In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Par 4 Internationale organisaties
Slide 1 - Tekstslide
Lezen
Blz 125 tm 127, Internationale organisaties
Slide 2 - Tekstslide
Quiz
Maar eerst gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen..
Slide 3 - Tekstslide
Wie is wie? Plaats de juiste naam bij de juiste persoon.
Churchill
Groot-Brittannië
Roosevelt
Verenigde Staten
Stalin
Sovjet-Unie
Slide 4 - Sleepvraag
De Eerste Wereldoorlog duurde van...
A
1914 - 1917
B
1914 - 1918
C
1939 - 1945
D
1940 - 1945
Slide 5 - Quizvraag
Welk land hoort niet bij de Centralen
A
Oostenrijk-Hongarije
B
Bulgarije
C
Duitsland
D
Frankrijk
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de Marshallhulp?
A
Hulp aan arme kinderen in Afrika
B
Hulp van de VS aan Europa na de 2 e wereldoorlog.
C
Hulp voor militairen
D
Hulp voor de SU tijdens de Koude Oorlog.
Slide 7 - Quizvraag
Welke uitspraak over de Cubacrisis is juist? De Cubacrisis is
A
de aanleiding voor de communistische revolutie op Cuba.
B
de oorzaak van het invoeren van hervormingen in communistisch
Cuba.
C
de reden voor militaire steun van de Verenigde Staten aan Cuba.
D
het gevolg van het plaatsen van raketinstallaties op Cuba.
Slide 8 - Quizvraag
De Tweede Wereldoorlog eindigde in Nederland op:
A
10 mei 1944
B
10 mei 1945
C
5 mei 1945
D
4 mei 1945
Slide 9 - Quizvraag
De val van de Berlijnse Muur was in
A
1987
B
1988
C
1989
D
1990
Slide 10 - Quizvraag
Welke staten zijn na het einde van de Koude Oorlog uiteengevallen?
A
de Sovjet-Unie en Duitsland
B
Joegoslavië en de Sovjet-Unie
C
Frankrijk en Hongarije
D
Hongarije en Italië
Slide 11 - Quizvraag
Welk begrip wordt bedoeld?
A
antisemitisme
B
militarisme
C
persoonsverheerlijking
D
nationalisme
Slide 12 - Quizvraag
Welk begrip wordt bedoeld?
A
invloedssferen
B
modern imperialisme
C
Centralen
D
bondgenootschappen
Slide 13 - Quizvraag
Welk begrip wordt bedoeld?
A
propaganda
B
militarisme
C
NSB
D
nationalisme
Slide 14 - Quizvraag
Welk begrip wordt bedoeld?
A
antisemitisme
B
fascisme
C
racisme
D
censuur
Slide 15 - Quizvraag
Welk begrip wordt bedoeld?
A
kinderarbeid
B
militarisme
C
socialisme
D
nationalisme
Slide 16 - Quizvraag
Welk begrip wordt bedoeld?
A
antisemitisme
B
nationalisme
C
militarisme
D
modern imperialisme
Slide 17 - Quizvraag
Welk begrip wordt bedoeld?
A
antisemitisme
B
nationalisme
C
militarisme
D
modern imperialisme
Slide 18 - Quizvraag
Welk begrip wordt bedoeld?
A
neutraliteit
B
moord in Sarajevo
C
dolkstootlegende
D
nationalisme
Slide 19 - Quizvraag
Mindmap
Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Verenigde Naties (VN)
1945 - ...
Churchill en Roosevelt: samenwerken om nieuwe oorlog te voorkomen
Zoveel mogelijk landen (draagkracht)
Ingrijpen bij ruzie tussen landen of bij misdragen regering
Nieuwe oorlog voorkomen!
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Verenigde Naties (VN)
1945 - ...
VEILIGHEIDSRAAD
Belangrijkste beslissingen genomen in deze vergadering
5 permanente leden: VS, SU, GB, Frankrijk en China VETORECHT
10 wisselende leden, gekozen uit de lidstaten voor 2 jaar
Slide 24 - Tekstslide
Verenigde Naties (VN)
1945 - ...
MACHT VAN DE VN
Resolutie die daden afkeurt, uitspreken
Sancties opleggen
Militaire missie van blauwhelmen
Slide 25 - Tekstslide
Poster van de Verenigde Naties, gemaakt kort na de oprichting
Slide 26 - Tekstslide
Korea-oorlog
De VS riepen de Veiligheidsraad bijeen.
Sovjet-Unie kwam niet uit protest.
VS kwamen met een resolutie en de VN greep in bij de Korea-oorlog.
Slide 27 - Tekstslide
Stel dat..
China behandelt de mensenrechten heel slecht. De veiligheidsraad wil de regering van China hierop wijzen met een resolutie.
Rusland valt Oekraïne binnen. De veiligheidsraad wil de blauwhelmen sturen.
Israël pleegde weer bomaanslagen op Gaza. De veiligheidsgraad wil een resolutie sturen.
Slide 28 - Tekstslide
Europa
Frankrijk en Duitsland waren vroeger vijanden. In 1870, 1914 en 1939 vochten ze een ruzie uit.
Hierbij kwamen veel mensen om het leven.
Slide 29 - Tekstslide
EGKS
In 1951 gingen Frankrijk, Duitsland, Nederland, Belgie, Italie en Luxemburg samenwerken op het gebied van kolen en staal. Dit noemden ze de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.
Slide 30 - Tekstslide
EGKS
De EGKS werd opgericht zodat de landen gingen samenwerken en ze elkaar konden controleren op het gebied van staal. De landen konden zo niet stiekem een leger opbouwen.
Slide 31 - Tekstslide
EEG
Dit samenwerken ging zo goed dat de landen besloten om economisch nog meer te gaan samenwerken. Dit noemen we de Europese Economische Gemeenschap.
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Video
EU
Steeds meer landen sloten zich aan bij de EEG. Ze groeiden uit tot de Europese Unie.
Slide 34 - Tekstslide
Doel van de EU
Het belangrijkste doel van de EU is zorgen voor vrede. In Europa was vroeger veel oorlog, dit willen we voorkomen. Het blijft alleen vrede als er welvaart is in Europa.
Slide 35 - Tekstslide
Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..
Slide 36 - Tekstslide
Wanneer werd de EGKS opgericht?
A
1945
B
1950
C
1951
D
1985
Slide 37 - Quizvraag
Wat is de betekenis van EGKS?
A
Engelse Gemeenschap voor Kolen en Staal
B
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
C
Europese Gemeenschap voor Kaas en Soep
D
Europese Gemeenschap voor Kanonnen en Staal
Slide 38 - Quizvraag
Nederland is 1 van de oprichters van de Europese Unie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 39 - Quizvraag
Wat is het belangrijkste doel van de EU?
A
Zorgen voor een goede industrie
B
Corona bestrijden
C
Zorgen voor welvaart en vrede
D
Zorgen voor de Euro
Slide 40 - Quizvraag
VN zijn onderdeel van de EU
A
Waar
B
Niet waar
Slide 41 - Quizvraag
Wie is geen permanent lid van de Veiligheidsraad?
A
China
B
Duitsland
C
Groot-Brittannie
D
Rusland
Slide 42 - Quizvraag
VN is een wereldwijde organisatie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 43 - Quizvraag
Met vetorecht kan een permanent lid van Veiligheidsraad iets tegenhouden