chapitre 6 ex. 34- tweetallen
Gebruik het spel.
Zet pionnen (of gummetjes, paperclips, …) vóór het eerste vak.
Gooi met een (online) dobbelsteen.
Zeg de vorm van het werkwoord in de présent.
Bij een goed antwoord mag je blijven staan, bij een fout antwoord moet je terug naar waar je stond.
De volgende speler is aan de beurt. Ga met de klok mee. Wie bereikt als eerst het vakje «gagné»?