Energieomzettingen

Wet van behoud van energie
Alle energie blijft ergens. Het verdwijnt niet. Het wordt alleen omgezet in een andere energievorm. Meestal is deze "afval" energie een vorm van warmte. 
Het rendement is nooit 100%
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Wet van behoud van energie
Alle energie blijft ergens. Het verdwijnt niet. Het wordt alleen omgezet in een andere energievorm. Meestal is deze "afval" energie een vorm van warmte. 
Het rendement is nooit 100%

Slide 1 - Tekstslide

Elektrische energie
Bewegings energie
Licht
Geluid
Warmte
Arbeid
Zwaarte energie
Chemische energie
Magnetische energie
Massa

Slide 2 - Tekstslide

Kinetische energie

ook wel bewegingsenergie
Ek = 0,5 . m . v2


Slide 3 - Tekstslide

Een auto van 1200 kg rijdt 20 m/s. De kinetische energie is:
A
12 kJ
B
24 kJ
C
240 kJ
D
480 kJ

Slide 4 - Quizvraag

Potentiele energie

ook wel zwaarteenergie
Ep = m . g . h


Slide 5 - Tekstslide

Een losse dakpan van 350 gram balanceert op de dakgoot van 4 meter hoog. De zwaarte-energie is:
A
1,4 J
B
14 J
C
1400 J
D
14000 J

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Welke van de onderstaande krachten levert een positieve arbeid in het traject A-->B
Welke zin is niet waar:
A
Op punt A is de Eb ongeveer 0 J
B
Op punt B is de Ez ongeveer 0 J
C
Zonder weerstand zou punt C even hoog kunnen zijn als punt A
D
Zonder weerstand zou punt C hoger kunnen zijn dan punt A

Slide 8 - Quizvraag

De zwaarte-energie gaat volledig op in bewegings-energie
Oftewel:
Ez = Eb

Oftewel:
m.g.h = 0,5.m.v2

Slide 9 - Tekstslide

Rekenvoorbeeld
De dakpan van 350 gram valt na 4 meter op de grond.
Met welke snelheid?

Slide 10 - Tekstslide

Rekenvoorbeeld
m = 0,35 kg
h = 4 m
g = 10 m/s2
v = ?           Ez = Ek
m.g.h = 0,5.m.v2                                                       v = 8,9 m/s
m.g.h = 0,5.m.v2
0,5.v2 = g.h

v=2.g.h
v2=2.g.h
v=2.10.4

Slide 11 - Tekstslide

Een rotsblok van 1300 kg valt 27 meter lager op de weg. Met welke snelheid raakt hij het wegdek?

Slide 12 - Open vraag

Een bal van 200 gram rolt een heuvel op. Onderaan de heuvel is de snelheid 8 m/s. Hoe hoog komt de bal?

Slide 13 - Open vraag

Een Kanonskogel wordt recht omhoog afgevuurd. De kogel verlaat het kanon met een snelheid 65 km/h. Welke hoogte bereikt de kogel?

Slide 14 - Open vraag

Arbeid

Het werk dat gedaan wordt bij een verplaatsing van massa.
W = F . s


Slide 15 - Tekstslide

Arbeid
Ook arbeid is een energiesoort en kan overgaan in de vorige twee energiesoorten:

Slide 16 - Tekstslide

Ez = Eb               m.g.h = 0,5.m.v2
Ez = W                m.g.h = F.s
Eb = W                0,5.m.v2 = F.s

Slide 17 - Tekstslide

Een auto (1200 kg) rijdt 80 km/h en remt plotseling. Hoeveel remkracht komt vrij als hij na 40 meter stilstaat?
A
11 MN
B
2400 N
C
7407 N
D
96 kN

Slide 18 - Quizvraag

Een auto (1500 kg) rijd met 60 km/h een deuk van 80 cm in de vangrail. Hoeveel kracht komt hier bij vrij?
A
2604 N
B
15 kN
C
260 kN
D
6750 kN

Slide 19 - Quizvraag

de Trap

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Met welke snelheid zou je de grond raken als je naar beneden viel?

Slide 24 - Tekstslide