Quiz Olympische Dag

6 groepen
 Er kan maar 1 groep de winnaar zijn, maar bedenk:
meedoen is belangrijker dan winnen!


1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
diversBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

6 groepen
 Er kan maar 1 groep de winnaar zijn, maar bedenk:
meedoen is belangrijker dan winnen!


Slide 1 - Tekstslide

30 seconde de tijd per vraag

Slide 2 - Tekstslide

SUCCES!

Slide 3 - Tekstslide

In welk land werd de eerste Olympische Spelen gehouden?
A
Olympia
B
Griekenland
C
Rome
D
Olympus

Slide 4 - Quizvraag

Ter ere van welke oppergod werden de spelen gehouden?
A
Olympus
B
Herakles
C
Zeus
D
Pankration

Slide 5 - Quizvraag

De marathon is de afstand tussen......
A
Olympia en Athene
B
Marathon en Olympia
C
Marathon en Kreta
D
Marathon en Athene

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel meter is de marathon?
A
43195 meter
B
42195 meter
C
42196 meter
D
421950 meter

Slide 7 - Quizvraag

In welke land werd voor het eerst deze welbekende 42 km en 195 meter afgelegd?
A
Amsterdam
B
Londen
C
Tokyo
D
Rio

Slide 8 - Quizvraag

In Amsterdam werd voor het eerst gebruik gemaakt van een 400 meter baan bij atletiek. In welk jaar was dat?
A
1928
B
1925
C
1927
D
1926

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent excelleren?
A
Veel leren
B
Je best doen
C
Prestaties
D
Steeds beter worden

Slide 10 - Quizvraag

Wat was de eerste Olympische sponsor in Amsterdam?
A
Toyota
B
Coca Cola
C
Ziggo
D
Heineken

Slide 11 - Quizvraag

Wat is in de sport een koningsnummer?
A
Liedje van de koning tijdens een sportwedstrijd
B
Het startnummer van de sterspeler
C
Onderdeel van sport waar grote vaardigheden voor nodig zijn
D
Atletiek

Slide 12 - Quizvraag

De Olympische spelen van Amsterdam in 1928 was de 9e Olympiade. Hoe schrijf je dat in Romeinse cijfers?
A
IX
B
VIIII
C
IVV
D
IIX

Slide 13 - Quizvraag

In welk jaar mochten voor het eerst vrouwen meedoen met de Olympische Spelen?
A
1904
B
1896
C
1900
D
1908

Slide 14 - Quizvraag

De grieken kenden veel verhalen over goden, helden en vreemde wezens. Hoe noem je die verhalen?
A
Legenden
B
Sagen
C
Sprookjes
D
Mythen

Slide 15 - Quizvraag

Welke kleuren zitten in de Olympische vlag?
A
zwart, blauw, geel, rood en paars
B
zwart, blauw, geel, rood en oranje
C
zwart, blauw, geel, rood en bruin
D
zwart, blauw, geel, rood en groen

Slide 16 - Quizvraag

Sinds 1968 zijn er speciale mascotte tijdens de Spelen. Hoe heet de Mascotte van 2020?
A
Miraitowa
B
Wenlock en Mandeville
C
Phevos en Athena
D
Coby de (Catalonische) Herdershond

Slide 17 - Quizvraag

Binnenkort zijn de Zomerspelen. Er bestaan nog meer Spelen. Welke spelen bestaan niet
A
Paralympische Spelen
B
Jeugd Olympische Spelen
C
Olympische Spelen voor dieren
D
Winterspelen

Slide 18 - Quizvraag

Zwemmer 1 komt in 7190 seconde over de finish, zwemmer 2 in 01:59:40, zwemmer 3 in 7170 seconde en zwemmer 4 in 01:59:58.
Welke zwemmer komt als eerste over de finish?
A
Zwemmer 1
B
Zwemmer 2
C
Zwemmer 3
D
Zwemmer 4

Slide 19 - Quizvraag

Hoeveel sporters deden er mee in Rio, Brazilië?

Slide 20 - Open vraag

Meer lessen zoals deze