Paragraaf 2: Toonhoogte en frequentie

Goedemorgen allemaal!
Graag camera aan en microfoon uit
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen allemaal!
Graag camera aan en microfoon uit

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 6: Geluid
Paragraaf 2: Toonhoogte en frequentie

Slide 2 - Tekstslide

Demo: gitaar en toonhoogte

Slide 3 - Tekstslide

Snaren en toonhoogte
De toonhoogte van een snaar is afhankelijk van:

  1. De spanning van de snaar
  2. De lengte van de snaar
  3. De dikte van de snaar

Slide 4 - Tekstslide

Toonhoogte en frequentie
Frequentie: aantal trillingen per seconde
Eenheid: Hertz (Hz)
Hoe meer trillingen per seconde, hoe hoger de toon
Een octaaf hoger = frequentie verdubbelt

Slide 5 - Tekstslide

Demo: de oscilloscoop

Slide 6 - Tekstslide

Frequentie berekenen 
Frequentie = 1 : trillingstijd                     Trillingstijd = 1 : frequentie
In symbolen: 

Let op: Vul de trillingstijd in in seconden. Staat de trillingstijd in milliseconden? Reken die dan eerst om naar seconden.
f=1:T
T=1:f

Slide 7 - Tekstslide

Frequentiebereik
Laagste en hoogste tonen die je kunt horen
Mens: 20 - 20.000 Hz     (20.000 Hz = 20 kHz)
Bovengrens verandert als je ouder wordt

Wil je weten hoe het met jouw gehoor zit?
Kijk dan het volgende filmpje

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Aan de slag!
Lees de tekst van paragraaf 2 nog een keer goed door

HV: Maak opdracht 1 t/m 11 via de website. Opdracht 12 hoef je niet te doen, de plusstof ook niet.
VE: Maak opdracht 1 t/m 11 via de website. Opdracht 10 hoef je niet te doen.

Op de volgende dia's staan aanwijzingen bij een aantal lastige opdrachten

Slide 10 - Tekstslide

Tips bij vraag 6 / vraag 5
b: Gebruik de frequentie om te berekenen hoe lang één trilling duurt. Daarna kun je berekenen hoe lang deze trillingen samen hebben geduurd.

c: Bij vraag b heb je een tijd berekend (in seconde). In de vraag staat een afstand (in centimeters, die moet je dus omrekenen aan meters). Gebruik deze gegevens om de snelheid te berekenen.

Slide 11 - Tekstslide

Tips bij vraag 7, 9 en 10 / vraag 8 en 9
7: Wat gebeurt er met de frequentie als de toon een octaaf hoger wordt? Wat betekent dat voor het aantal trillingen?

9b / 8: Ziet ze nu meer of minder trillingen? Hoeveel keer zo veel of weinig?

10 / 9: Let op de eenheid van de frequentie en de trillingstijd. In de formule moet je Hz en seconde gebruiken. 1 kHz = 1000 Hz, 
1000 ms = 1 s.

Slide 12 - Tekstslide

Opdrachten bespreken

Slide 13 - Tekstslide

Opgave 6 / Opgave 5

Slide 14 - Tekstslide

Opgave 7 / Opgave 6

Slide 15 - Tekstslide

Opgave 8 / Opgave 7

Slide 16 - Tekstslide

Opgave 9 / Opgave 8

Slide 17 - Tekstslide

Opgave 10 / Opgave 9

Slide 18 - Tekstslide

Opgave 11

Slide 19 - Tekstslide