1.6 + 1.7

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 1.6 + 1.7
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 1.6 + 1.7
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Open je boek op blz. 24

Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel 
Aan het eind van deze les:
- kun je de PV in de tegenwoordige tijd (TT) op de goede manier spellen. 
- kun je het voltooid deelwoord op de juiste manier spellen. 

Slide 3 - Tekstslide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 5 (-4) op blz. 24 t/m 26.
Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Namen lln

Slide 4 - Tekstslide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Tekstslide

Je ..... (kunnen) steeds meer online kopen.

Slide 6 - Open vraag

'Mijn zus ..... (kopen) altijd veilig met iDeal' zegt een ander.

Slide 7 - Open vraag

Schrijf de goede vorm van het voltooid deelwoord: lopen.
....

Slide 8 - Open vraag

Wie maakt wat?
Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 1 t/m 4 op blz. 24 t/m 26.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Tekstslide

4. Instructie
Lees mee op de volgende dia's. 

Slide 10 - Tekstslide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 11 - Tekstslide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Als je het werkwoord in de tegenwoordige tijd goed wilt spellen, gebruik je de volgende regels.

Bij ik schrijf je de ik-vorm.
Bij jij, u, hij, zij en het schrijf je de ik-vorm + t.
Bij wij, jullie en zij (meervoud) schrijf je het hele werkwoord.

Slide 12 - Tekstslide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Ik-vorm op -t
Bij het spellen van het werkwoord moet je het volgende onthouden:
Als de ik-vorm van het werkwoord eindigt op een t, dan hoef je geen extra t te schrijven.
voorbeeld:     karten – (ik) kart – (hij) kart
                  snuiten – (ik) snuit – (hij) snuit

Slide 13 - Tekstslide

Voltooid Deelwoord
Een voltooid deelwoord begint vaak met ge-
gelopen - gefietst - gemaakt

Een voltooid deelwoord kan ook met be- beginnen
betaald -  begroet - begraven

Een voltooid deelwoord kan ook met ver- beginnen
verrast - verteld - verhuisd

Zwakke werkwoorden: -t of -d
Sterke werkwoorden: -t of -en

Slide 14 - Tekstslide

Voltooid Deelwoord
Een voltooid deelwoord kan ook met ont- beginnen
ontdekt - ontwaakt - ontvoerd
Een voltooid deelwoord kan ook met her- beginnen
herdenkt - herplaatst - hersteld
 
Een voltooid deelwoord eindigt op: 
Zwakke werkwoorden: -t of -d
Sterke werkwoorden: -t of -en

Slide 15 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Namen lln, jullie maken zelfstandig opdracht 1 t/m 4 op 
blz. 24 t/m 26.

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Namen lln of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 3.

Slide 16 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je maakt nu zelfstandig:
V: les 1.6, blz. 24 t/m 26, opdr. 1 t/m 5 (-4) --> Niemand
B: les 1.6, blz. 24 t/m 26, opdr. 1 t/m 4 --> namen lln
I: les 1.6, blz. 24 t/m 26, opdr. 1 t/m 4 --> namen lln 

Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna ga je in stilte lezen of een woordzoeker maken. 
timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

7. Evaluatie
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 18 - Tekstslide

Noteer de juiste ik-vorm van het werkwoord: kletsen.
ik.....

Slide 19 - Open vraag

Noteer de hij/zij-vorm van het werkwoord: slapen
hij/zij/het ........

Slide 20 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord van: fluiten

Slide 21 - Open vraag

Ik kan de PV in de TT noteren volgens de juiste spellingsafspraak.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Ik kan het voltooid deelwoord op de juiste manier spellen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk
...dag .. maand
1.6 + 1.7 opdracht 1 t/m 4

Toetsen: 
...
geen

Slide 24 - Tekstslide

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................

Slide 25 - Tekstslide