6.2 Hoeveel belasting betaal je?

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

6.2 Hoeveel belasting betaal je?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les weet jij:

1. Hoe je het belastbaar inkomen berekent.
2. Hoe je in box 1 de belasting berekent met het schijventarief
3. Wat het verschil is tussen progressief, degressief belastingstelsel.

Slide 2 - Tekstslide

BOX 1

Slide 3 - Tekstslide

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
Box 1 (herhaling)
In box 1 betaal je belasting over je belastbaar inkomen uit werk en woning.

belastbaar inkomen = inkomsten + eigenwoningforfait + bijtellingen - aftrekposten

Slide 4 - Tekstslide

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
Schijventarief
In box 1 betaal je belasting over je belastbaar inkomen uit werk en woning. Het belastbaar inkomen wordt verdeeld over 2 schijven (schijventarief).

  • Schijf 1        tot € 73.031            36,93%
  • Schijf 2       vanaf € 73.031      49,50%


Slide 5 - Tekstslide

Schijf 1 tot € 73.031 36,93%
Schijf 2 vanaf € 73.031 49,50%

Stel je verdient € 80.000. Hoeveel belasting betaal je over schijf 1?

Slide 6 - Open vraag

Schijf 1 tot € 73.031 36,93%
Schijf 2 vanaf € 73.031 49,50%

Stel je verdient € 80.000. Welk bedrag wordt niet belast in schijf 1 maar wel in schijf 2?

Slide 7 - Open vraag

Schijf 1 tot € 73.031 36,93%
Schijf 2 vanaf € 73.031 49,50%

Stel je verdient € 80.000. Hoeveel belasting betaal je over schijf 2?

Slide 8 - Open vraag

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
Schijventarief - voorbeeld
  • Schijf 1        tot € 73.031            36,93%
  • Schijf 2       vanaf € 73.031      49,50%

Stel je verdient € 80.000
  • Schijf 1: € 73.031 : 100 x 36,93 = € 26.907,35
  • Schijf 2: € 80.000 - € 73.031 = € 6.969 -> € 6.969 : 100 x 49,50 = € 3.449,66

  • € 26.907,35 + € 3.449,66 = € 30.357,01





Slide 9 - Tekstslide

6.2 Iedereen betaalt belasting
Progressief belastingtarief bij loonbelasting
Progressief tarief: naarmate je meer verdient, betaal je MEER belasting. 
Degressief tarief: naarmate je meer verdient, betaal je MINDER belasting.
Proportioneel tarief: iedereen betaalt hetzelfde tarief.


Het belastingpercentage wordt groter -> nivellerend effect op het inkomen (inkomensverschillen worden naar verhouding kleiner)  

Het schijventarief is hier een voorbeeld van.   



Slide 10 - Tekstslide

6.2 Iedereen betaalt belasting
Progressief belastingtarief bij loonbelasting
Aan de slag:  opdracht  2 tot en met 5. Klaar?

Beginnen aan opdracht 6 Box 3.

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen bereikt?
Aan het einde van de les weet jij:

1. Hoe je het belastbaar inkomen berekent.
2. Hoe je in box 1 de belasting berekent met het schijventarief
3. Wat het verschil is tussen progressief, degressief belastingstelsel.

Slide 12 - Tekstslide

DEEL 2 VAN 6.2

Slide 13 - Tekstslide

BOX 3

Slide 14 - Tekstslide

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
BOX 3
In box 3 betaal je belasting over het rendement van je vermogen.
  • spaargeld
  • beleggingen
Een deel van je vermogen is hiervan vrijgesteld. Dit is het heffingsvrij vermogen. Het deel waar belasting op wordt geheven is het belastbaar vermogen.

Je betaalt belasting over het fictieve rendement.

Slide 15 - Tekstslide

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
BOX 3
In box 3 betaal je belasting over het rendement van je vermogen.

  1. Trek het heffingsvrij vermogen van je vermogen af.
  2. Bereken het fictief rendement.
  3. Bereken de belasting over het fictief rendement.

Maak oefening 6 en 7 op pagina 176-177.

Slide 16 - Tekstslide

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
Oefening 6

Slide 17 - Tekstslide

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
Oefening 7

Slide 18 - Tekstslide

Te betalen/ontvangen belasting

Slide 19 - Tekstslide

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
Heffingskorting
Je hebt recht op 1 of meerdere heffingskortingen ( afhankelijk van persoonlijke situatie).
  • algemene heffingskorting (iedereen)
  • arbeidskorting
  • ...
Deze korting wordt van je belastingen afgetrokken!

box 1 + box 3 - heffingskorting = verschuldigde inkomstenbelasting

Slide 20 - Tekstslide

Samenvatting

Slide 21 - Tekstslide

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
Samenvatting
BOX 1
  1. Bepaal je belastbaar inkomen.
    inkomen + bijtelling - aftrekposten
  2. Verdeel je inkomen over schijven. 
  3. Bereken de belasting per schijf.

BOX 3
  1. Bepaal het belastbaar vermogen
    vermogen - heffingsvrij vermogen 
  2. Bepaal het fictief rendement.
  3. Bereken belasting over rendement

Verschuldigde inkomstenbelasting
BOX 1 + BOX 3 - heffingskortingen

Slide 22 - Tekstslide

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
Schijventarief
In box 1 betaal je belasting over je belastbaar inkomen uit werk en woning. Het belastbaar inkomen wordt verdeeld over 2 schijven (schijventarief).

  • Schijf 1        tot € 73.031            36,93%
  • Schijf 2       vanaf € 73.031      49,50%


Slide 23 - Tekstslide