Module B2- leertaak 2-Maagsonde en sondevoeding

Maagsonde en Sondevoeding




                                                                                                                                 JG
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Maagsonde en Sondevoeding




                                                                                                                                 JG

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Indicaties voor sondevoeding?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Welke soorten sondes ken je?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

Een MIC-KEY button is een voedingssonde die door:
A
door de buikwand via bestaand fistel in de maag zit
B
door de neus via de maag in het duodenum ligt.

Slide 9 - Quizvraag

Welke sonde wordt chirurgisch geplaatst door de buikwand?
A
Jejunostomiesonde
B
Neussonde
C
Maagsonde
D
Gastrostomiesonde

Slide 10 - Quizvraag

Welke sonde wordt gebruikt wanneer de maagpassage belemmerd is?
A
Gastrostomiesonde
B
Maagsonde
C
Neussonde
D
Jejunostomiesonde

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een type voedingssonde voor langdurig gebruik?
A
Neussonde
B
Jejunostomiesonde
C
Maagsonde
D
PEG-sonde

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Waar let je op bij het inbrengen van de neus-maagsonde? Hoe bepaal je de lengte?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

sondevoeding toedienen

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Waar let je allemaal op bij het toedienen van sondevoeding?

Slide 25 - Tekstslide

Cliënt A. heeft sinds een week een neusmaagsonde en 3xdgs voeding. Jij gaat vandaag de sondevoeding aansluiten. Welke bewering over controle ligging sonde is juist.
A
Controle ligging is niet nodig; ze heeft sonde al een week.
B
Eén keer per dag ligging controleren door pH-meting is voldoende.
C
Voor elke toediening ligging visueel controleren.

Slide 26 - Quizvraag

De controle of de sonde zich in de maag bevindt doe je door:
A
Je spuit lucht inen luister met stethoscoop of het borrelt
B
Het opzuigen van maaginhoud en controleren op de pH
C
Allebei goed
D
Allebei fout

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Inloop snelheid berekenen

Iemand krijgt 2 liter sondevoeding per dag.
De sondevoeding wordt gegeven van 19.00 tot 7.00 uur.
Op welke stand komt de pomp te staan ( in ml/uur)?

Slide 30 - Tekstslide

Medicatie via de sonde
Waar let je op?
  • Op het recept aan geven dat het medicatie via sonde betreft, apotheek zorgt voor juiste toedieningsvorm.
  • Geen gecoate medicijnen fijnmalen tenzij apotheek aangeeft dat dit kan.
  • Sonde altijd naspoelen met lauw water ivm verstoppen

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video