NLT: Hart Start

Inleiding
Verhaal vader van hans

Maar ook van mij
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuur, Leven en TechnologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Inleiding
Verhaal vader van hans

Maar ook van mij

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ervaringen met hartaanval?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hartaanval
Man 62 jaar
Overgewicht
Hoge bloeddruk (wel medicatie)


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees het verhaal uit de inleiding.
Wat zijn termen uit de biologie?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bio, sk, na en wi?
a. Welke begrippen uit het verhaal van Hans hebben met natuurkunde te maken?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bio, sk, na en wi?
b. Welke begrippen uit het verhaal van Hans hebben met scheikunde te maken?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bio, sk, na en wi?
c. Wiskundige begrippen komen zo te zien niet in het verhaal voor. Waarom zou de
wiskunde toch nodig zijn?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een natuurkundige in het hart- en vatenonderzoek

Lees het artikel over Wiro Niessen.
a.  In het artikel wordt gesproken over een TomTom voor het menselijk lichaam. Hoe zou dit
      apparaat in de toekomst gebruikt kunnen worden om mensen als Hans zijn vader te
      helpen?
b. Wat kan een natuurkundige als Wiro Niessen betekenen voor de medische wereld en
      het onderzoek naar het hartinfarct?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan een natuurkundige betekenen
voor de medische wereld en het onderzoek
naar het hartinfarct?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Werking hart

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werking van het hart

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De werking van het hart

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 1

Hartstilstand: hart pompt geen bloed meer rond

Oorzaak: ademhalingsstilstand, bloedverlies, hartinfarct, stroomstoot, hart beschadiging


Hartinfarct: (een deel van) het hart heeft niet genoeg zuurstof gekregen en sterft af

Oorzaak: afsluiting in kransslagader(s), onregelmatig kloppen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Hartinfarct of hartaanval 

Kransslagader plotseling verstopt. 

Een deel van het hart krijgt geen bloed en zuurstof meer. Bij een hartinfarct ben je bij kennis

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hartinfarct... 
1
2

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atherosclerose/slagaderverkalking

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

slagaderverkalking/atherosclerose

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Andere factoren die invloed hebben op atherosclerose
- Een te hoog                 cholesterolgehalte
- Een te hoge bloeddruk 
- Roken
- Kanker
- Overgewicht 
- Steroïden 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lees: 

1.2 Hoe vaak komen hart- en vaatziekten voor in Nederland?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.2 Hoe vaak komen hart- en vaatziekten voor in Nederland?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 1-2. Steeds minder sterfgevallen
In 26 jaar is het aantal sterfgevallen aan een hartinfarct enorm gedaald.
Hoe komt dat, denk je?

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

1.2 Hoe vaak komen hart- en vaatziekten voor in Nederland?
Vraag 1-3. Kans op een hartinfarct
Geschat wordt dat slechts 60 procent van de mensen die in 2006 een infarct doormaakten in
het ziekenhuis zijn opgenomen.
  • a.  Hoeveel mensen hebben volgens deze schatting dan in 2006 een infarct doorgemaakt?
  • b.  Waarom zou maar 60% zijn opgenomen in het ziekenhuis? Wat is er met de andere
    40% gebeurd?
  • c.  Als je een hartinfarct hebt, hoe groot is dan de kans om te overlijden?
    (Gebruik de getallen van 2006.)
  • d.  Wat zou je kunnen doen om ervoor te zorgen dat steeds minder mensen komen te
    overlijden aan een hartinfarct?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 1-3. Kans op een hartinfarct
a. Hoeveel mensen hebben volgens deze schatting dan in 2006 een infarct doorgemaakt?

Slide 25 - Open vraag

a. 22981 opnames, dat is 60%. Totaal aantal mensen met een
hartinfarct (100%) = 100/60 × 22981 mensen = 38301.67 mensen.
Vraag 1-3. Kans op een hartinfarct

b. Waarom zou maar 60% zijn opgenomen in het ziekenhuis? Wat is er met de andere 40% gebeurd?

Slide 26 - Open vraag

b. Er zijn ‘stille’ infarcten: infarcten die door de persoon in kwestie niet als zodanig worden opgemerkt, maar achteraf wel
zichtbaar zijn op het elektrocardiogram. (Stille infarcten: schatting 15.346 personen van 55 jaar en ouder in 2006.) Tevens
kan een infarct ook een acuut dodelijk afloop hebben
Vraag 1-3. Kans op een hartinfarct

c. Als je een hartinfarct hebt, hoe groot is dan de kans om te overlijden? (Gebruik de getallen van 2006.)

Slide 27 - Open vraag

c. In 2006: 38302 hartinfarcten (zie vraag a). 8767 mensen zijn in
2006 aan een infarct overleden, dat is 8767/38302 × 100% = 23%
Vraag 1-3. Kans op een hartinfarct

d. Wat zou je kunnen doen om ervoor te zorgen dat steeds minder mensen komen te overlijden aan een hartinfarct?

Slide 28 - Open vraag

d. Overal AED’s plaatsen, reanimeren leren etc.
1

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

06:23
Schrijf op welke handelingen Mr. Bean doet om de man met de hartstilstand er weer
bovenop te krijgen

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Reanimatie

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet een AED?
Bij een hartstilstand staat het hart meestal niet helemaal stil. Dat lijkt alleen zo. De hartkamers worden heel snel en chaotisch geprikkeld, waardoor ze niet meer samentrekken. Dit heet ventrikelfibrilleren. Een AED is dan nodig om het hart te resetten en weer normaal te laten kloppen.
Dit resetten noemen we defibrilleren

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 1-6. Externe defibrillator op tv
a. Wat is het verschil tussen de externe
defibrillator uit de tv-series en de AED uit
figuur 1-4?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 1-7. Wat doet een AED:
a. Als hij geen hartactiviteit meet?
b. Als er normale activiteit van het hart is?
c. Als er abnormale activiteit is?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

To Go vraag:
Wat zou je over het hart / hartinfarct
willen weten aan het eind van deze module?

Slide 39 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies