Herhaling Ecologie
1 / 23
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat bestuderen we in de ecologie?
A
In de ecologie bestuderen we alle relaties (betrekkingen) tussen organismen en hun milieu
B
In de ecologie bestuderen we een milieu
C
In de ecologie bestuderen we de invloeden die afkomstig zijn van de levende natuur
D
A en B zijn beide goed
Slide 2 - Quizvraag
Wat is een ecosysteem?
A
Alle abiotische factoren samen
B
Een bepaald gebied, waarin de biotische en abiotische factoren een eenheid vormen
Slide 3 - Quizvraag
wat zijn de 5 niveaus van de ecologie van klein naar groot?
A
individu, populatie, levensgemeenschap, ecosysteem, biosfeer
B
levensgemeenschap, individu, populatie, ecosysteem, biosfeer
Slide 4 - Quizvraag
Horen afvaleters bij producenten, consumenten of reducenten?
A
producenten
B
consumenten
C
reducenten
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Water is een voorbeeld van een
A
biotische factor
B
abiotische factor
Slide 7 - Quizvraag
Takjes om een nestje te bouwen zijn een
A
biotische factor
B
abiotische factor
Slide 8 - Quizvraag
Merels en mussen die leven in het zelfde bos behoren tot dezelfde populatie.
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Vossen en konijnen die in het zelfde bos leven vormen samen een leefgemeenschap.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Een weiland
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
populatie
D
ecosysteem
Slide 12 - Quizvraag
Hoe noemen we een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied, die zich onderling voortplanten
Slide 13 - Open vraag
Tot welk niveau horen boomalgen die op een boom zitten?
A
Populatie
B
Ecosysteem
C
Individu
D
Organisme
Slide 14 - Quizvraag
Waarmee begint elke voedselketen?
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Welke voedselketen is goed genoteerd?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 17 - Quizvraag
Vul in het schema van het voedselweb de volgende organismen op de juiste plaats in (zie afbeelding).
bladluis
buizerd
konijn
lieveheersbeestje
merel
planten
Slide 18 - Sleepvraag
In een piramide van biomassa wordt de biomassa in elke volgende schakel groter.
A
juist
B
onjuist
Slide 19 - Quizvraag
Sleep de factoren naar het juiste vak
Biotische factoren
Abiotische factoren
Water
Boom
Temperatuur
Lucht
Insecten
Slide 20 - Sleepvraag
Wanneer spreken we van een biologisch evenwicht?
A
Als de populatiegrootte altijd hetzelfde is
B
Als de populatiegrootte een populatiegrootte is
C
Als de populatiegrootte rond een gelijke waarde schommelt
D
Als de dieren in een populatie even zwaar zijn
Slide 21 - Quizvraag
Welke groep organismen is autotroof?
timer
0:20
A
Producenten
B
Consumenten
C
Afvaleters
D
Reducenten
