Leg uit waarom de Nederlandse regering sprak van 'politionele acties' en niet van militaire acties.
Slide 13 - Open vraag
Lees in het stripverhaal de bladzijden 33-34 en 57-58.
Bas en Amir hebben de Bersiap-periode verschillend ervaren. Leg dit voor elk van hen uit.
Slide 14 - Open vraag
Veel Nederlanders waren in 1947 tegen Soekarno. Geef een reden waarom veel Nederlanders in 1947 tegen Soekarno waren. Geef ook aan waarom deze mening een rol speelde bij de besprekingen over de toekomst van Nederlands-Indië. Doe het zo: Reden tegen Soekarno: …. Deze mening speelde een rol bij de besprekingen, omdat ….
Slide 15 - Open vraag
Video
WieWatWanneer? - Ethische politiek
(3:15)
Slide 16 - Tekstslide
Gebruik de tekst en het stripverhaal p. 17 t/m 21.
Geef uit het stripverhaal twee redenen voor Japan om Nederlands-Indië te bezetten.
Slide 17 - Open vraag
Gebruik de tekst en het stripverhaal p. 17 t/m 21.
Wanneer begint, volgens het stripverhaal, officieel de Japanse bezetting van Nederlands-Indië?
Slide 18 - Open vraag
Gebruik p. 21 van het stripverhaal.
Wat is het verschil in de reactie van de Indonesiërs en de Nederlanders op de bezetting van Nederlands-Indië. Verklaar ook waarom deze reactie zo verschillend was.
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Video
Gebruik het videofragment en het stripverhaal blz. 8 t/m 12.
Leg met het fragment uit dat de Ethische Politiek geen breuk betekende met het kolonialisme.
Slide 21 - Open vraag
Gebruik het stripverhaal blz. 9 t/m 13.
Noem drie redenen - uit het stripverhaal - die Soekarno en andere nationalisten zouden aanvoeren om hun ideaal (van een onafhankelijk Indonesië) te ondersteunen.
Slide 22 - Open vraag
Quiz
9 meerkeuzevragen
Slide 23 - Tekstslide
Wanneer begon de VOC met handel op oost-Azië?
A
16e eeuw
B
17e eeuw
C
18e eeuw
D
19e eeuw
Slide 24 - Quizvraag
De VOC handelde vooral in specerijen. Wat zijn voorbeelden van specerijen?
A
peper, zout, kamperfoelie
B
nootmuskaat, peper, basilicum
C
peper, foelie, nootmuskaat
D
peper, nootmuskaat, zout
Slide 25 - Quizvraag
Wat is een factorij?
A
een handelspost
B
een fabriek
C
een fort
D
een tempelcomplex
Slide 26 - Quizvraag
Wat was het doel van het cultuurstelsel?
A
weer winst uit Nederlands-Indië halen
B
betere behandeling van Indische volk
C
verspreiding van het Christendom
D
Verbetering van de specerijhandel
Slide 27 - Quizvraag
Wat was de naam van het leger waarin veel Molukkers met de Nederlanders meevochten?
A
PKI
B
PNI
C
KNIL
D
KNMI
Slide 28 - Quizvraag
Wat hoorde niet bij de Ethische Politiek?
A
Invoering van politieke partijen
B
Verbetering van het onderwijs
C
verbetering van de gezondheidszorg
D
verbetering van de irrigatie
Slide 29 - Quizvraag
Wat was een belangrijk gevolg van de Ethische Politiek?
A
de Nederlanders haalden meer winst uit Inonesië
B
De opkomst van het nationalisme
C
de onafhankelijkheid van Indonesie
D
De komst van veel Molukkers naar Nederland
Slide 30 - Quizvraag
'De Indonesiërs waren blij met de inval van de Japanners in 1942'. Is dit juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist
Slide 31 - Quizvraag
Wat was een reden waarom Nederland uiteindelijk akkoord ging met de onafhankelijkheid van Indonesië?
A
Er kon geen winst meer worden gehaald uit de handel