6.3 Waar haal ik mijn recht?

Waar haal ik mijn recht?
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Kind ProfessionalMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Waar haal ik mijn recht?

Slide 1 - Tekstslide

Trias politica
Verdeling van macht over drie groepen.

Wetgevende macht: parlement en regering

Uitvoerende macht: regering, ministeries en uitvoeringsorganisaties. Ze voeren samen de wetten uit.

Rechterlijke macht: rechters en het Openbaar Ministerie

Slide 2 - Tekstslide

Grondrechten
Klassieke grondrechten: beschermen de burgers tegen de macht van de overheid.

Sociale grondrechten: rechten die de overheid ertoe verplichten om voor bepaalde voorzieningen te zorgen.

Slide 3 - Tekstslide

De overheid moet zorgen voor voldoende woningen.
A
klassiek
B
sociaal

Slide 4 - Quizvraag

Persvrijheid
A
klassiek
B
sociaal

Slide 5 - Quizvraag

Gelijkheidsbeginsel
A
klassiek
B
sociaal

Slide 6 - Quizvraag

Bestaanszekerheid
A
klassiek
B
sociaal

Slide 7 - Quizvraag

Rechterlijke macht
De rechterlijke macht bestaat uit rechters

In een rechtsstaat hebben zij het laatste woord

- Hoelang is een dronken bestuurder zijn rijbewijs kwijt?
- Hoeveel maanden cel voor iemand die een gewelddadige overval pleegt?
- Op welke plek de schutting tussen twee huizen kom te staan.

Slide 8 - Tekstslide

Objectief
Rechters zijn objectief en mogen dus niet beïnvloed worden door anderen.
Alleen naar de feiten kijken.

- onafhankelijk
- onpartijdig
- objectief

Slide 9 - Tekstslide

Wat is geen eigenschap van een rechter in Nederland?
A
Onafhankelijk
B
Eigenzinnig
C
Onpartijdig
D
Objectief

Slide 10 - Quizvraag

Rechtspraak georganiseerd
Rechtbank
Gerechtshof
Hoge Raad der Nederlanden


Pro-Deoadvocaat

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat is de juiste volgorde als je in hoger beroep gaat?
A
Rechtbank, Gerechtshof, Hoge raad der Nederlanden
B
Hoge raad der Nederlanden, Rechtbank, Gerechtshof
C
Rechtbank, Hoge raad der Nederlanden, Gerechtshof
D
Gerechtshof, Rechtbank, Hoge raad der Nederlanden

Slide 13 - Quizvraag

Hoe heet het oordeel van de rechter?
A
Uitspraak
B
Vonnis
C
Besluit
D
Directief besluit

Slide 14 - Quizvraag

Iedere burger kan een beroep doen op de wet en op het recht
In Nederland bestaat voor vrijwel elke situatie een wet of regeling en deze zijn allemaal vastgelegd.

In grote lijnen zijn wetten verdeeld in vier rechtsgebieden:
  1. burgerlijk recht
  2. bestuursrecht
  3. strafrecht
  4. staatsrecht

Slide 15 - Tekstslide

In welke situaties kan het rechtssysteem een burger helpen?

De gemeente wil bomen kappen in mijn straat, ik ben daar tegen
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

In welke situaties kan het rechtssysteem een burger helpen?

Mijn werkgever betaalt minder salaris dan het minimumloon
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

In welke situaties kan het rechtssysteem een burger helpen?

Ik vind dat mensen op straat vaker moeten groeten
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

In welke situaties kan het rechtssysteem een burger helpen?

Tabaksfabrikanten zijn schuldig aan verslaving en moeten vervolgd worden
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

In welke situaties kan het rechtssysteem een burger helpen?

Er zijn te veel reclames tijdens films op tv
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

1. burgerlijk recht

Alle regels voor de verhoudingen tussen burgers en rechtspersonen onderling. 

civiel recht of privaatrecht 

Voorbeeld: een bewoner heeft last van de knipperende lichtreclame van de winkel tegenover hem maar de winkelier wil er niets aan veranderen.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

2. bestuursrecht

Regels hoe de overheid het land moet besturen.

Bijvoorbeeld: waarmee moet rekening gehouden worden bij het aanleggen van een snelweg of het bouwen van windmolens?

Slide 23 - Tekstslide

3. strafrecht

Regels over wat burgers in Nederland wel en niet mogen doen. 

Bijvoorbeeld: de politie gaat bij geweldsmisdrijven en diefstal op zoek naar de daders om deze te laten vervolgen door de rechterlijke macht.

Slide 24 - Tekstslide

Overtreding
Lichte strafbare feiten.
Iemand overtreedt een regel.



Meestal een geldboete, soms ook een taakstraf
Misdrijf
Zwaardere strafbare feiten.
Iemand brengt personen of goederen schade toe en zorgt voor veel gevaar.

Aantekening op het strafblad en geldboete, taakstraf of gevangenisstraf

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

4. staatsrecht

Alle regels voor de organisatie van de Nederlandse staat. 

Bijvoorbeeld het aantal leden dat voor de Tweede en Eerste Kamer moet worden gekozen.

Slide 27 - Tekstslide

Niet eens met een beslissing van een overheidsinstantie?

bezwaar en beroep

Je dient een bezwaarschrift in bij de overheidsinstantie, die vervolgens een nieuwe beslissing moet nemen.

Slide 28 - Tekstslide

Conflict met een andere burger?

De burgerlijke rechter beslist wie gelijk heeft. 

Je moet de rechtbank zelf benaderen en zelf bedenken over welke eis je wilt dat de rechter beslist. 

Je kunt ook proberen er samen uit te komen. In dat geval wordt vaak een conflictbemiddelaar ingeschakeld.

Slide 29 - Tekstslide

Conflicten tussen burgers en organisatie? Of tussen organisaties?


Deze conflicten worden ook bij de burgerlijke rechtbank behandeld. 

Denk aan conflicten met bedrijven, verenigingen, stichtingen en instantie. 

Organisaties zijn voor de rechtbank rechtspersonen
Hun rechten en plichten zijn in de wet vastgelegd.

Slide 30 - Tekstslide

Ben je slachtoffer van een misdrijf?

Slachtoffers van misdrijven kunnen een beroep doen op het strafrecht door aangifte te doen. 

Na aangifte kan de politie een onderzoek instellen en de strafzaak voorleggen aan de officier van justitie. 

Vervolgens kan de rechter een uitspraak doen en een straf opleggen aan de verdachte.

Slide 31 - Tekstslide