Bestrijdingsmiddelen en duurzame landbouw

Bestrijdingsmiddelen en duurzame landbouw

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je de kenmerken van bestrijdingsmiddelen en biologische bestrijding noemen en uitleggen hoe je gewassen op een duurzame manier kunt verbouwen.

Introduceer de leerdoelen en leg uit wat er van de leerlingen verwacht wordt.

Wat weet je al over bestrijdingsmiddelen en duurzame landbouw?

Wat zijn bestrijdingsmiddelen?

Bestrijdingsmiddelen zijn middelen die gebruikt worden om plagen en ziekten in gewassen te bestrijden. Dit kunnen chemische middelen zijn, maar ook natuurlijke middelen.

Leg uit wat bestrijdingsmiddelen zijn en geef een aantal voorbeelden.

Kenmerken van bestrijdingsmiddelen

Bestrijdingsmiddelen zijn vaak effectief, maar kunnen ook schadelijk zijn voor het milieu en de menselijke gezondheid. Ze kunnen ook leiden tot resistentie bij plagen.

Beschrijf de kenmerken van bestrijdingsmiddelen en benadruk de negatieve effecten.

Biologische bestrijding

Biologische bestrijding is een methode om plagen en ziekten in gewassen te bestrijden met behulp van natuurlijke vijanden van de plaag. Dit is een duurzame methode omdat er geen schadelijke chemicaliën gebruikt worden.

Leg uit wat biologische bestrijding is en geef voorbeelden van natuurlijke vijanden van plagen.

Kenmerken van biologische bestrijding

Biologische bestrijding is vaak minder effectief dan chemische bestrijding, maar is wel duurzamer en veiliger voor het milieu en de menselijke gezondheid.

Beschrijf de kenmerken van biologische bestrijding en benadruk de voordelen.

Duurzame landbouw

Duurzame landbouw is een methode om gewassen te verbouwen op een manier die goed is voor het milieu, de economie en de maatschappij. Hierbij wordt rekening gehouden met de lange termijn effecten van landbouwpraktijken.

Leg uit wat duurzame landbouw is en geef voorbeelden van duurzame landbouwpraktijken.

Voordelen van duurzame landbouw

Duurzame landbouw heeft veel voordelen, zoals het verminderen van milieuschade, het verbeteren van de gezondheid van consumenten en boeren en het verhogen van de biodiversiteit.

Beschrijf de voordelen van duurzame landbouw en benadruk het belang ervan.

Gewasbescherming op een duurzame manier

Gewassen kunnen op een duurzame manier beschermd worden door middel van biologische bestrijding, gebruik te maken van resistente gewassen en gewasrotatie.

Geef praktische tips voor het verbouwen van gewassen op een duurzame manier.

Resistente gewassen

Resistente gewassen zijn gewassen die van nature bestand zijn tegen bepaalde plagen en ziekten. Door deze gewassen te verbouwen kan het gebruik van bestrijdingsmiddelen verminderd worden.

Leg uit wat resistente gewassen zijn en geef voorbeelden.

Gewasrotatie

Gewasrotatie is het afwisselen van gewassen op een stuk land om de bodem gezond te houden en de opbouw van plagen en ziekten te voorkomen.

Leg uit wat gewasrotatie is en geef voorbeelden van gewassen die goed bij elkaar passen.

Milieukeurmerken

Er bestaan verschillende milieukeurmerken voor voedselproducten, zoals het EKO-keurmerk en het biologisch keurmerk. Deze keurmerken garanderen dat het product op een duurzame manier geproduceerd is.

Leg uit wat milieukeurmerken zijn en geef voorbeelden.

Opdracht: Duurzame landbouw

Verdeel de leerlingen in groepen en geef elke groep een gewas. Laat ze onderzoeken hoe dit gewas op een duurzame manier verbouwd kan worden en laat ze een presentatie geven.

Geef de leerlingen duidelijke instructies en beoordeel de presentaties op basis van de leerdoelen.

Vragen

Zijn er nog vragen over bestrijdingsmiddelen en duurzame landbouw?

Beantwoord eventuele vragen en herhaal de belangrijkste punten van de les.

Bronnen

Voeg hier de bronnen toe die gebruikt zijn voor deze les.

Zorg dat de gebruikte bronnen betrouwbaar zijn en goed te begrijpen voor de leerlingen.

Evalueren

Laat de leerlingen een evaluatieformulier invullen om te kijken of de leerdoelen behaald zijn.

Gebruik de feedback om de les in de toekomst te verbeteren.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.