Paragraaf 7.2 - Spiegelbeelden

7.2 - Spiegelbeelden
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

7.2 - Spiegelbeelden

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen van paragraaf 7.2
  • Je kunt uitleggen dat een spiegelbeeld op één belangrijk punt verschilt van de wereld voor de spiegel. 
  • Je kunt de spiegelwet uitleggen met behulp van een tekening. 
  • Je kunt schematisch tekenen hoe een lichtstraal door een spiegel teruggekaatst wordt. 
  • Je kunt met de spiegelwet verklaren hoe spiegelbeelden ontstaan.

Slide 2 - Tekstslide

Introductie
Als zonlicht op een vel wit papier of op een spiegel valt, wordt het teruggekaatst. Bij het vel papier is die terugkaatsing diffuus: het weerkaatste zonlicht beweegt alle kanten op. Bij een spiegel wordt het licht juist heel gericht – spiegelend – teruggekaatst.

Slide 3 - Tekstslide

Spiegelbeelden bekijken
In een spiegel zie je een levensecht beeld van je eigen wereld. Het spiegelbeeld heeft zelfs diepte: het lijkt echt achter de spiegel te liggen. Kijk maar eens naar je hand, als je een spiegel vasthoudt, en dan naar het beeld van je gezicht. Je voelt dat je ogen zich steeds anders moeten instellen. Het spiegelbeeld is verder weg dan je hand. 
 De spiegelwereld verschilt op één belangrijk punt van de wereld voor de spiegel. Dat merk je meteen als je tekst bekijkt via een spiegel. Je ziet de tekst dan in spiegelschrift 

Slide 4 - Tekstslide

Is de bewering juist of onjuist?
Tim zegt: "Bij een spiegel worden boven en onder omgekeerd."
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Is de bewering juist of onjuist?
Ron zegt: "Bij een spiegel worden links en rechts omgekeerd."

A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Spiegelschrift ziet er gewoon uit als je het via een (achteruitkijk)spiegel bekijkt.

Slide 7 - Tekstslide

Welke van deze letters zien er precies hetzelfde uit als je ze via een spiegel bekijkt?
A
H
B
M
C
B
D
T

Slide 8 - Quizvraag

Welke van deze letters zien er precies hetzelfde uit als je ze via een spiegel bekijkt?
A
A
B
F
C
B
D
X

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

De spiegelwet
In figuur zie je hoe een vlakke spiegel een smalle lichtbundel terugkaatst. Je kunt zo’n lichtbundel tekenen als één lichtstraal. 
 Op de plaats waar de lichtstraal de spiegel raakt, is een lijn getekend die loodrecht op de spiegel staat: de normaal. De hoek tussen de invallende lichtstraal en de normaal heet de hoek van inval (∠ i). De hoek tussen de teruggekaatste lichtstraal en de normaal heet de hoek van terugkaatsing (∠ t). 
 
Bij terugkaatsing door een vlakke spiegel geldt altijd: 
 hoek van inval = hoek van terugkaatsing 
 Deze regel wordt de spiegelwet genoemd.

Slide 11 - Tekstslide

Is de bewering juist of onjuist?
Damian zegt: "Als zonlicht op een vel wit papier valt, wordt het in alle richtingen teruggekaatst."
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Is de bewering juist of onjuist?
Bashar zegt: "Als zonlicht op een spiegel valt, wordt het licht in één richting teruggekaatst.

A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

De spiegelwet: ∠ i =∠ t

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

De teruggekaatste lichtstraal tekenen 
 
 

Met de spiegelwet kun je tekenen hoe een lichtstraal door de spiegel teruggekaatst wordt.  
1 Leg je geodriehoek neer zoals in de tekening 
2 Teken de normaal. De normaal staat altijd loodrecht op het vlak van inval (de spiegel).  
3 Lees de hoek van inval af.  
4 Leg je geodriehoek nu langs de andere kant van de normaal.  
5 Zet de hoek van terugkaatsing uit.  
6 Teken de teruggekaatste lichtstraal.

