4Mdgs - Hoofdstuk 1

4Mdgs - Hoofdstuk 1
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

4Mdgs - Hoofdstuk 1

Slide 1 - Tekstslide

§1.1 'De Nederlandse staatsinrichting nu'

Slide 2 - Tekstslide

Nederland is wat?!
Monarchie
Een monarch is het staatshoofd.
Koninkrijk
Onze monarch noemen we 'de koning'. 
Democratie
Het volk (demos) kiest zijn bestuurders.

Republiek
Een gekozen president is het staatshoofd. 
Dictatuur
Een alleenheerser heeft alle macht. 

Slide 3 - Tekstslide

Wetten en rechten
Constitutionele monarchie 
Een koninkrijk met een grondwet

In de grondwet staat hoe een land bestuurd moet worden en de belangrijkste rechten van burgers. Deze rechten noemen we grondrechten. Je hebt klassieke grondrechten, bijvoorbeeld recht op gelijke behandeling. Ook zijn er sociale grondrechten, bijvoorbeeld recht op gezondheidszorg. 

Slide 4 - Tekstslide

Rechtsstaat
Nederland is een rechtstaat omdat iedereen zich aan de wet moet houden, burgers én overheid. 

In een rechtsstaat is het belangrijk dat er onafhankelijke rechtspraak is. De rechters hebben geen bestuurders als hun baas. 

Slide 5 - Tekstslide

Scheiding der machten
De grondwet bestond uit zeven artikelen. 
Er staat bijvoorbeeld in beschreven dat er een scheiding van machten zou zijn:
  1. De wetgevende macht
  2. De uitvoerende macht
  3. De rechtsprekende macht

Deze machten zijn niet in handen van één persoon of groep. De machten moeten elkaar controleren. 

Slide 6 - Tekstslide

Bestuur Nederland

De regering
  • De minister-president, de ministers en de koning
  • Gekozen door Nederlanders
  • Taak = land besturen
  • Taak = wetten maken 

Het kabinet

  • De minister-president, de ministers en staatssecretarissen.
De Nederlandse regering
Minister-president of premier = Mark Rutte

Slide 7 - Tekstslide

Bestuur Nederland

Het parlement
  • Ook wel Staten-Generaal
  • Volksvertegenwoordiging Nederland
  • De Eerste en Tweede Kamer
  • Taak = Controleren de regering
  • Taak = samen met regering wetten maken

Parlementaire democratie = parlement heeft het laatste woord
Het parlement of de Staten-Generaal
Prinsjesdag

Slide 8 - Tekstslide

Tweede Kamer
Taken:
  • Controleren regering
  • Wetten goedkeuren
  • Wetten wijzigen
         (recht van amendement) 
  • Wetsvoorstellen indienen
         (recht van initiatief) 
  • Uitgaven van de regering verbieden
         (recht van budget) 
  • Ministers en staatssecraterisen ondervragen
         (recht van interpellatie) 
  • Onderzoek doen
         (recht van enquete) 

Slide 9 - Tekstslide

Eerste Kamer

Taken: 
  • Controleren regering
  • Wetten goedkeuren
     
  • Uitgaven van de regering verbieden
         (recht van budget)  
  • Ministers en staatssecraterisen ondervragen
         (recht van interpellatie)  
  • Onderzoek doen
         (recht van enquete) 

Slide 10 - Tekstslide

Schema bestuur Nederland

Parlement =>
  • Tweede Kamer: 150 zetels
  • Taken: controleren regering 
  • WETTEN GOEDKEUREN
  • Leden mogen zelf wetsvoorstellen indienen (recht van initiatief)

  • Eerste kamer: 75 leden
  • Controleert of besluitvorming 2de kamer goed is verlopen
  • Mag wet alleen goed of afkeueren

Regering =>
  • Koning + ministers
  • Taak: dagelijks bestuur, 
  • indienen wetten
  • WETTEN INVOEREN

Slide 11 - Tekstslide

Herhaling en uitleg politieke 'ismen'
Zie PowerPoint

Slide 12 - Tekstslide