3.3

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

3.3 planten

Planten 

Wat gaan wij doen?

• Absenties
  
• Hw controle (moeilijke opdr klassikaal doen)
  
• Herhaling
  
• Basisstof 3
• opdrachten maken
• afsluiten

Leerdoel 

• Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten  

HH 3.2

kgt opdr 6

bb opdr 2 

HH planten

Rijk: planten.

cellen:

• Celkern
  

• Bladgroenkorrels
  
• Celwand. 
  
• fotosynthese

Ordening

Alle planten hebben bladgroenkorrels in hun cellen. (onder de grond geen groene kleur asperge of ui)

Planten deel je in twee groepen op basis van de manier van voortplanten. 

Twee groepen:

• Sporenplanten
• Zaadplanten

zaadplanten

Hebben wortels, stengels, bladeren en bloemen.

Voortplanting vind plaats met zaden.

Voortplanting zaadplant

Zaadplanten hebben bloemen, waaruit vruchten met zaden ontstaan.

Uit een zaad kan weer een nieuwe plant groeien.

Zaadplanten 

• Zaden  

Stam: Sporenplanten

Mossen:

Mossen zijn kleine plantjes, ze groeien in groepen bij elkaar.

Varens:

Varens herken je aan hun grote bladeren. 

De bladrand is vaak ingesneden. Zo lijkt één blad uit allemaal kleine blaadjes te bestaan.

mossen

varens

Sporenplanten

sporenplanten

• Hebben wortels, stengels en bladeren maar geen bloemen.
  
  
• Planten zich (net zoals schimmels) voort doormiddel van sporen. 
  
  
• We verdelen sporenplanten weer verder in mossen en varens

Sporen

Enkelvoud = Spore

licht en met microscoop alleen te zien

<- Mos

Mosplantjes groeien erg dicht bij elkaar en hebben "sporendoosjes" op steeltjes.

Mossen        DOOSJES

Voortplanting:

Mosplantjes vormen sporendoosjes die (ver) boven het plantje zelf uitsteken.

In de sporendoosjes komen sporen, dat zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.

Sporenhoopjes

Een varen is ook een sporenplant en is goed te herkennen aan de bladeren.

De sporen ontstaan in de sporenhoopjes aan de onderkant van de bladeren.

Varens              HOOPJES

Voortplanting:

Een sporenhoopje 

Pak je laptop en log in op lessonup

Spore

Sporenhoopje

Sporendoosje

Sporenplant

Zaadplant

Cel waaruit een nieuwe plant kan ontstaan

Aan de onderkant van het blad waarin bij varens sporen ontstaan

Op een steeltje waarin bij mossen sporen ontstaan

Een groep planten met bloemen

Een groep planten zonder bloemen

Welk onderdeel maakt een dierlijke cel uniek?

1. Heeft een celwand
2. Heeft geen celwand
3. Heeft bladgroenkorrels
4. Heeft geen celkern

Op het plaatje zie je een:

1. Zaadplant
2. Sporenplant

Op het plaatje zie je een:

1. Zaadplant
2. Sporenplant

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?

1. Wortels
2. Stengels
3. Boomschors
4. Bloem

Samenvatting van wat wij deze les hebben geleerd:

Sporenplanten hebben bloemen

1. Waar
2. Niet waar

Zaadplanten hebben bloemen

1. Waar
2. Niet waar

Zaadplanten hebben vruchten

1. Waar
2. Niet waar

Hoe planten sporenplanten zich voort?

1. Door zaden
2. Door bestuiving
3. Door sporen

Werken 

• KGT:  H3 – BS 3 opdr 1 t/m 6
• BK: H3 – BS 3 opdr 1 t/m 6 (5 overslaan)