Les 5) : 7.2 Modellen en methoden van kwaliteitsbewaking

Module 7.2
Modellen en 
methoden van 
kwaliteits-
bewaking
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Module 7.2
Modellen en 
methoden van 
kwaliteits-
bewaking

Slide 1 - Tekstslide

Planning vandaag 
- Accorderingsformulier
- Bevindingen delen. 

Theorie: methodische cyclus
Hulpmiddelen bij het meten en toetsen van kwaliteit


Slide 2 - Tekstslide

Opdracht kwaliteitskader 
Welk kwaliteitskader heb je gebruikt ?
Op welke punten verlenen jullie de zorg volgens het kader?
Waar zag je ruimte voor verbetering? 

Slide 3 - Tekstslide

Kwaliteit in kader van kwaliteitsbewaking
De mate waarin de 
daadwerkelijke verleende
zorg overeenkomt met
wat me vooraf 
wenselijk vond

Slide 4 - Tekstslide

Methodisch proces
Stappen in de meeste modellen:
  • Wat is het probleem?
  • wat wil je bereiken?
  • hoe is het nu?
  • Welke acties zijn nodig?
  • Verbeteringen doorvoeren
  • Resultaten verbeteren
  • Borgen resultaten

Slide 5 - Tekstslide

KWALITEITSBEWAKING = methodisch proces



Kwaliteitsbewaking en –verbetering kan worden gezien als een cyclisch proces; dat wil zeggen dat er achtereenvolgens een aantal stappen moet worden doorlopen om tot een verbetering van zorg te komen.

Een veel gehanteerde methode om kwaliteitsprocessen te sturen is de zogenaamde Cirkel van Deming oftewel de Plan-Do-Check-Act cirkel.

Slide 6 - Tekstslide

Cirkel van Deming
PLAN, Stap 1:  Kies een onderwerp: waaraan ga je werken? 
- inventariseer onderwerpen die voor verbetering vatbaar zijn
- selecteer een onderwerp dat je gaat aanpakken

PLAN,  Stap 2: Formuleer een verbeterdoel: Wat wil je bereiken? 
- bepaal de huidige situatie. 
- bepaal de gewenste situatie
formuleer je verbeterdoel

Slide 7 - Tekstslide

Cirkel van Deming
DO, Stap 3: Stel een verbeterplan op: Hoe wil je je doelen bereiken? 
- vindt de oorzaken
- bedenk oplossingen
- Kies een aanpak om je doel te bereiken en maak afspraken met betrokkenen

Check, Stap 4: Toets je verbeterplan: werken de verbeteringen in de praktijk? 
- Handel volgens afspraak
- Signaleer veranderingen
- Rapporteer de resultaten


Slide 8 - Tekstslide

Cirkel van Deming
ACT Stap 5: Bewaak de uitvoering : Hoe zorg je ervoor dat de veranderingen verankerd worden? 
- Toets de praktijk en trek je conclusies.
- Verander je werkwijze
- Bereid, indien nodig, een nieuwe verbetercyclus voor

Slide 9 - Tekstslide

Kwaliteitsbevordering
= doorlopend proces, nooit klaar

Begint altijd met beschrijven van de ideale situatie

Slide 10 - Tekstslide

INTERNE kwaliteitsbewaking
  • Besprekingen waarin de zorgvrager centraal staat; belangrijkste doel is afstemming en evaluatie van de verleende zorg.
  • Visitatie; Beroepsbeoefenaar komt op visite bij een collega
  • Intercollegiale toetsing; interne toetsing door de zorgverleners zelf op basis van door henzelf opgestelde criteria
  • Verbeterteams/kwaliteitsgroepen; richten zich op verbeteren van kwaliteit volgens een plan



Slide 11 - Tekstslide

Externe kwaliteitsbewaking
  • Inspectie gezondheidszorg en jeugd (IGJ)
  • Zorgverzekeraars
  • Zorgvragers- en consumentenorganisaties
  • Interne commissies:
Commissie Melding Incidenten Patiëntenzorg (MIP)
Medisch ethische commissie
Commissie ter preventie van seksuele intimidatie
Klachtencommissie

Slide 12 - Tekstslide

Hulpmiddelen bij meten en toetsen van kwaliteit
SMART-regels
Visgraatanalyse
Pareto-analyse
Sterkte-zwakteanalyse
Checklist

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht: Presentatie en discussie
Maak 4 groepjes. 
Elk groepje gaat een ander model onderzoeken
 SMART (of visgraat analyse), Pareto analyse, Sterkte/zwakte analyse en de checklist.

