In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welcome!
Planning for today:
Planning Mondelingen 5 min
Aanpak van leesteksten 20 min
Samen oefenen 15 min
Zelfstandig oefenen 15 min
Slide 1 - Tekstslide
Planning Mondelingen - VM3C
Vr 16 mei:
Adam
Yasmine
Charlene
Aimee
Ma 19 mei:
Floor
Mirle
Noah
Cira
Vr 23 mei:
Isa
Angel
Kristina
Willem
Ma 2 juni:
Mohammed
Joelle
Milan
Ksanet
De overige leerling zijn tijdens de toetsweek aan de beurt:
- Joav - Sanne - Sara
- Mads - Duuk
- Valerie - Romy
Slide 2 - Tekstslide
Planning Mondelingen - VM3D
Vr 16 mei:
Yigit
Jack
Jayden F.
Cas
Ma 19 mei:
Nadira
Thijmen
Jeffrey
Jules
Vr 23 mei:
Fenna
Mylan
Faya
Nisa
Ma 2 juni:
Besian
Job
Manuela
Jayden P.
De overige leerling zijn tijdens de toetsweek aan de beurt:
- Vince - Selin
- Asya - Jade
- Tygo - Awrel
Slide 3 - Tekstslide
Leesvaardigheid Engels
Aanpak van leesteksten
Slide 4 - Tekstslide
welke leesstrategieën ken je?
Slide 5 - Woordweb
Aanpak tekst
1. vragen lezen
2. leesstrategie bepalen 3. tekst lezen + jouw antwoord formuleren in je hoofd
4. kies welke van de antwoorden het meest op jouw antwoord lijkt / vraag beantwoorden (open vragen en wel-niet b.v.)
Slide 6 - Tekstslide
Leesstrategieen
- oriënterend lezen
- globaal lezen
- zoekend lezen
- intensief lezen
Slide 7 - Tekstslide
Oriënterend lezen
Bekijk de tekst
Titel + tussenkopjes
Intro
Foto's / plaatjes / tekeningen
Bron
Opvallende dingen?
Waar gaat de tekst over??????
Slide 8 - Tekstslide
Globaal lezen
Foto's / plaatjes / tekeningen bekijken
titel en tussenkopje lezen
lees de inleiding en het slot
lees de eerste en laatste zin van elke alinea
Wat is de belangrijkste informatie van deze tekst?
Slide 9 - Tekstslide
Zoekend lezen
lees de titel en tussenkopjes
zoek naar kernwoorden die te maken hebben met wat je zoekt.
kijk naar anders gedrukte woorden
stop met lezen als je het antwoord gevonden hebt
Gerichte informatie zoeken.
Slide 10 - Tekstslide
Zoekend lezen
Slide 11 - Tekstslide
Intensief lezen
lees de hele tekst
let op de inleiding en tussenkopjes
zoek de belangrijkste zinnen en woorden uit de alinea's
zoek de betekenis op van belangrijke woorden en zinnen.
Je probeert alle informatie in de tekst te begrijpen
Slide 12 - Tekstslide
Lees onderstaande leessituaties. Welke leesstrategie pas je toe?
Situatie 1:
Om 07.00 uur valt de krant door de brievenbus. Voordat je naar school gaat, wil je snel weten wat het belangrijkste nieuws is.
Situatie 2:
Voor biologie moet je een werkstuk maken over klimaatverandering. Je hebt op een internet een tekst gevonden over het klimaat. Je wilt weten of je de tekst kunt gebruiken.
Situatie 3:
Je hebt morgen een toets over politieke besluitvormingen. Je leest de tekst in je boek maatschappijleer.
Situatie 4:
Je wilt een pretpark bezoeken en bent benieuwd naar de prijzen. Je bezoek de website van het pretpark.
Orienterend lezen
Globaal lezen
Precies lezen
Zoekend lezen
Kritisch lezen
Slide 13 - Sleepvraag
Extra tips
Gebruik je woordenboek (oefen hier al mee in de les)
Raad de betekenis van onbekende woorden
Pak het slim aan (gebruik een strategie)
Kijk goed naar wat er gevraagd wordt!!
Slide 14 - Tekstslide
Questions
Do you know these questions?
Slide 15 - Tekstslide
How does the writer introduce the topic?
A
Hoe stelt de schrijver zich voor?
B
Hoe introduceert de schrijver zichzelf?
C
Hoe introduceert de schrijver het onderwerp?
D
Hoe schrijf je een introductie?
Slide 16 - Quizvraag
What does the word refer to?
A
Waar wijs je naar?
B
Waar verwijst het woord naar?
C
Wat betekent het woord wijzen?
D
Wat doet het woord verwijzen daar?
Slide 17 - Quizvraag
What is the main point of paragraph 5?
A
Wat is het belangrijkste punt in alinea 5?
B
Wat is het punt van alinea 5?
C
Welk punt wordt niet gemaakt in alinea 5?
D
Is dat het punt van alinea 5?
Slide 18 - Quizvraag
What is mentioned about dogs?
A
Wat is er met honden?
B
Hoe worden honden vaak genoemd?
C
Hoe noem je een hond?
D
Wat wordt er gezegd over honden?
Slide 19 - Quizvraag
What becomes clear in line 17?
A
Dat is duidelijk regel 17.
B
Wie schreef regel 17?
C
Wat wordt er duidelijk in regel 17?
D
Regel 17 lijkt mij duidelijk.
Slide 20 - Quizvraag
What can be concluded from paragraph 3 and 4?
A
Welke conclusie wordt er gemaakt?
B
Welke conclusie wordt er duidelijk in alinea 3 en 4?