Herhaling H1 K

Herhalen via LessonUp
- Normale namen
- Je doet serieus mee
- Je doet de hele les mee
- Je gebruikt jouw telefoon alleen voor LessonUp
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhalen via LessonUp
- Normale namen
- Je doet serieus mee
- Je doet de hele les mee
- Je gebruikt jouw telefoon alleen voor LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 1.1
Het vak economie gaat over de behoeften die mensen hebben en over de keuzes die mensen maken om hun behoeften te vervullen. We maken onderscheid tussen primaire en secundaire behoeften.
Om in je behoeften te voorzien heb je middelen nodig. We hebben veel behoeften, maar onze middelen zijn schaars. Iets is schaars als er niet vanzelf genoeg van is om alle behoeften van alle mensen te vervullen. Voor de meeste schaarse goederen moet je middelen inzetten, behalve voor vrije goederen. Daarom moet je prioriteiten stellen. Je welvaart is groter wanneer je dit goed kunt. Via zelfvoorziening kun je in je behoeften voorzien. 

Slide 2 - Tekstslide

Een vakantiehuis is een voorbeeld van een primaire behoefte.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen primaire- en secundaire behoeften?

Slide 4 - Open vraag

Wat zijn de 2 belangrijkste middelen?

Slide 5 - Woordweb

Als er niet vanzelf genoeg van is om alle behoeften van de mensen te vervullen, spreken we van ...
A
Welvaart
B
Zelfvoorziening
C
Vrije goederen
D
Schaarste

Slide 6 - Quizvraag

Leg uit waarom ik mijn welvaart kan vergroten door prioriteiten te stellen.

Slide 7 - Open vraag

Paragraaf 1.2
Als je goederen of diensten koopt, ben je een consument. Het koopgedrag van een consument kan worden beinvloedt via sociale- en commerciële beïnvloeding. Een bedrijf houdt bij het maken van een product/boodschap rekening met de doelgroep. Hier gebruiken ze de 6 P's / marketingmix voor. Als een bedrijf haar producten verkoopt en promoot via internet, spreek je van e-commerce. Een winkel maakt onderscheid tussen A-, B- en huismerken. Via reclame kan een bedrijf hun product/boodschap onder de aandacht brengen. We maken onderscheid tussen ideële reclame en commerciële reclame (merkreclame en informatieve reclame).

Slide 8 - Tekstslide

Als een winkelverkoper jouw koopgedrag probeert te beïnvloeden, spreken we van sociale beïnvloeding.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Wat zijn de 6 P's / Marketingmix?

Slide 10 - Woordweb

Zoek een plaatje op van ideële reclame OF merkreclame OF informatieve reclame en zet eronder wat voor een soort reclame het is.

Slide 11 - Open vraag

Wesley koopt een nieuwe Stone Island trui voor
€ 180. Hij krijgt vanwege een actie 19% korting. Bereken de nieuwe prijs die Wesley moet betalen.
A
140,80
B
142,30
C
144,70
D
145,80

Slide 12 - Quizvraag

In klas 3Kj zitten 24 leerlingen. De klas bestaat uit 20 meisjes en 4 jongens.

Hoeveel procent van klas 3Bb bestaat uit meisjes?

Slide 13 - Open vraag

Huiswerk
- Oefenopgaven op bladzijde 28 en 29 - HUISWERK
- Morgen huiswerkcontrole - niet af = 08.00 melden

Slide 14 - Tekstslide