NN1 Blok 2 oefentoets H1,2,3 Kijken&Luisteren

NN1 Blok 2 oefentoets H1,2,3 Kijken&Luisteren
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

NN1 Blok 2 oefentoets H1,2,3 Kijken&Luisteren

Slide 1 - Tekstslide

H1 Kijken&Luisteren

Slide 2 - Tekstslide

Kies het juiste woord:

Wat het onderwerp van een programma op radio of tv is, hoor je vaak .... van het programma.

A
aan het begin
B
in het midden
C
aan het eind

Slide 3 - Quizvraag

Filmpje bij H1 Kijken&Luisteren
Klik op deze link

maak daarna vragen

Slide 4 - Tekstslide


Wat is het onderwerp van dit fragment?

A
kleren kopen als je niet kunt lopen
B
tieners die in een rolstoel zitten
C
vrienden zijn met iemand die 'anders' is

Slide 5 - Quizvraag


In het filmpje komt als eerste Floor aan het woord. Waarom vond Floor Demi eerst niet aardig?

A
Floor kende Demi nog niet op de basisschool.
B
Floor vond dat Demi te veel om hulp vroeg.
C
Floor wist niet hoe ze met Demi moest omgaan.

Slide 6 - Quizvraag


Hoe lang kennen Demi en Floor elkaar?


A
Ze kennen elkaar pas.
B
Ze kennen elkaar van de basisschool.
C
Ze kennen elkaar vanaf de eerste klas in het voortgezet onderwijs.
D
Ze kennen elkaar vanaf de tweede klas in het voortgezet onderwijs.

Slide 7 - Quizvraag


Dacht Ellen hetzelfde over Demi als Floor?
A
Dat wordt niet duidelijk in het fragment.
B
Ja, want Ellen moest ook eerst aan Demi wennen.
C
Nee, want Ellen vond Demi vanaf het begin heel erg aardig.

Slide 8 - Quizvraag


Demi gaat met haar vriendinnen winkelen.
Waarmee moet de verkoopster Demi helpen?

A
een touwtje knopen
B
kleding passen
C
nergens mee
D
uit de rolstoel komen

Slide 9 - Quizvraag


Demi zegt over haar vriendschap met Ellen:
'Alles gaat gewoon heel vanzelfsprekend tussen ons.'
Wat bedoelt Demi daarmee?


A
Alles wat we samen doen, gaat zonder erover na te denken.
B
Alles wat we tegen elkaar zeggen, blijft ons geheim.
C
Zij helpt mij bij alles wat we op school moeten doen.

Slide 10 - Quizvraag


Welke twee voorbeelden van ‘vanzelfsprekendheid’ geeft Demi?

A
Demi pakt altijd alle boeken in voor de twee vriendinnen.
B
Demi pakt altijd de tassen als ze uit de auto stappen.
C
Ellen pakt altijd de rolstoel om te duwen als ze uit de auto stappen.
D
Ellen regelt altijd alles zonder dit te vragen aan Demi.

Slide 11 - Quizvraag

Is de zin waar of niet waar?

De presentator vindt dat Ellen op een blindengeleidehond lijkt, omdat Demi niet zonder Ellen naar school kan.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

De titel van het programma is 'Wat zou jij doen?'

Welke vraag hoort bij dit fragment?


A
Wat zou jij doen als iemand in een rolstoel vrienden met jou wil worden?
B
Wat zou jij doen als je iemand tegenkomt die in een rolstoel zit?
C
Wat zou jij doen als jij met iemand in de klas zat die in een rolstoel zit?
D
Wat zou jij doen als jij niet kon lopen en in een rolstoel moest zitten?

Slide 13 - Quizvraag

H2 Kijken&Luisteren

Slide 14 - Tekstslide


Welke zin is waar?


A
In een interview stellen verschillende mensen vragen aan elkaar.
B
In een interview stelt een persoon vragen en geeft de ander antwoord.
C
In een interview worden pratende mensen gefilmd met publiek erbij.

Slide 15 - Quizvraag


Wat is lichaamstaal?


A
Hoe iemand antwoordt: kort/lang, duidelijk/onduidelijk, aardig/onaardig.
B
Hoe iemand zijn stem gebruikt: hard/zacht, snel/langzaam, hoog/laag.
C
Hoe iemand zit, hoe hij kijkt en wat voor gebaren met de handen worden gemaakt.

Slide 16 - Quizvraag

Filmpje bij H2 Kijken&Luisteren
Klik op deze link

maak daarna vragen

Slide 17 - Tekstslide

De eerste vraag van Humberto Tan aan Enzo Knol is:
'Zijn jouw fans altijd zo fanatiek in jou volgen in alles wat je doet?'
Waarom stelt hij deze vraag?


A
omdat de hele zaal vol zit met fans die Enzo Knol in het echt wilden zien
B
omdat hij heel veel tweets heeft gehad over de komst van Enzo Knol
C
omdat hij niet zo goed weet wat Enzo Knol eigenlijk allemaal doet

Slide 18 - Quizvraag


Waarom is Enzo Knol gestart met het maken van YouTube-filmpjes?

A
Hij is gestart, omdat hij helemaal geen werk had.
B
Hij is gestart, omdat zijn broer Milan dit ook deed.
C
Hij wilde dat eens anders proberen, omdat hij verslaafd is aan filmen.
D
Hij wilde eens iets anders proberen, omdat hij alleen maar zat te gamen.

Slide 19 - Quizvraag

Waarom laat Humberto Tan het filmpje zien waarin Enzo Knol zijn hand breekt?

