Regeling

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
- Herhaling vorige les
- Uitleg basisstof 4 van thema 10
- Maken opdrachten basisstof 4
-Hoe maak je een tekening?
- Microscopie ruggenmerg

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Zenuwen
  • Om een zenuw ligt bindweefsel ter bescherming
  • Gevoelszenuw:  uitlopers van gevoelszenuwcellen
  • Bewegingszenuw: uitlopers van beweginszenuwcellen
  • Gemengde zenuw: uitlopers van gevoels- en bewegingszenuwcellen (komt het meeste voor) 

Slide 4 - Tekstslide

Thema 10 Regeling
B1 Het zenuwstelsel
B2 Zenuwcellen en zenuwen
B3 Het ruggenmerg
B4 De hersenen
B5 De weg die impulsen afleggen
B6 Het hormoonstelsel

Slide 5 - Tekstslide

Ruggenmerg
Verbind zenuwen met de hersenen

Ligt in het wervelkanaal: Begint bij hersenstam, eindigt bij de lendenwervels

Slide 6 - Tekstslide

Ruggenmerg

Tussen twee wervels aan elke kant een zenuw

Slide 7 - Tekstslide

Grijze en witte stof
- Grijze stof: midden
- Schakelcellen en cellichaam bewegingscellen

- Witte stof: Zijkant
- Uitlopers (isolerend laagje zorgt voor witte kleur)

Slide 8 - Tekstslide

Zenuwcellen in ruggenmerg

Slide 9 - Tekstslide

Waar ligt de grijze stof in het ruggenmerg?
A
In het midden
B
Aan de zijkant

Slide 10 - Quizvraag

Grijze stof bestaat uit:
A
Uitlopers
B
Schakelcellen en cellichamen bewegingszenuwcellen
C
Schakelcellen
D
Cellichamen bewegingscellen

Slide 11 - Quizvraag

Waar ligt de witte stof in het ruggenmerg?
A
In het midden
B
Aan de zijkant

Slide 12 - Quizvraag

Witte stof bestaat uit:
A
Uitlopers
B
Schakelcellen en cellichamen bewegingszenuwcellen
C
Schakelcellen
D
Cellichamen bewegingscellen

Slide 13 - Quizvraag

Een gevoelszenuw komt het ruggenmerg binnen via de:
A
Rugzijde
B
Buikzijde

Slide 14 - Quizvraag

Een bewegingszenuw verlaat het ruggenmerg via de:
A
Rugzijde
B
Buikzijde

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Basisstof 4: De hersenen

Slide 17 - Tekstslide

Thema 10 Regeling
B1 Het zenuwstelsel
B2 Zenuwcellen en zenuwen
B3 Het ruggenmerg
B4 De hersenen
B5 De weg die impulsen afleggen
B6 Het hormoonstelsel

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wat de functie van de hersenstam is
- Je kunt uitleggen hoe de witte stof en grijze stof verdeeld zijn in de hersenen
- Je kunt uitleggen wat de grote hersenen doen en benoemen wat de bewegingscentra en gevoelscentra doen
- Je kunt uitleggen wat de kleine hersenen doen


Slide 19 - Tekstslide

De Hersenen
De hersenen bestaan uit: de hersenstam,
de grote hersenen en de kleine hersenen

De hersenstam ligt in het verlengde van het
ruggenmerg.

Slide 20 - Tekstslide

Grote hersenen
Bewuste waarnemingen
Nadenken en onthouden
Emotie
Plannen
Gevoelscentra
Bewegingscentra

Slide 21 - Tekstslide

Kleine hersenen

Regelen:
Coördinatie van bewegingen
Evenwicht

Slide 22 - Tekstslide

Hersenstam
Hartslag, ademhaling, bloeddruk en temperatuur, huilen, plassen, slikken en kauwen
én
geleidt impulsen naar en vanaf de hersenen

Slide 23 - Tekstslide

Grijze en witte stof

Grijs (= de schors): Schakelcellen

Wit (= het merg):
 Uitlopers van schakelcellen

Slide 24 - Tekstslide

Het zenuwstelsel beïnvloeden
Stoffen die de werking van het zenuwstelsel beïnvloeden:
Medicijnen, tabak, drugs en alcohol.

Deze stoffen kunnen het doorgeven van impulsen remmen of stimuleren. 

Slide 25 - Tekstslide

Drugs
  • Verdovende drugs (alcohol en heroine)
    Werken kalmerend en ontspannend. Maken je rustig, verminderen angst. 
  • Stimulerende drugs (xtc, tabak)
    Zorgen voor meer energie en alertheid. Geven zelfvertrouwen.
  • Waarneming veranderende drugs (paddo's en hasj)
    Wereld ziet er anders uit. Waarneming en stemming verandert. 

                                          

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Link

Aan de slag
BS 4: Kennis 1 tm 4

Nakijken BS 1,2 en 3

Slide 29 - Tekstslide

Wat is de functie van de hersenstam?
A
Impulsen verwerken
B
Aansturen levensfuncties
C
Coördinatie bewegingen

Slide 30 - Quizvraag

Ruggenmerg
Hersenstam
Hersenen
Grote hersenen
Kleine hersenen
Zenuwen

Slide 31 - Sleepvraag

De grijze stof in de hersenen bestaat uit:
A
Uitlopers van schakelcellen
B
Cellichamen van bewegingszenuwcellen
C
Schakelcellen
D
Cellichamen van gevoelszenuwcellen

Slide 32 - Quizvraag

De grijze stof van de hersenen ligt:
A
Aan de buitenkant (schors)
B
In het midden (merg)

Slide 33 - Quizvraag

Gevoelscentra in de grote hersenen:
A
Sturen spieren of klieren aan
B
Verwerken impulsen van zintuigen

Slide 34 - Quizvraag

kleine hersenen
hersenstam
grote hersenen

Slide 35 - Sleepvraag

Bewegingscentra in de grote hersenen:
A
Zorgen voor bewuste bewegingen
B
Zorgen voor onbewuste bewegingen

Slide 36 - Quizvraag

Wat is de functie van de kleine hersenen?
A
Verwerken impulsen
B
Aansturen levensfuncties
C
Coördinatie bewegingen

Slide 37 - Quizvraag

Grote hersenen
Kleine hersenen
Hersenstam
Stemt bewegingen op elkaar af
Verstuurt impulsen
Hersencentra
Reguleert de ademhaling
Geheugen
Hersenschors

Slide 38 - Sleepvraag

Laatste vraag: welke stoffen hebben een remmende werking op impulsen?
A
Alcohol
B
Morfine
C
XTC
D
Wiet

Slide 39 - Quizvraag

Einde van de uitleg
- Pauze (10 minuten)
- Basisstof 4 maken
- Hoe maak je ook alweer een tekening?
-Microscopie ruggenmerg
- Klaar!

Slide 40 - Tekstslide