Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H4.4 Afronden in praktische situaties
Welkom
Paragraaf 4.4 Afronden in praktische situaties
Leg bladzijde 190 voor je open!
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Wiskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom
Paragraaf 4.4 Afronden in praktische situaties
Leg bladzijde 190 voor je open!
Slide 1 - Tekstslide
Voorkennis
Wat weet je al?
Slide 2 - Tekstslide
Waarde van cijfers
Grote getallen (t/m miljard)
Decimale getallen
Afronden van decimalen en ronde getallen
Wat weten we al?
Slide 3 - Tekstslide
Welke waarde heeft het cijfer 4 in het getal 7 743 520 000?
Slide 4 - Open vraag
Rond het getal 13,94822 af op 2 decimalen.
Slide 5 - Open vraag
Rond het getal 1 499 999 af op miljoenen.
Slide 6 - Open vraag
Lesdoelen
Je leert afronden in praktische situaties
Slide 7 - Tekstslide
Uitleg theorie
Slide 8 - Tekstslide
Afronden in de praktijk
Anneke wil ijsjes trakteren in de klas. Haar klas bestaat uit 18 leerlingen.
In één doos zitten 6 ijsjes.
Hoeveel dozen moet Anneke kopen?
Aanpak:
18 + 1 = 19 ijsjes nodig
19 : 6 = 3,166...
Anneke koopt
4 dozen
ijsjes
Slide 9 - Tekstslide
Afronden met contant geld
Tegenwoordig hebben wij
in Nederland geen 1 en 2
centen meer, 5 cent
hebben we nog wel.
Daarom moeten bedragen
worden afgerond.
Slide 10 - Tekstslide
Je kan het!
Enkele oefeningen...
Slide 11 - Tekstslide
Imke gaat koken. Ze heeft 850 gram rijst nodig. In één pakje zit 400 gram. Hoeveel pakjes moet Imke kopen?
A
850 : 400 = 2,125, afgerond is dat 2
B
850 : 400 = 2,125, dus: 2,125
C
850 : 400 = 2,125, dus ik heb er 3 nodig
D
850 : 400 = 2,125, dus ik koop er 2,5
Slide 12 - Quizvraag
In een kilozak pepernoten zitten 750 pepernoten.
Voor de intocht hebben alle pieten er 20 000 nodig. Hoeveel kilozakken moeten ze halen?
A
25
B
26
C
27
D
28
Slide 13 - Quizvraag
Je doet boodschappen bij de Jumbo en op het scherm staat een bedrag van €27,93. Je wil contant betalen. Hoeveel reken je af?
A
€27,-
B
€27,90
C
€27,95
D
€28,-
Slide 14 - Quizvraag
Je haalt de volgende boodschappen:
paprika (€1,42), ui (€0,94) en kip (7,23).
Hoeveel betaal je als je contant afrekent?
A
€9,50
B
€9,55
C
€9,59
D
€9,60
Slide 15 - Quizvraag
Je hebt 2,90 in je zak en wil daarvan snoep kopen. En zak snoep kost 0,75. Hoeveel zakken kan je kopen?
A
1
B
4
C
3,87
D
3
Slide 16 - Quizvraag
306 brugklassers en 22 begeleiders gaan naar de dierentuin. In een bus kunnen 51 passagiers. Hoeveel bussen zijn er nodig?
A
4
B
6,43
C
7
D
6
Slide 17 - Quizvraag
Wat gaan we doen?
Maken
opdr. 61 t/m 76
blz 188
Slide 18 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
2.3 afronden in de praktijk
Oktober 2021
- Les met
17 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Afronden tweede les
September 2022
- Les met
12 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
5.3 afronden in de praktijk
Januari 2021
- Les met
12 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
§2.3 Afronden in de praktijk
September 2021
- Les met
29 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
§2.3 Afronden in de praktijk
Oktober 2019
- Les met
26 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
2.4 afronden in dagelijkse situtaties
Oktober 2021
- Les met
14 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1
H2.3 | Afronden in de praktijk
Februari 2024
- Les met
20 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
2.2 afronden
September 2022
- Les met
17 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1