Oefen SO Hoofdstuk 7 Natuurrampen paragraaf 1-2
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Waarom wonen er vaak veel mensen rond vulkanen? Kies het juiste antwoord.
A
In de buurt van vulkanen is het altijd warm.
B
In de buurt van vulkanen regent het bijna nooit.
C
In de buurt van vulkanen is de bodem vruchtbaar.
Slide 2 - Quizvraag
Wat is wat?
A
A = magma, B = lava,
C = krater
B
A = lava, B = magma,
C = krater
C
A = krater, B = magma,
C = lava
D
A = krater, B = lava,
C = magma
Slide 3 - Quizvraag
Wat zijn vulkanische bommen?
Slide 4 - Open vraag
Hoe heet de buitenste schil van de aarde?
Slide 5 - Open vraag
Wat voor vulkaan
is de Fuji?
is de Fuji?
A
stratovulkaan
B
schildvulkaan
C
mid-oceanische rug
Slide 6 - Quizvraag
De Fuji is ontstaan door:
A
het uit elkaar bewegen van platen.
B
het botsen van platen.
Slide 7 - Quizvraag
Leg in je eigen woorden uit hoe het komt dat platen bewegen.
Slide 8 - Open vraag
Aardbevingen ontstaan doordat:
A
er een stuk aardkorst losschiet.
B
een plaat breekt.
C
er een plaat wegzakt in de aarde.
Slide 9 - Quizvraag
Ligt het epicentrum
bij de A of bij de B?
bij de A of bij de B?
A
Gebied A
B
Gebied B
Slide 10 - Quizvraag
Welke schaal wordt er gebruikt voor de kracht van aardbevingen?
Slide 11 - Open vraag
Welke drie soorten plaatbewegingen zijn er?
Slide 12 - Open vraag
Welke zin over tsunami’s klopt niet?
A
Het epicentrum ligt op de zeebodem.
B
Vlak voor de kust wordt de golf steeds hoger.
C
Een tsunami golf beweegt erg snel.
D
De hoogte van de tsunami hangt af van de richting van de plaatbeweging.
Slide 13 - Quizvraag
Eigenlijk gebeurden er in 2011 drie rampen achter elkaar in Japan. Wat is de juiste volgorde?
A
1 tsunami, 2 aardbeving, 3 ontploffing kerncentrale
B
1 ontploffing kerncentrale, 2 tsunami, 3 aardbeving
C
1 aardbeving, 2 ontploffing kerncentrale, 3 tsunami
D
1 aardbeving, 2 tsunami, 3 ontploffing kerncentrale
Slide 14 - Quizvraag
Eén oorzaak voor lichte aardbevingen in Nederland zijn de kleine breuken in de aardkorst in Limburg.
Wat is de andere oorzaak?
Wat is de andere oorzaak?
Slide 15 - Open vraag
Wat is geen andere naam voor een tropische storm?
A
Cycloon
B
Hurricane
C
Tornado
D
Tyfoon
Slide 16 - Quizvraag
Hoe heet een orkaan op plek B?
A
tyfoon
B
hurricane
C
cycloon
Slide 17 - Quizvraag
Hoe heet een orkaan op plek C?
A
tyfoon
B
hurricane
C
cycloon
Slide 18 - Quizvraag
Hoe heet een orkaan op plek C?
A
tyfoon
B
hurricane
C
cycloon
Slide 19 - Quizvraag
Hurricane
Tyfoons
Cyclonen
