The team in action blok 3 Let's go shopping les 2

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

35 + 13
11 + 66
40 + 40
24 + 5
90 + 7
31 + 24
8 + 9
16 + 16
52 + 12
Sixty four
Thirty two
Seventeen
Fifty five
Ninety seven
Forty eight
Eighty
Twenty nine
Seventy seven

Slide 3 - Sleepvraag

Weather

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Welke Engelse woorden over het weer ken jij?

Slide 6 - Open vraag

Wat ga je doen?
Je leert woorden, die te maken hebben met het weer

Slide 7 - Tekstslide

What can you say about the weather in this picture?

Slide 8 - Tekstslide

Sunny weather

Slide 9 - Woordweb

What can you say about the weather in this picture?

Slide 10 - Tekstslide

What can you say about the weather in this picture?

Slide 11 - Tekstslide

Welke Engels woord wordt er gebruikt voor: een regenachtige dag?
A
a water day
B
a rainy day
C
a rain day
D
a rainbow day

Slide 12 - Quizvraag

What can you say about the weather in this picture?

Slide 13 - Tekstslide

What can you say about the weather in this picture?

Slide 14 - Tekstslide

What can you say about the weather in this picture?

Slide 15 - Tekstslide

Welk Engels woord wordt gebruikt voor: sneeuw
A
windy
B
ice
C
cloudy
D
snow

Slide 16 - Quizvraag

Welk Engels woord wordt gebruikt voor: bewolkt
A
windy
B
cloud
C
cloudy
D
snow

Slide 17 - Quizvraag

Welk Engels woord wordt gebruikt voor: winderig
A
windy
B
snow
C
cloudy
D
wind

Slide 18 - Quizvraag

a rainbow
rain
snow
windy
sunny
cloudy

Slide 19 - Sleepvraag

What can you say about the weather in this picture?

Slide 20 - Tekstslide

foggy = mistig    the fog = de mist

Slide 21 - Tekstslide

What can you say about the weather in this picture?

Slide 22 - Tekstslide

hail = hagelen

Slide 23 - Tekstslide

What can you say about the weather in this picture?

Slide 24 - Tekstslide

A thunderstorm = het onweer (bliksem en donder)

Slide 25 - Tekstslide

What can you say about the weather in this picture?

Slide 26 - Tekstslide

lightning = de  bliksem

Slide 27 - Tekstslide

Welke Engels woord wordt gebruikt voor: een onweer?
A
a bad weather
B
a cloud
C
a thunderstorm
D
a bad day

Slide 28 - Quizvraag

Welke Engels woord wordt gebruikt voor: hagelen
A
foggy
B
a thunderstorm
C
hail
D
holy

Slide 29 - Quizvraag

Welke Engels woord wordt gebruikt voor: mistig
A
hail
B
foggy
C
rain
D
fog

Slide 30 - Quizvraag

sunny
cloudy
rainy
snowy
sun and clouds
snow and rain
a thunderstorm
a lightning-storm
lightning
hail
windy
foggy

Slide 31 - Sleepvraag

Slide 32 - Video