Hoofdstuk 5 - Wat is de rol van de overheid?

Hoofdstuk 5
Wat is de rol van de overheid?
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3,4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 10 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5
Wat is de rol van de overheid?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Iedereen moet gratis en schuldenvrij kunnen (door)studeren.
Bedenk een reden om het eens te zijn met deze stelling.
Iedereen moet gratis en schuldenvrij kunnen (door)studeren. Bedenk een reden om het eens te zijn met deze stelling.

Slide 2 - Open vraag

Zie vervolgopdracht in dia aan het einde van hoofdstuk 5.

Voorbeeld: als studeren gratis is zullen meer mensen een (hogere) opleiding volgen. Met een (hogere) opleiding kan je een betere baan vinden.

Iedereen moet gratis en schuldenvrij kunnen (door)studeren.
Bedenk een reden om het niet eens te zijn met deze stelling.
Iedereen moet gratis en schuldenvrij kunnen (door)studeren. Bedenk een reden om het niet eens te zijn met deze stelling.

Slide 3 - Open vraag

Zie vervolgopdracht in dia aan het einde van hoofdstuk 5.

Voorbeeld: dan is er nóg meer geld nodig in het onderwijs en er is nu al tekort. Of: dan worden de verschillen tussen mensen nog groter.


Wat leerde ik de vorige les?
  • Werknemers en werkgevers
  • Vakbond en wergeversvereniging
  • Open en gesloten bedrijfscultuur
Terugblik vorige les

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat leer ik deze les?
  • kenmerken van een verzorgingsstaat
  • het verschil tussen linkse en rechtse politieke partijen in hun standpunten over werk
  • de rol van de overheid bij belastingen
  • 5 maatregelen waarmee de overheid voor meer banen kan zorgen
Ik leer...

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies




Waarom betalen wij belasting?
Waarom betalen wij belasting?

Slide 7 - Open vraag

Belasting betalen we allemaal. In de supermarkt en over onze kleding, maar ook over het geld dat we verdienen. Hoe meer je verdient, hoe meer belasting je moet betalen.

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Dit is de overgang van belasting naar nettosalaris. We betalen belasting over het brutosalaris dat we verdienen.
Nettosalaris
Het bedrag dat je werkgever op je bankrekening stort.

Slide 10 - Tekstslide

Brutosalaris is dus je uurloon voordat er belasting van wordt afgetrokken.
Vacature

Slide 11 - Tekstslide

Ga met leerlingen in gesprek over wat het nettosalaris betekent voor deze baan bij PostNL.


Wat vind jij ervan dat de overheid een deel van jouw salaris krijgt? Leg je antwoord uit.
Wat vind jij ervan dat de overheid een deel van jouw salaris krijgt? Leg je antwoord uit.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verzorgingsstaat
Een samenleving waarin de overheid ervoor zorgt dat alle mensen in hun basisbehoeften kunnen voorzien.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Noem twee voorbeelden van hoe jij kunt zien
dat Nederland een verzorgingsstaat is.
Noem twee voorbeelden van hoe jij kunt zien dat Nederland een verzorgingsstaat is.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Sociale ongelijkheid
Dat verschillen tussen mensen gevolgen hebben voor de manier waarop zij behandeld of gewaardeerd worden.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Zoek een foto waarop sociale ongelijkheid op werk te zien is.
Zoek een foto waarop sociale ongelijkheid op werk te zien is.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij over politiek links en politiek rechts?

Wat weet jij over politiek
links en politiek rechts?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Linkse en rechtse partijen
Links
Rechts
  • Veel hulp bieden
  • Hogere belastingen
  • Zelf zorg dragen
  • Mensen voor elkaar laten zorgen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Als een partij verschillen tussen arm en rijk wil verkleinen, is dit een...
Als een partij verschillen tussen arm en rijk wil verkleinen, is dit een...
A
...linkse partij
B
...rechtse partij

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Als een partij iedereen evenveel belastig wil laten betalen, hoe veel je ook verdient, is dit een...
Als een partij iedereen evenveel belastig wil laten betalen, hoe veel je ook verdient, is dit een...
A
...linkse partij
B
...rechtse partij

