ICT Quiz

ICT 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
ICTVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

ICT 

Slide 1 - Tekstslide

Waar staan de letters ICT voor?
A
Informatie en Computertechnologie
B
Internet en Communicatie - technologie
C
Informatie- en communicatietechnologie
D
Internationale Communicatie - training

Slide 2 - Quizvraag

Wat is géén ICT basisvaardigheid?
A
Tekst verwerken
B
Mails versturen
C
Presentatie maken
D
Programmeren

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een besturingssysteem?
A
Een programma waarmee je video's kunt bewerken
B
Software die hardware van een computer aanstuurt en mogelijk maakt om andere programma's uit te voeren
C
Een apparaat waarmee je draadloos kunt printen
D
Een programma waarmee je websites kunt ontwerpen

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een cloud-omgeving?
A
Het internet
B
Een netwerk
C
Opslagruimte op je computer
D
Locatie waar je op afstand dingen kunt opslaan

Slide 5 - Quizvraag

Excel
Forms
Word
Powerpoint
Teams

Slide 6 - Sleepvraag

Je ziet allerlei verschillende icoontjes staan. 
    Waarvoor gebruik je welke app? Sleep het juiste 
    icoontje naar de juiste omschrijving. 
Hier maak ik een presentatie
Hier bekijk ik mijn schoolmail
Hier kan ik een enquête in maken
Hier typ ik mijn werkstuk in
Hier volg ik online les.
Hier sla ik mijn bestanden op

Slide 7 - Sleepvraag

Het volgende mag niet in de mail:
A
Beginnen met 'Joe'
B
Een mail beginnen met: 'Beste'
C
Een automatische handtekening hebben
D
Geen onderwerp

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent CC in de mail?
A
Deze personen kunnen elkaars adressen zien
B
Mail ter info, je hoeft er niets mee te doen.
C
geen idee
D
Mail naar meer personen adressen onzichtbaar

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer gebruik je het "bcc" veld bij het versturen van e-mail?
A
Als de e-mail heel belangrijk is
B
Als de geadresseerden voor elkaar onzichtbaar moeten blijven
C
Als de e-mail een zogenaamd "no-reply" afzender heeft

Slide 10 - Quizvraag

Formeel
Informeel
Telefoonnotitie
Sollicitatiebrief
Bedankbrief
E-mail naar docent
E-mail naar je opa
Sms naar je baas
Appje naar je vader
Instagram
Verslag

Slide 11 - Sleepvraag

Wat betekent de term "spam" in je
e-mail?
A
Belangrijke berichten van je vrienden en familieleden
B
Een manier om virussen te verspreiden via e-mail
C
Ongewenste reclameberichten die in grote aantallen worden verstuurd
D
Een speciaal soort e-mail dat je alleen kunt openen als je een wachtwoord invoert

Slide 12 - Quizvraag

Persoonlijke e-mail
Zakelijke e-mail
Hai Liz, 
Fijn dat u me uitnodigt voor uw afscheid
Liefs,
Met vriendelijke groet, 

Slide 13 - Sleepvraag

Welke afsluiting hoort bij welke geadresseerde?



 Bij een e-mail naar:
een klasgenoot:                              de koning van NL:
                                    mevr. Rudyk: 


Je naam                       Je naam                   Je naam


                                     mevrouw Van der Kamp,
                                    
                                     meneer Rutte (minister-president),


______
______
______
Groetjes,
Hoogachtend,
Met vriendelijke groeten,

Slide 14 - Sleepvraag

Sharepoint
Onedrive
Onenote
Icloud
It's learning
Outlook

Slide 15 - Sleepvraag

Waar gebruiken we Microsoft Teams voor?
A
Mails krijgen en sturen
B
Powerpoint maken
C
Formulieren invullen
D
Toegang krijgen tot lesmateriaal en het inleveren van opdrachten.

Slide 16 - Quizvraag

Welke app kan je gebruiken voor het maken van tekstdocumenten in Microsoft 365?
A
Microsoft Excel
B
Microsoft PowerPoint
C
Microsoft Outlook
D
Microsoft Word

Slide 17 - Quizvraag

Welke app kan je gebruiken voor het maken van een presentatie in Microsoft 365?
A
Microsoft Excel
B
Microsoft PowerPoint
C
Microsoft Outlook
D
Microsoft Word

Slide 18 - Quizvraag

Hoe noemen we dit scherm?
A
de computer
B
het bureaublad
C
de menu
D
het bestand

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de functie van een toetsenbord?
A
Het weergeven van beelden op het computerscherm
B
Het invoeren van tekst en commando's in de computer
C
Het afdrukken van documenten
D
Het opslaan van bestanden op de harde schijf

Slide 20 - Quizvraag

Kopiëren
knippen
plakken
CTRL + C
CTRL + V
CTRL + X

Slide 21 - Sleepvraag

Software
hh
Magister
Youtube
Kahoot
Excel
Active
Lessonup
It's Learning

Slide 22 - Sleepvraag