4.3 Het parlement

Tot welke richting (links, rechts, midden) en stroming (christendemocraten, liberalen, sociaaldemocraten) behoort de VVD?
1 / 24
volgende
Slide 1: Open vraag
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Tot welke richting (links, rechts, midden) en stroming (christendemocraten, liberalen, sociaaldemocraten) behoort de VVD?

Slide 1 - Open vraag

Tot welke politieke richting en stroming behoort PvdA?

Slide 2 - Open vraag

Willen linkse partijen een actieve of passieve overheid?

Slide 3 - Open vraag

Voor welke politieke richting is naastenliefde de belangrijkste waarde?

Slide 4 - Open vraag

4.3 Het Parlement

Slide 5 - Tekstslide

Begrippen:
  • Eerste Kamer
  • Tweede Kamer
  • Wetgeving:
- Stemrecht / Recht van amendement / Recht van initiatief 
  • Controleren:
- Vragenrecht / Motierecht / Motie van wantrouwen / Recht van interpellatie / Enquête 
  • Coalitie
  • Oppositie 

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdtaken:
De twee hoofdtaken van het parlement zijn:
  • (mede)wetgeving
  • controleren van het kabinet

Slide 7 - Tekstslide

Eerste Kamer
75 Leden
Tweede Kamer 
150 Leden
 Het Parlement 

Slide 8 - Tekstslide

Wetgeving:
Ministers (met hun ambtenaren) èn Tweede Kamerleden maken wetsvoorstellen.

De Tweede Kamer debatteert over het voorstel. Een meerderheid van de Tweede Kamer moet het voorstel goedkeuren.

Hierna gaat het wetsvoorstel naar de Eerste Kamer, die een laatste check doet.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Controleren:
Ministers besturen het land. Om te voorkomen dat ze verkeerde keuzes maken, worden ze gecontroleerd door Kamerleden.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Rechten van Kamerleden voor hun wetgevende taak:
  • Stemmen over wetsvoorstellen.
  • Een wetsvoorstel veranderen. Dit noemen we het recht van amendement.
  • Zelf een wetsvoorstel indienen. Dit noemen we het recht van initiatief.

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel stemmen heb je nodig voor een meerderheid?
A
50
B
75
C
76
D
125

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent het recht van amendement?
A
Een wetsvoorstel indienen.
B
Een wetsvoorstel veranderen.
C
Een wet afkeuren.
D
Over een wet stemmen.

Slide 15 - Quizvraag

Rechten van Kamerleden voor hun controlerende taak:
  • Vragen stellen aan ministers en staatssecretarissen (ook schriftelijk). Het vragenrecht.
  • Een motie indienen. Hiermee vragen ze de minister om iets te doen.
  • Met een motie van wantrouwen kunnen Kamerleden een minister vragen om af te treden.
  • Een minister ter verantwoording roepen. De minister moet dan naar de Tweede Kamer komen voor een debat. Dit noemen we het recht van interpellatie.

  • Een groot onderzoek instellen als ze denken dat de regering fouten heeft gemaakt. Dit noemen we het enquêterecht.

Slide 16 - Tekstslide

Oppositie & coalitie:
Voor goedkeuring van wetsvoorstellen is een meerderheid in de Tweede Kamer nodig.
 
Meestal kan de regering daarvoor op steun rekenen van de coalitiepartijen.

Slide 17 - Tekstslide

Na de verkiezingen gaan de Tweede Kamer opzoek naar een meerderheid. Met welke partijen zou dit lukken?

Slide 18 - Open vraag

(Mede)wetgevende taak (3 rechten)
Controlerende taak (4 rechten)
Recht van initiatief
Recht van motie
Recht om een minister ter verantwoording te roepen in een debat
Vragenrecht
Recht van amendement
Recht van parlementair onderzoek
Goed- of afkeuren van wetsvoorstellen

Slide 19 - Sleepvraag

Welke twee taken heeft het parlement?
1. Stemmen over wetsvoorstellen.
2. Ministers controleren.
3. Ministers en staatssecretarissen kiezen.
4. Wetten uitvoeren.

A
1 en 2
B
1 en 3
C
2 en 3
D
3 en 4

Slide 20 - Quizvraag

recht om ministers ter verantwoording te roepen
2de kamer mag een wetsvoorstel aanpassen.
De 2de kamer mag buiten de regering om zelf onderzoek te doen en mensen onder ede verhoren. 
recht om de begroting van het kabinet goed of af te keuren.
recht van budget

recht van interpellatie

recht van enquete 

recht van amendement 

Slide 21 - Sleepvraag


Welke taak en welk recht worden hier benut door D66?
A
controlerende taak, recht van interpellatie
B
wetgevende taak, recht van amendement
C
wetgevende taak , recht van initiatief
D
controlerende taak, recht van initiatief

Slide 22 - Quizvraag

Welke taak en welk recht worden hier benut?

Slide 23 - Open vraag

Aan de slag:
Maken pagina 88 en 89.

Slide 24 - Tekstslide