaties.. bijv. vies/schoon

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

een voorbeeld van concreet denken is:
A
gesproken taal letterlijk nemen
B
moeite hebben met woorden die variaties aangeven
C
beide antwoorden zijn juiste voorbeelden

Slide 16 - Quizvraag

op welke wijze verschilt de manier van leren bij mensen met en mensen zonder ASS

Slide 17 - Open vraag

Anders gemotiveerd
- minder gevoelig voor schouderklopjes of uiting van enthousiasme

Zoek naar concrete bekrachtigers, kan soms leiden tot "bizarre" beloningen.

Slide 18 - Tekstslide

Wat zijn uitgangspunten in de begeleiding?

Slide 19 - Woordweb

Welke vragen zijn belangrijk om te stellen bij een zorgvrager met autisme?
A
de W-vragen
B
de Q-vragen
C
de S-vragen
D
de P-vragen

Slide 20 - Quizvraag

PDD staat voor:

Slide 21 - Open vraag

PDD
- persasive houdt in dat de stoornis diep doordringt in totale functioneren.
- problemen komen niet alleen voort uit achterstand
- veelal mensen met een diepe, ernstige of matige verstandelijke beperking.
- naast achterstand in ontwikkeling en verstandelijke beperking
ook moeite met begrijpen wat hij ziet/hoort


Slide 22 - Tekstslide

Syndroom van RETT

Slide 23 - Woordweb

Groepsopdrachten
Groep 1:  Rene, jongeman van 25. Woont met 5 anderen in een woonhuis. Allen verstandelijk beperkt en ASS.
Favoriete taak van Rene is de tuin bijhouden.
Welke W vragen horen hierbij en welke antwoorden.

Slide 24 - Tekstslide

Groepsopdracht 
- Groep 2:  Susan is 40, verstandelijk beperkt en ASS.
Susan is als kind aangereden door een fietser, sinds het ongeluk is Susan panisch voor molens.
beantwoord de volgende vragen:
- wat kan een mogelijke oorzaak zijn van dit gedrag?
- Is het gedrag een probleem?
- zo ja, voor wie is het gedrag een probleem?




Slide 25 - Tekstslide

groepsopdracht
groep 3:
Johan is 8 verstandelijk beperkt en ASS.
Het lukt Johan niet om in de ochtend op tijd klaar te zijn voor hij wordt opgehaald voor school.
Elke ochtend is er strijd.
Maak een plan voor Johan wat hem kan helpen bij het op tijd klaar zijn.

Slide 26 - Tekstslide

groepsopdracht 
groep 4:  Marlies is 60, verstandelijk beperkt en ASS. Marlies woont samen met 4 anderen. Marlies heeft als taak de tafel afruimen na het eten. Vanavond is er een feestje gepland.
Terwijl Marlies aan het afruimen is gooit ze ineens alles door de kamer.
Wat kan er aan de hand zijn?
Hoe pak je deze situatie aan, denk hierbij aan hoe ass het functioneren kan belemmeren.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video