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de woorden naar de juiste plaats in de zin.
Nederland is een samenleving waarbij de overheid zorgt voor de mensen die dat zelf niet kunnen. Daarom is Nederland een ____________________. Ook moet je in Nederland belasting betalen over je salaris. Hoe meer je verdient, hoe meer belasting je moet betalen. Het loon waar nog geen belasting over betaald is noemen we het _____________ salaris. Het ingehouden belastinggeld gaat naar de ______________. Het geld wat je uiteindelijk op je bankrekening krijgt, noem je het ______________ salaris. In een verzorgingsstaat probeert de overheid de ________________________ te verminderen. _______________ partijen zijn voorstander van de verzorgingsstaat en de hulp van de overheid. Terwijl _____________ partijen vinden dat mensen meer voor zichzelf of voor elkaar moeten zorgen.
bruto
linkse
rechtse
overheid
verzorgingsstaat
netto
sociale ongelijkheid

Slide 26 - Sleepvraag

Deze opdracht staat in het leerwerkboek op pagina 65, opdracht 2.

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Grondwet
De belangrijkste wet van het land.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep het juiste gevolg naar de juiste maatregel.
Lagere belasting op werk.
Investeren in onderwijs.
Lagere belasting op producten.
Jongeren leren meer op school en kunnen daarna beter aan het werk.
Als mensen iets kopen, hoeven ze minder te betalen.
Een werknemer is minder duur voor een werkgever.

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Bij mijn kind op school is er een extra juf bij. Hierdoor krijgt mijn kind extra
begeleiding en kan ze toch naar vmbo kader. Met welke maatregel heeft dit te maken?
Bij mijn kind op school is er een extra juf bij. Hierdoor krijgt mijn kind extra begeleiding en kan ze toch naar vmbo kader. Met welke maatregel heeft dit te maken?
A
Lagere belasting op werk
B
Investeren in onderwijs
C
Lagere belasting op producten

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Omdat de belasting op speelgoed is verlaagd, kan ik meer speelgoed kopen
voor hetzelfde geld. Met welke maatregel heeft dit te maken?
Omdat de belasting op speelgoed is verlaagd, kan ik meer speelgoed kopen voor hetzelfde geld. Met welke maatregel heeft dit te maken?
A
Lagere belasting op werk
B
Investeren in onderwijs
C
Lagere belasting op producten

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep het juiste gevolg naar de juiste maatregel.
Lagere belasting op werk.
Investeren in onderwijs.
Lagere belasting op producten.
Goedkopere kinderopvang.
Subsities voor 'kwetsbare' groepen.
Jongeren leren meer op school en kunnen daarna beter aan het werk.
Voor ouders is het minder duur om kinderen naar de opvang te laten gaan.
Mensen die niet zo makkelijk een baan vinden krijgen toch werk.
Als mensen iets kopen, hoeven ze minder te betalen.
Een werknemer is minder duur voor een werkgever.

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Bij mijn kind op school is er een extra juf bij. Hierdoor krijgt mijn kind extra
begeleiding en kan ze toch naar vmbo kader. Met welke maatregel heeft dit te maken?
Bij mijn kind op school is er een extra juf bij. Hierdoor krijgt mijn kind extra begeleiding en kan ze toch naar vmbo kader. Met welke maatregel heeft dit te maken?
A
Lagere belasting op werk
B
Investeren in onderwijs
C
Goedkopere kinderopvang
D
Subsidies voor 'kwetsbare groepen'

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Omdat de belasting op speelgoed is verlaagd, kan ik meer speelgoed kopen
voor hetzelfde geld. Met welke maatregel heeft dit te maken?
Omdat de belasting op speelgoed is verlaagd, kan ik meer speelgoed kopen voor hetzelfde geld. Met welke maatregel heeft dit te maken?
A
Lagere belasting op werk
B
Goedkopere kinderopvang
C
Lagere belasting op producten
D
Subsidies voor 'kwetsbare groepen'

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vervolgopdracht: gratis studeren
Bekijk elkaars voor- en tegenargumenten bij de stelling. Probeer deze argumenten te weerleggen met nieuwe argumenten.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Optioneel als samenvatting van het hoofdstuk.


Wat heb je geleerd deze les?
Wat heb je geleerd deze les?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies




Wat vind je nog lastig?
Wat vind je nog lastig?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb ik geleerd deze les?
  • kenmerken van een verzorgingsstaat
  • het verschil tussen linkse en rechtse politieke partijen in hun standpunten over werk
  • de rol van de overheid bij belastingen
  • 5 maatregelen waarmee de overheid voor meer banen kan zorgen
Ik leerde...

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De volgende Seneca-les gaat over:
Welke wetten en regels zijn er over werk?
Einde van de les 'Wat is de rol van de overheid?'

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies