Hoofdstuk 2.4 t/m 2.6

• Financieel 1
• MBO
• Studiejaar 2

Vragen over vorige week?

• Brutowinst berekenen vanuit de omzet en IWO
  
• Brutowintsmarge en brutowinstopslag van een product of productgroep kunnen berekenen
  
• Theoretische consumentenprijs berekenen
  
• Brutowinstpercentage in procent(%) van in- én    verkoopprijs berekenen

rest van hst 2:

2.4: Winst maken

2.5: Bedrijfsresultaat

2.6: Economisch resultaat

De doelen:

• Je begrijpt het verschil tussen Bruto- en Nettowinst
• Je begrijpt de opbouw van de omzet en winst
• Je begrijpt wat het bedrijfsresultaat is én hoe je dit kunt berekenen.
• Je begrijpt wat het economisch resultaat is én hoe je dit kunt berekenen.

Opbouw van de omzet

Meer winst maken!!! 

Je kunt meer winst maken door:

• je omzet te verhogen:

- hoger verkoopprijs bij gelijke afzet

- hogere afzet bij gelijke verkoopprijs

• te besparen op de kosten
• voor een lagere prijs in te kopen

Dit alles natuurlijk wel in relatie tot elkaar! 

Het bedrijfsresultaat

Het bedrijfsresultaat is het bedrag wat een bedrijf overhoudt na aftrek van alle kosten van de omzet. Er wordt hier nog geen rekening gehouden met de vergoeding voor de eigenaar van de onderneming. 

Bedrijfsresultaat in een schema

Vergoeding voor eigenaren

VOF en eenmanszaak: Nettowinst is inkomen voor de ondernemer

BV: hier staat de ondernemer wél op de loonlijst. Hij kan zichzelf dan wel extra dividend uittkeren. (divident is een vergoeding voor de aandeelhouder)

Economisch resultaat 

Het economische resultaat van een onderneming is het bedrijfsresultaat minus een redelijke vergoeding voor de inzet van tijd én geld van de ondernemer. 

Vergoeding voor tijd: gewaardeerd loon

vergoeding voor geld: gewaardeerde interest

Rendement eigen vermogen

Dit is de eerste stap.

Economisch resultaat in een schema

Na rendement eigen vermogen volgt de tweede stap:

gewaardeerde interest er vanaf halen.

Opdrachten:

Maak nu de opdrachten 14 t/m 20

De doelen behaald?

• Je begrijpt het verschil tussen Bruto- en Nettowinst
• Je begrijpt de opbouw van de omzet en winst
• Je begrijpt wat het bedrijfsresultaat is én hoe je dit kunt berekenen.
• Je begrijpt wat het economisch resultaat is én hoe je dit kunt berekenen.