We gaan vandaag drie verschillende tijdsvormen leren! Dit zijn er veel! Jij moet deze uit elkaar kunnen houden op proefwerk!
Present perfect (has/have + voltooid deelwoord)
Deze vorm gebruik je als iets in het verleden begonnen is en nog niet af is of als je het resultaat nu nog merkt. Vaak gebruik je in deze zin woorden als always, ever, never, for, since, yet.