Slide 16 - Tekstslide

Zo kun je tekenen hoe een lichtstraal teruggekaatst wordt.

Slide 17 - Tekstslide

Bij een spiegel worden lichtstralen die erop vallen gericht teruggekaatst.
Vul de juiste woorden in.
De hoek van terugkaatsing is de hoek tussen de A ……………….. lichtstraal en de normaal.
De hoek van terugkaatsing B...……………………. de hoek van inval.

Slide 18 - Open vraag

In de afbeelding zie je hoe een spiegel een lichtstraal gericht terugkaatst.
Welke hoek is de hoek van inval?
A
hoek A
B
hoek B
C
hoek C
D
hoek D

Slide 19 - Quizvraag

Een lichtstraal wordt door een spiegel teruggekaatst. De hoek tussen de teruggekaatste lichtstraal en de normaalspiegel bedraagt 20 graden.
Hoe groot is de hoek van inval?
De hoek van inval is...………………. graden.

Slide 20 - Open vraag

Peter legt een spiegeltje tussen zichzelf en een paal zo (horizontaal) neer, dat hij via het spiegeltje net de punt van de paal kan zien.
Welke lichtstraal is de invallende lichtstraal?
A
de straal die van de paal naar de spiegel gaat
B
de straal die van de spiegel naar de paal gaat
C
de straal die van het oog naar de spiegel gaat
D
de straal die van de spiegel naar het oog gaat

Slide 21 - Quizvraag

Een spiegel weerkaatst gericht lichtstralen die erop vallen.
Vul de juiste woorden in.
De hoek van inval is de hoek tussen de A...…………………. lichtstraal en de loodlijn.
De hoek van terugkaatsing en de hoek van inval B...………………... elkaar.

Slide 22 - Open vraag

In de afbeelding zie je hoe een spiegel een lichtstraal gericht terugkaatst.
Welke hoek is de hoek van terugkaatsing?
A
hoek A
B
hoek B
C
hoek C
D
hoek D

Slide 23 - Quizvraag

Een lichtstraal wordt door een spiegel teruggekaatst. De hoek tussen de teruggekaatste lichtstraal en de normaalspiegel bedraagt 50 graden.
Hoe groot is de hoek van inval?
De hoek van inval is...………………. graden.

Slide 24 - Open vraag

Peter legt een spiegeltje tussen zichzelf en een paal zo (horizontaal) neer, dat hij via het spiegeltje net de punt van de paal kan zien.
Welke lichtstraal is de terugkaatsende lichtstraal?
A
de straal die van de paal naar de spiegel gaat
B
de straal die van de spiegel naar de paal gaat
C
de straal die van het oog naar de spiegel gaat
D
de straal die van de spiegel naar het oog gaat

Slide 25 - Quizvraag

Met de spiegelwet kun je tekenen hoe een lichtstraal door de spiegel teruggekaatst wordt.
Kruis aan welke voorwerpen je beslist nodig hebt om een teruggekaatste lichtstraal te tekenen.
A
geodriehoek
B
gum
C
liniaal
D
potlood

Slide 26 - Quizvraag

Op een spiegel valt een lichtbundel uit een zaklantaarn. De lichtstralen die de lichtbundel begrenzen, zijn getekend.
Bij welke lichtstraal is de hoek van terugkaatsing het kleinst?
A
de linke lichtstraal
B
de rechte lichtstraal
C
bij beide lichtstralen is de hoek van terugkaatsing even groot

Slide 27 - Quizvraag

Spiegelbeelden en de spiegelwet
Met de spiegelwet kun je ook verklaren hoe spiegelbeelden ontstaan. Als je een brandende kaars voor een spiegel zet, valt er licht op de spiegel. Dit licht wordt door de spiegel teruggekaatst volgens de spiegelwet. Maar voor iemand die in de spiegel kijkt, lijkt het licht van achter de spiegel te komen.