Humberto wil met het filmpje laten zien dat Enzo
A
dingen laat filmen zonder er van tevoren goed over na te denken.
B
het geen probleem vindt om echt alles te laten zien in zijn filmpjes.
C
in zijn filmpjes een verkeerd voorbeeld geeft aan jonge kijkers.
D
soms hulp krijgt bij het filmen van een ander.

Slide 20 - Quizvraag

Na het filmpje vraagt Humberto Tan door: 'En je had wat gebroken, hè?'

Waarop vraagt hij door?

A
Enzo zei aan het eind van het filmpje: 'Au, misschien heb ik wat gebroken.'
B
Enzo zei voor het filmpje: 'En hop, alles filmen.'
C
Humberto zegt voor het filmpje: 'En Enzo vindt het gewoon geen probleem.'

Slide 21 - Quizvraag

Enzo Knol zegt over de reactie van zijn fans op het filmpje: 'Ja, dat vinden ze geweldig'.
Wat vinden de fans geweldig?

Zij vinden het geweldig dat Enzo ...

A
in de camera tegen zijn fans praat.
B
in korte tijd beroemd is geworden.
C
negen uur rondloopt met een gebroken hand.
D
ook laat zien wat er misgaat.

Slide 22 - Quizvraag

Enzo zegt: ‘Bij dit filmpje is het ook eigenlijk allemaal begonnen. Toen explodeerde het, wow!’

Wat zou hij met deze uitspraak bedoelen?


A
Toen begon zijn YouTube-kanaal goed te lopen en kreeg hij meer fans.
B
Toen begon zijn YouTube-kanaal slechter te lopen en kreeg hij minder fans.
C
Toen ging het goed mis, want hij had net zijn hand gebroken.
D
Toen ging het goed mis, want bij zijn fietsstunt ging zijn camera kapot.

Slide 23 - Quizvraag

Kies het juiste woord.

Enzo Knol geeft antwoord op ... vragen.

A
alle
B
sommige

Slide 24 - Quizvraag


De lichaamstaal van Enzo Knol laat zien ...


A
dat hij het naar zijn zin heeft tijdens het interview.
B
dat hij het niet leuk vindt om geïnterviewd te worden.
C
dat hij zenuwachtig is tijdens het interview.

Slide 25 - Quizvraag

H3 Kijken&Luisteren

Slide 26 - Tekstslide


Wat doe je als je zoekend kijkt of luistert?


A
Je kijkt of luistert heel aandachtig naar alles.
B
Je probeert vragen te stellen als iets niet duidelijk is.
C
Je wacht tijdens het kijken of luisteren op de informatie die jij nodig hebt.
D
Je wacht tot het hele videofragment of audiofragment voorbij is.

Slide 27 - Quizvraag


In welke situaties kijk en luister je zoekend?

A
Je bekijkt de aftiteling van een film, want je wilt weten van wie dat ene nummer is.
B
Je kijkt naar een fragment tijdens een kijk- en luistertoets en maakt aantekeningen.
C
Je kijkt naar het weerbericht en wilt weten wat voor weer het morgen in Zeeland wordt.
D
Je maakt een afspraak bij de tandarts en de assistente vertelt wanneer je mag komen.

Slide 28 - Quizvraag

Filmpje bij H3 Kijken&Luisteren
Klik op deze link

maak daarna vragen

Slide 29 - Tekstslide


Typ in één woord wat het onderwerp van dit fragment is.

Slide 30 - Open vraag

In het programma Waarom? Daarom! wordt altijd een vraag beantwoord.

Wat is de belangrijkste vraag die in dit fragment wordt beantwoord?
A
Waarom bestaat er een dierendag?
B
Waarom is er maar een keer per jaar dierendag?
C
Waarom wordt dierendag op 4 oktober gevierd?
D
Wie heeft dierendag verzonnen?

Slide 31 - Quizvraag


Over de hele wereld wordt dierendag gevierd.
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quizvraag


Wat werd er besproken tijdens de vergadering in Wenen?

A
hoe de eerste dierendag gevierd zou moeten worden
B
hoe je dierenmishandeling zou kunnen stoppen
C
hoe je kunt protesteren tegen het eten van vlees
D
welke themadagen belangrijk genoeg zijn om te vieren

Slide 33 - Quizvraag


Waarom zie je in het fragment plaatjes van geslagen of verwaarloosde dieren?

A
De plaatjes laten dieren zien die geen rechten hebben.
B
De plaatjes laten zien waarom dieren beschermd moeten worden.
C
De plaatjes laten zien waarom dieren in een asiel zitten.
D
De plaatjes laten zien welke dieren beschermd moeten worden.

Slide 34 - Quizvraag


Welke themadag bestond in 1929 nog NIET?



A
boomplantdag
B
dierendag
C
moederdag
D
internationale vrouwendag

Slide 35 - Quizvraag

Je ziet in het fragment geen foto van Franciscus van Assisi maar wel verschillende schilderijen.

Hoe komt dat?


A
Franciscus van Assisi wilde niet dat er foto’s van hem gemaakt werden.
B
Toen Franciscus van Assisi leefde, was fotografie nog niet uitgevonden.
C
Toen Franciscus van Assisi leefde, was het gebruikelijker een schilderij te maken.
D
Van christelijke heiligen mag je geen foto’s maken, maar wel schilderijen.

Slide 36 - Quizvraag


Je wilt bij het grote publiek de aandacht vragen voor insecten.

Hoe kun je dat volgens het fragment het best doen?


A
door een beschermheilige te zoeken en zijn sterfdag te gaan vieren
B
door een internetpagina te maken voor de insecten
C
door een themadag in het leven te roepen voor insecten
D
door hiervoor aandacht te vragen tijdens een speciale dag

Slide 37 - Quizvraag

Einde!

Slide 38 - Tekstslide