In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Neem je boek en laptop voor
Slide 1 - Tekstslide
In een vrucht zitten 6 zaden. Hoeveel stuifmeelbuizen zijn hiervoor gegroeid? Hoeveel eicellen waren hiervoor nodig?
A
aantal stuifmeelbuizen 1
aantal eicellen 1
B
aantal stuifmeelbuizen 1
aantal eicellen 6
C
aantal stuifmeelbuizen 6
aantal eicellen 1
D
aantal stuifmeelbuizen 6
aantal eicellen 6
Slide 2 - Quizvraag
Wat gebeurt er met de zaadbeginsels die niet zijn bevrucht?
A
ontwikkelen zich tot zaden
B
verschrompelen
C
die worden groter
D
die krijgen bloemen
Slide 3 - Quizvraag
Thema 6 Voortplanting bij planten
B1 Bloemen
B2 Bestuiving
B3 Bevruchting
B4 Vruchten en zaden
B5 Ongeslachtelijke voortplanting
B6 Geslachtelijke voortplanting
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen B5 Ongeslachtelijke voortplanting
- Je kunt uitleggen dat bij ongeslachtelijke voortplanting de nakomelingen dezelfde erfelijke eigenschappen hebben als de ouder.
- Je kunt voorbeelden geven van ongeslachtelijke voortplanting.
Slide 5 - Tekstslide
DNA
Slide 6 - Tekstslide
Ongeslachtelijke voortplanting
Zaadplanten kunnen zich voortplanten door stuifmeelkorrels en eicellen. Ze kunnen zich ook voortplanten zonder dat er bevruchting plaatsvind!
Bij ongeslachtelijke voortplanting hebben de nakomelingen precies dezelfde erfelijke eigenschappen
als de ouder.
Stekken
met een mesje een stukje
van de stengel snijden
1
in een potje met water
wortels gaan zich vormen
2
Wortels groot genoeg?
planten in potgrond
in een bloempot
3
Bij celdeling worden de chromosomen gekopieerd
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Ongeslachtelijke voortplanting
Slide 9 - Tekstslide
Bol:
- wortels
- bolschijf
- rokken
Tussen de rokken zitten de knoppen.
Voorjaar: De plant ontstaat
uit 1 knop.
De andere knoppen ontwikkelen tot nieuwe bollen met dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouderplant
BOLLEN
ongeslachtelijke voortplanting
reserve voedsel
Slide 10 - Tekstslide
KNOLLEN (ongeslachtelijke voortplanting)
De knopen noem je 'ogen'. In het voorjaar lopen die knopen uit. Uit 1 knop groeit een nieuwe plant met precies dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouderplant
Knollen
Slide 11 - Tekstslide
WEEFSELKWEEK
Kwekers
binnen 1 jaar
uit 1 plant
wel 50.000
nieuwe planten
Slide 12 - Tekstslide
UITLOPERS
(= ongeslachtelijke voortplanting)
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
1. Kwal begint zijn leven als poliep
Poliep: is een diertje dat vastzit aan de grond
2. Dan ontstaan kleine kwalletjes die aan elkaar vastzitten
3. De baby kwallatjes laten los en groeien uit tot
volwassen kwallen
4. Volwassen kwallen > bevruchting plaats
5. Uit de bevruchte eicel groeit ontstaat een larve
die uitgroeit tot een poliep
De onsterfelijke kwal kan de cirkel ook achterstevoren doorlopen! Hij kan er dus altijd voor kiezen om weer jong te worden. Vandaar zijn naam.