5.3 Lezen - Beknopte samenvatting


Welkom 
bij 
Nederlands
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


Welkom 
bij 
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Wat je in deze les leert ...  §5.3 Lezen

1. Soorten samenvattingen
2. De beknopte samenvatting
3. Hoofdzaken herkennen in een vaste tekststructuur
4. Hoofdzaken herkennen in een tekst zonder vaste tekststructuur


Slide 2 - Tekstslide

Bij welke twee schoolvakken is een samenvatting maken een goed hulpmiddel bij het leren?

Slide 3 - Open vraag

Aan een zelfgemaakte samenvatting heb je meer dan aan een die al gemaakt is.
Ja!
Dat ligt eraan.
Nee.

Slide 4 - Poll

Welke zinnen helpen je om de hoofdzaken in een tekst te vinden?
A
bijzinnen
B
hoofdzinnen
C
kernzinnen
D
onzinnen

Slide 5 - Quizvraag

Een beknopte samenvatting schrijven:
- Vat de hoofzaken samen.
- Schrijf hele zinnen.
- Gebruik signaalwoorden en/of verwijswoorden. Dit zorgt voor een duidelijk tekstverband tussen zinnen en alinea's en leesbaar voor een ander.
- Maak gebruik van de (vaste) tekststructuur.

Slide 6 - Tekstslide

Tekststructuur zoeken
Teksten hebben een bepaalde structuur. 

Voor het maken van een beknopte samenvatting zoek je naar die structuur.

Sommige teksten zijn namelijk altijd op dezelfde manier opgebouwd 
> vaste tekststructuur. 

Wij leren er drie voor de toets!

Slide 7 - Tekstslide

5.3 Lezen

Slide 8 - Tekstslide

Vaste tekststructuren (3)

1. Verklaringsstructuur
2. Voor- en nadelenstructuur
3. Probleem-oplossingsstructuur


Geen vaste tekststructuur? 
Bepaal het onderwerp en wat over de deelonderwerpen gezegd wordt.
Daar kun je vervolgens ook een beknopte samenvatting van maken.

Slide 9 - Tekstslide

1.  Een tekst met een ... verklaringsstructuur

Inleiding = beschrijving verschijnsel
Middenstuk = redenen, oorzaken en verklaringen
slot =  beste verklaring, samenvatting

Bijvoorbeeld: broeikaseffect, spreeuwenzwermen

Slide 10 - Tekstslide

2. Een tekst met een ... 
voor- en nadelenstructuur

Inleiding =  Product of dienst beoordelen
Middenstuk =  voordelen en nadelen met voorbeelden
Slot =  conclusie

Bijvoorbeeld: linkshandigheid, een nieuw dieet, de zelfrijdende auto


Slide 11 - Tekstslide

3. Een tekst met een ... 
probleem – oplossingsstructuur

Inleiding =  probleem
Middenstuk =  oorzaken en gevolgen
Slot =  de beste oplossing

Bijvoorbeeld: voetbalgeweld, fietsendiefstal

Slide 12 - Tekstslide

Wat weet je nu?




1. Beknopte samenvatting schrijven
2. Hoofdzaken herkennen in een vaste tekststructuur
3. Hoofdzaken herkennen in een tekst zonder vaste tekststructuur

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag

Pak boek B er bij op p. 95, tekst 1

1. onderstreep de moeilijke woorden.

2. denk na over de vraag:
welke vaste structuur heeft deze tekst?


Slide 14 - Tekstslide

Einde van de les

Slide 15 - Tekstslide