Oefenen voor toets M2

Oefenen
Metriekstelsel
Moleculen en atomen
Elektriciteit
Fotosynthese
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Oefenen
Metriekstelsel
Moleculen en atomen
Elektriciteit
Fotosynthese

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de formule van water
A
H2O
B
HO2
C
H2O2
D
H2O

Slide 2 - Quizvraag

Welke atoomsoorten zitten in een molecuul water?
A
zuurstof en stikstof
B
waterstof en koolstof
C
waterstof en zuurstof
D
koolstof en zuurstof

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel koolstofatomen zitten in het molecuul ethanol (alcohol)
C2H5OH
A
1
B
5
C
2
D
6

Slide 4 - Quizvraag

Bij glucose staat in een vergelijking

Hoeveel moleculen hebben we?

8C6H12O6
A
6
B
8
C
12

Slide 5 - Quizvraag

Welk atoom (element) zie je hier?
O

Slide 6 - Open vraag

Wat is de naam van dit molecuul
A
alcohol
B
zuurstof
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel atoomsoorten zie je hier
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel moleculen zie je hier?
A
1
B
2
C
3
D
8

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel molecuulsoorten
zie je hier?
A
2
B
3
C
5
D
6

Slide 10 - Quizvraag

Welk atoom is dit?
C

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Hoe groot is de spanning bij jou thuis?
A
500 Volt
B
230 Volt
C
230 ampère
D
500 ampère

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer loopt er stroom door een schakeling
A
als de stroomkring open is
B
als de stroomkring onderbroken is
C
als de stroomkring gesloten is
D
als de schakelaar in de stroomkring open is

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een isolator?
A
Een stof waar de elektrische stroom goed doorheen gaat
B
Een stof die vloeibaar is
C
Een stof dat van metalen gemaakt is
D
Een stof waar geen elektrische stroom door heen kan

Slide 16 - Quizvraag

Wat gebeurt er in een serieschakeling met 3 lampjes als één lampje kapot gaat?
A
De andere lampjes gaan ook kapot
B
De andere lampjes gaan uit
C
De andere lampjes blijven branden
D
De andere lampjes moeten vervangen worden

Slide 17 - Quizvraag

Welk van onderstaande stoffen is een isolator?
A
Kunststof (plastic)
B
Ijzer
C
Koper
D
Aluminium

Slide 18 - Quizvraag

Waarom geleiden metalen de elektrische stroom goed?
A
Omdat ze warm worden
B
Omdat ze hard zijn
C
Omdat ze geen vrije elektronen bevatten
D
Omdat ze vrije elektronen bevatten

Slide 19 - Quizvraag

Van 10 lampen in een schakeling branden er 9. Hoe zijn de lampen geschakeld?
A
Parallel
B
5 staan parallel 5 staan in serie
C
In serie
D
4 staan parallel 5 staan in serie

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent dit symbool?

Slide 21 - Open vraag

Wat betekent dit symbool?

Slide 22 - Open vraag

Elektrische componenten en symbolen
Alle elektrische apparaten hebben een bepaald 'logo' (symbool).

Deze zijn belangrijk voor het tekenen van een schakelschema.

Bij het bouwen begin je bij de + van de spanningsbron.

Leer deze symbolen

Slide 23 - Tekstslide

Serie-schakeling          Parallel-schakeling

Slide 24 - Tekstslide

Batterij en stopcontact
De energie die meegegeven wordt (Volt) aan de elektronen is 
bij een batterij 1.5 V
bij een stopcontact dus 230 V.

Deze energie raken ze kwijt als ze bijvoorbeeld een lampje (weerstand) tegenkomen en deze energie wordt om gezet in warmte en licht. 

Tuinslang klein straaltje water, lage druk lage spanning
Brandslang zeer stevige straal, hoge druk hoge spanning, er is meer energie nodig om dit voor elkaar te krijgen.

Slide 25 - Tekstslide

Wat heb je wel nodig voor fotosynthese?
fotosynthese:
koolstofdioxide + water + licht => glucose + zuurstof

Mineralen zijn nodig om van glucose eiwitten en vetten te maken, maar dat is geen fotosynthese
A
zuurstof
B
glucose
C
water

Slide 26 - Quizvraag

Wat betekent
CO2

Slide 27 - Open vraag

Wat betekent
H2O

Slide 28 - Open vraag

Wat betekent
O2

Slide 29 - Open vraag

wat zijn de eindstoffen van fotosynthese?
A
zuurstof en glucose
B
glucose en water
C
water en koolstofdioxide
D
glucose en koolstofdioxide

Slide 30 - Quizvraag

Fotosynthese
Zonlicht
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof
Water

Slide 31 - Sleepvraag

Vindt in gras fotosynthese plaats?
A
Ja
B
Nee

Slide 32 - Quizvraag

Floortje koopt een bos rozen en zet deze meteen in een vaas voor het raam. Kan er in de bladeren aan de rozentak fotosynthese plaatsvinden? En als Floortje die nacht gaat slapen?
A
geen van beide
B
alleen overdag
C
alleen in de nacht
D
zowel overdag als 's nachts

Slide 33 - Quizvraag

Vul de formule voor fotosynthese in!
Water
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof

Slide 34 - Sleepvraag

Heb je nog vragen?
schrijf ze op en stel ze aan je docent.

Slide 35 - Woordweb