Slide 28 - Tekstslide

Het spiegelbeeld van de kaars lijkt achter de spiegel te staan.
Het spiegelbeeld van de kaars lijkt achter de spiegel te staan.

Slide 29 - Tekstslide

Een virtueel beeld
Doordat het licht van achter de spiegel lijkt te komen, zie je in de spiegel een tweede kaars. Uiteraard bevindt er zich in werkelijkheid geen kaars in de spiegel. Het beeld van de kaars is een virtueel beeld. De tweede kaars bestaat alleen in onze gedachten.

Slide 30 - Tekstslide

Zijn de beweringen juist of onjuist?
Puck zegt: "In een spiegel zie je diepte."
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Zijn de beweringen juist of onjuist?
Karim zegt: "Voorwerpen die dichtbij de spiegel zijn, zie je in de spiegel ver weg."

A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Zijn de beweringen juist of onjuist?
Alisha zegt: "Als zonlicht op een vel wit papier valt, wordt het diffuus teruggekaatst."

A
juist
B
onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Zijn de beweringen juist of onjuist?
Reshano zegt: "Als zonlicht op een spiegel valt, wordt het licht in alle richtingen teruggekaatst.

A
juist
B
onjuist

Slide 34 - Quizvraag

Een zonne-energiecentrale bestaat uit een groot aantal vlakke spiegels die het zonlicht naar een oven moeten weerkaatsen. De spiegels staan op palen. Je ziet in de afbeelding de oven met het zwarte gat waar de lichtstralen heen moeten worden gestraald, drie palen met spiegels en de richting van het zonlicht.
Bij welke spiegel is de hoek van inval het grootst?
A
de linkse spiegel
B
de middelste spiegel
C
de rechtse spiegel

Slide 35 - Quizvraag

De jongen ziet het spiegelbeeld van de kaars in de spiegel.
Kruis de juiste bewering aan over de punt van de vlam en zijn spiegelbeeld.
A
de punt van de vlam ligt iets dichter bij de spiegel dan het spiegel beeld van de punt van de vlam
B
de punt van de vlam ligt even ver van de spiegel als het spiegel beeld van de punt van de vlam
C
de punt van de vlam ligt iets verder weg van de spiegel dan het spiegel beeld van de punt van de vlam

Slide 36 - Quizvraag

Dimitri kijkt in de spiegel en ziet zijn spiegelbeeld.
Welke bewering over Dimitri en zijn spiegelbeeld is juist?
A
Punt L4 bevindt zich iets dichter bij de spiegel dan punt B4
B
Punt L1 bevindt zich iets verder van de spiegel dan punt B1
C
Punt L3 bevindt zich op precies dezelfde afstand van de spiegel dan punt B3

Slide 37 - Quizvraag

De jongen ziet het spiegelbeeld van de kaars in de spiegel.
Vul de juiste woorden in.
De hoek van inval van de lichtstraal is A .........……… de hoek van terugkaatsing van de lichtstraal. De hoek van terugkaatsing van de lichtstraal is
B...……………. aan de hoek tussen de normaal en de stippellijn.

Slide 38 - Open vraag

Dimitri kijkt in de spiegel.
Van welk punt op Dimitri's hoofd zal het spiegelbeeld zich het dichtst bij de spiegel bevinden?
A
Punt L1
B
Punt L2
C
Punt L3
D
Punt L4

Slide 39 - Quizvraag

Opdrachten maken
Wat: lees paragraaf 7.2 en maak de online opdrachten 
Hoe: helemaal stil! muziek mag in! 
Hulp: Geen 
Tijd:  ???? minuten lang 
Huiswerk: opgave 1 tm 14 van paragraaf 7.2 
Klaar?: ga bezig met een ander vak! 

Slide 40 - Tekstslide