quizvragen cognitieve ontwikkeling

• Omgangskunde
• MBO
• Studiejaar 1

Quizvragen cognitieve ontwikkeling

Wat hoort niet in het rijtje thuis

1. Korte termijn geheugen
2. Zintuigelijk geheugen
3. Expliciet geheugen
4. Lange termijn geheugen

Ook wel declaratief geheugen, gaat over feitenkennis (Bewust, onbewust)

Hoe komt een indruk van het zintuigelijk geheugen in het korte termijn geheugen?

1. Door het terug te halen.
2. Door te herhalen.
3. Door er aandacht aan te geven.
4. Door het op te slaan.

Wat houdt de cognitie niet in?

1. Vermogen om na te denken
2. Vermogen om aandacht te richten
3. Kenvermogen
4. Vermogen om waarnemingen om te zette in informatie

Is wel een belangrijk aspect

Wat hoort niet bij klassieke conditionering

1. Prikkel roept op tot emotie
2. Ivan Pavlov
3. Beloning en straffen
4. Prikkel zet aan tot herhaling

Hoort bij klassieke conditionering

Wat hoort niet bij klassieke conditionering?

1. Beloning en straffen
2. Prikkel roept op tot emotie
3. Fred Skinner
4. Negeren ongewenst gedrag

prikkel wordt beloont of bestraft met iets dat een positieve of negatieve emotie  opropet.

Wat is exploratiegedrag?

1. Steeds meer leren
2. Gemotiveerd zijn om te leren
3. Onderzoeksgedrag
4. Imiteren

Bij cognitivisme

1. reageert het kind passief op prikkels.
2. leert het kind door te observeren.
3. leert het kind door na te denken
4. leert het kind door beloning en straffen.

Volgens Piaget leert de kleuter vooral door

1. zintuigelijke waarnemingen en motorische vaardigheden
2. associatief te leren
3. logische denkvaardigheden
4. abstract te denken

Volgens het constructivisme leer het kind vooral

1. door dingen te maken.
2. door kennis met anderen te construeren.
3. vanuit intrinsieke motivatie.
4. te netwerken.