5.3 Bloemen

                        Thema 6. Bloemen, Vruchten, zaden
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurBiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

                        Thema 6. Bloemen, Vruchten, zaden

Slide 1 - Tekstslide

Spoorboekje
00:00 Logboek invullen
00:10 Leerdoelen
00:15 Interactieve instructie bloemen 
00:45 Zelfstandig oefenen in Magister.me

Slide 2 - Tekstslide

We starten met het logboek

De eerste 10 minuten: 

Vul in logboek 5.2


Heb je logboek 5.1 en 5.2 beide al ingevuld? 

Dan mag je om nakijkbladen vragen. 



timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen

Je kunt na deze les:



  • In een afbeelding van een bloem de delen benoemen;
  • De kenmerken van deze delen benoemen;
  • De functies van deze delen benoemen.



Slide 4 - Tekstslide

Functie


de functie van bloemen is

VOORTPLANTEN.


Uit bloemen groeien 

VRUCHTEN 

met daarin 

ZADEN

Slide 5 - Tekstslide

Bloemen
De gekleurde bladeren van een bloem, kroonbladeren, lokken insecten naar de bloem.

De groene bladeren, kelkbladeren, beschermden de bloem toen die nog in de knop zat. 

Slide 6 - Tekstslide

Wat is niet waar over kroonbladeren?
A
Ze zijn fel gekleurd
B
Ze lokken insecten naar de bloem
C
Ze beschermen de bloem

Slide 7 - Quizvraag

Bloem mannelijk
Stuifmeelkorrels: mannelijke geslachtscellen
Meeldraden: maken stuifmeel

Een meeldraad bestaat uit een helmdraad en een helmknop. De helmknop bestaat uit helmhokjes, waarin stuifmeel ontstaat.


Slide 8 - Tekstslide

Meeldraden zijn
A
Mannelijke voortplantingsorgaan van de bloem
B
Vrouwelijke voortplantingsorgaan van de bloem

Slide 9 - Quizvraag

Meeldraden maken
A
Eicellen
B
Zaadcellen
C
Stuifmeelkorrels

Slide 10 - Quizvraag

Bloem vrouwelijk
Stamper = vrouwelijke voortplantingsorgaan 

Een stamper bestaat uit een stempel, stijl en vruchtbeginsel

In het vruchtbeginsel zitten  zaadbeginsels. Hierin ontstaat één eicel.    

Slide 11 - Tekstslide

Een stamper is
A
Het mannelijke voortplantingsorgaan van de bloem
B
Het vrouwelijke voortplantingsorgaan van de bloem

Slide 12 - Quizvraag

Wat is géén onderdeel van de stamper?
A
Stempel
B
Stijl
C
Meeldraad
D
Vruchtbeginsel

Slide 13 - Quizvraag

De stamper is het vrouwelijke voortplantingsorgaan
De meeldraden zijn de 
mannelijke voortplantingsorganen.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Helmhokje
Mannelijk onderdeel van bloem.
Produceert stuifmeel.
Kroonblad
Gekleurd of groen onderdeel van bloem.
Gekleurd en groot bij insectenbloem. Trekt insecten aan.
Groen (onopvallend) of afwezig bij windbloem.
Zaadbeginsel
Vrouwelijk onderdeel van de bloem.
Hier liggen de eicellen van de bloem in de zaadbeginsels, om zaden te maken bij bestuiving.
Kelkblad
Groene bladeren die om de knop van een bloem heen zit ter bescherming. Blijven als kleine groene bladeren onderaan de bloem zichtbaar of vallen af.
Stamper - Stempel
Vrouwelijk onderdeel van de bloem.
Stempel is bovenste deel van de stamper. Vangt de stuifmeelkorrels op.
Stamper - Vruchtbeginsel
Vrouwelijk onderdeel van de bloem.
Hier liggen de zaadbeginsels in.
Steel
Deel waarmee de bloem vastzit aan de rest van de plant.

Slide 17 - Tekstslide

Oefenen

Ga naar Magister.me en oefen 

"Onderdelen bloem, bestuiving en bevruchting"

Slide 18 - Tekstslide