De inleiding heeft twee alinea's: de eerste trekt de aandacht, de tweede bevat de stelling.
In het middenstuk staan de argumenten (3). Een argument per alinea.
De tegenargumenten komen na de argumenten. Elke tegenargument en weerlegging staan in dezelfde alinea.
Het slot bevat de conclusie.
Na de inleiding, de argumenten en de tegenargumenten komt een witregel. Elke alinea wordt ingesprongen, behalve de alinea's na de witregel.