Enkele indicatoren W1:
de informatie over het onderwerp is duidelijk en correct uitgelegd;
de eigen kennis en expertise over het onderwerp is begrijpelijk verwoord;
de discussie is doelgericht geopend;
iedereen aan het woord gelaten; 





Slide 14 - Tekstslide

Opdracht: 
Je houdt met je groep een korte presentatie over jullie methodiek, maximaal 10 minuten (de vorm hiervan is vrij) én leidt vervolgens een discussie hierover. 
Dit gebeurt is een zogenaamde vissenkom opstelling

Stappen
- Jullie verdiepen je in je model;
- Je zet je informatie begrijpelijk neer zodat je het kunt uitleggen en presenteren aan een groep; 
- Je bepaald één discussiepunt;
-Jullie bereiden je presentatie voor.

Slide 15 - Tekstslide

Vissenkom opstelling
Smart presenteert aan Pareto, sterkte- zwakte observeert en beoordeeld
Pareto presenteert aan sterkte-zwakte, smart observeert en beoordeeld
Sterkte-zwakte presenteert aan SMART, Pareto observeert en beoordeeld
1 presenteert aan 2. 3 en 4 observeren en beoordelen
2 presenteert aan 3. 4 en 1 observeren en beoordelen
3 presenteert aan 4. 1 en 2 observeren en beoordelen
4 presenteert aan 1. 2 en 3 observeren en beoordelen. 

Volgende les op dinsdag 9 mei!

Slide 16 - Tekstslide

Een discussie leiden
-Zorg dat de rode draad van de discussie duidelijk blijft.
- Integreer bijdragen in het geheel; vraag door als de bedoeling van een bijdrage niet duidelijk is; vat de discussie samen als deze dreigt te stokken;
- Stimuleer de discussie door middel van vragen; kap afdwalingen van het onderwerp af.
-Houd het tijdsschema in de gaten, maar pas op voor verstarring!
-Maak aantekeningen. Ze kunnen je helpen bij het geven van een samenvatting van de discussie.

Voor een open sfeer zorgen: 
-Geef ruimte aan gevoelsuitingen.
- Zorg dat de deelnemers elkaar laten uitspreken.
- Geef iedereen evenveel gelegenheid om zijn zegje te doen.
- Toon waardering voor de inbreng van de deelnemers.
- Corrigeer hinderlijk gedrag.


Slide 17 - Tekstslide

Een stelling
- Een goede stelling is duidelijk; 
-  De stelling moet kort zijn, gebruik geen vage woorden (soms, lang, misschien) 
- Een stelling moet prikkelen, pijn doen en geen nuance bevatten; 
- Een stelling bestaat uit maximaal veertien woorden; 
- De stelling moet positief geformuleerd zijn; 
- Een goede stelling mag geen argumenten bevatten; 
- Een stelling moet ondubbelzinnig geformuleerd zijn.










Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Smart regels
Specifiek: concreet en precies formuleren. Criteria moeten relevant zijn voor de bewaking van de kwaliteit van zorg. Ze moeten er echt iets mee te maken hebben.
Meetbaar: meetbaar (in maat en getal) formuleren. Criteria moeten meetbaar zijn, in termen van waarneembaar gedrag.
Acceptabel en Appellerend: voor iedereen acceptabel en motiverend. De criteria moeten acceptabel zijn binnen de gegeven omstandigheden.
Resultaatgericht: beoogde resultaat omschrijven (bijvoorbeeld effectiviteit, complicaties, geïnformeerdheid, doorlooptijd en kosten). Doelen moeten haalbaar en uitvoerbaar zijn.
Tijdgebonden: aangeven wanneer het doel bereikt moet zijn.

Slide 20 - Tekstslide

Pareto analyse
Is een methodiek om primaire en secundaire oorzaken en gevolgen van elkaar te onderscheiden.

Basisdoel: het verschaffen van inzicht in de belangrijkste oorzaken.
Geeft aan dat een gering aantal oorzaken verantwoordelijk is voor het merendeel van de problemen. Het overgrote deel (80%) van de gevolgen is te wijten aan een klein deel (20%) van de oorzaken en omgekeerd.
Is een instrument dat aangeeft hoe vaak een probleem(veroorzaker) voorkomt.



Slide 21 - Tekstslide

Checklist
Als je de huidige situatie wilt vergelijken met de wenselijke, kun je een checklist gebruiken bij het observeren en verzamelen van gegevens.

Het gebruik van een checklist zorgt ervoor dat alle aspecten worden geobserveerd/gemeten en dat er niets vergeten wordt.

Slide 22 - Tekstslide

Sterkte zwakte analyse
Is een goed hulpmiddel om vast te stellen waarin een persoon of een groep personen op een afdeling goed, minder goed of zelfs zwak is.
Als je de analyse eerlijk uitvoert, krijg je snel inzicht in de dingen die jij eventueel moet verbeteren of waar je juist sterk in bent.
Wil je de door jou geleverde zorgkwaliteit verhogen, dan moet je eerst de aspecten aanpakken waarop je zwak hebt gescoord. Daarnaast is het natuurlijk belangrijk dat je goed blijft in de dingen die je al goed beheerst.

Slide 23 - Tekstslide