Herhaling Kap 1/Kap 2 Neue Kontakte
1 / 35
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Het werkwoord sein.
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
sein
sein
Slide 2 - Sleepvraag
ich
du
er
sie
es
Sie
sie
wir
ihr
Slide 3 - Sleepvraag
Vul in:
(Wie) bist du?
(Wie) bist du?
Slide 4 - Open vraag
Vul in:
(Hoe) alt bist du?
(Hoe) alt bist du?
Slide 5 - Open vraag
Vul in:
(Waar) wohnst du?
(Waar) wohnst du?
Slide 6 - Open vraag
Vul in:
(Wat) ist deine Adresse?
(Wat) ist deine Adresse?
Slide 7 - Open vraag
Vul in:
(Waarvandaan) kommst du?
(Waarvandaan) kommst du?
Slide 8 - Open vraag
Vul in:
(Waar) wohnst du?
(Waar) wohnst du?
Slide 9 - Open vraag
Das gefällt ...
A
Bruder
B
mir
C
ich
D
Schwester
Slide 10 - Quizvraag
die Woche= de week
A
goed
B
fout
Slide 11 - Quizvraag
die Schweiz=
Slide 12 - Open vraag
16=
Slide 13 - Open vraag
de vriendin=
Slide 14 - Open vraag
de moeder=
Slide 15 - Open vraag
het gezin=
Slide 16 - Open vraag
de halfzus=
Slide 17 - Open vraag
de ouders=
Slide 18 - Open vraag
mooi-knap=
Slide 19 - Open vraag
die Mädchen=de meisjes
A
goed
B
fout
Slide 20 - Quizvraag
jong=
Slide 21 - Open vraag
vriendelijk=
Slide 22 - Open vraag
80=
Slide 23 - Open vraag
ohne=
Slide 24 - Open vraag
1000=
Slide 25 - Open vraag
wählen=
Slide 26 - Open vraag
das Handy=
Slide 27 - Open vraag
de broers en zussen=
Slide 28 - Open vraag
wichtig=
Slide 29 - Open vraag
vielleicht=
Slide 30 - Open vraag
aardig=
Slide 31 - Open vraag
die Cousinen=de nicht
A
goed
B
fout
Slide 32 - Quizvraag
der Cousin=de neef
A
goed
B
fout
Slide 33 - Quizvraag
das Mädchen=het meisje
A
goed
B
fout
