CVA

2023, VZ/VP
zorgen voor een zorgvrager met een CVA
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2023, VZ/VP
zorgen voor een zorgvrager met een CVA

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

CVA

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Waar staan de letters CVA voor ?
A
Cerebrale Vasculine Aandoening
B
Cerebro Vasculatie Aandoening
C
Cerebro Vasculair Accident
D
Cerebral Vasculine Activiteit

Slide 5 - Quizvraag

De gevolgen van een CVA zijn afhankelijk van:
A
De grootte van de hersenvliezen
B
De dikte van de bloedvaten
C
Het deel van de hersenen dat is beschadigd
D
Het deel dat beschadigd is en de hoeveelheid weefsel

Slide 6 - Quizvraag

Welke vormen van een CVA zijn er
A
Een herseninfarct en TIA
B
Een hersenbloeding en TIA
C
Een herseninfarct en hersenbloeding
D
Een herseninfarct, een hersenbloeding en een TIA

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

20% van alle CVA's is een bloedig CVA.
Wat is de oorzaak van een bloedig CVA?
A
embolie
B
hypertensie
C
trombose
D
ontsteking van een hersenzenuw

Slide 10 - Quizvraag

Welke bewering is juist
A
een CVA kan zowel een hersenbloeding als een herseninfarct zijn
B
een CVA is alleen een herseninfarct
C
een CVA is alleen een hersenbloeding

Slide 11 - Quizvraag

Het belangrijkste verschil tussen een TIA en een CVA is....
A
Bij een TIA zijn de verschijnselen tijdelijk en verdwijnen binnen 24 uur
B
Bij een TIA komt geen krachtsverlies in de armen voor.
C
Bij een TIA is onderzoek in het ziekenhuis niet noodzakelijk
D
Bij een TIA zie je geen slikklachten bij de patiënt

Slide 12 - Quizvraag

Risicofactoren
CVA

Slide 13 - Woordweb

Risicofactoren

Ouderdom
Hoge bloeddruk
Diabetes Mellitus
Stress
Te weinig bewegen


Hoog cholesterol
Hart/ vaatziekten
Roken
Obesitas

Slide 14 - Tekstslide

Wat is een risicofactor voor een CVA?
A
Diabetes
B
Hoge bloeddruk
C
Beide bovenstaande
D
Geen van bovenstaande

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Acute fase
Wat zie jij?

Slide 17 - Woordweb

Verschijnselen
Krachtsverlies, moeite met spraak, moeite met begrip, moeite met lopen, moeite met evenwicht, minder alert, bewustzijnsdaling. kauw/ slik klachten, verward, 
hoofdpijn, urineverlies 

Slide 18 - Tekstslide

Methoden




CT scan 
Trombolyse
Stop bloeding
Revalidatie
Bloedverdunners
Bloeddrukverlagers

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht
Zoek uit wat deze methoden zijn en waarom dat gedaan wordt!
Je hebt hier 10-15 minuten de tijd voor. Hierna bespreken we het in de groep.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Symptomen

Slide 22 - Woordweb

Symptomen

Uitvalsverschijnselen
Motorische stoornissen
Sensorische stoornissen
Afasie
Taalgebruik
Dysartrie
Stoornissen waarneming


Neglect
Apraxie
Persevereren
Geheugenstoornis
Emotioneel
Gedrag
Slik/ kauw problemen
Depressie
Hemianopsie

Slide 23 - Tekstslide

Hemianopsie        Neglect

Slide 24 - Tekstslide

Gevolg van CVA kan een hemiparese zijn: Dit is:
A
1 kant last van spiertrekkingen
B
Kan beide kanten niet goed meer bewegen
C
Kan 1 kant niet goed meer bewegen.
D
De zorgvrager heeft een spraak gebrek

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Casus mw Willemse
Je krijgt een casus met vragen over mw Willemse. 
Lees deze casus aandachtig en ga hiermee aan de slag. 
Aan het eind bespreken we hem nog even klassikaal. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video