Modal verbs

Modal verbs
Hulpwerkwoorden
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Modal verbs
Hulpwerkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een hulpwerkwoord?

Slide 2 - Woordweb

Welke hulpwerkwoorden ken je in het Engels?

Slide 3 - Woordweb

Je gebruikt een modal verb om in een zin aan te geven dat iets mogelijk of onmogelijk is. 


Je kan een modal verb ook gebruiken om iemands vermogen om iets te doen te benoemen, toestemming te vragen of een aanbod te doen.

Slide 4 - Tekstslide

1- ABILITY
(mogelijkheid)
can, could, will
2- PERMISSION
(toestemming)
can, could, may
3- PROHIBITION
(verbod)
can't, mustn't
4- OBLIGATION
(verplichting)
must, have to
5- NO OBLIGATION
(geen verplichting)
don't have to, doesn't have to
6- GIVING ADVICE
(advies)
should, would 

Slide 5 - Tekstslide

..... you help me with that?
A
Can
B
Must

Slide 6 - Quizvraag

It .... be a good idea to eat first
A
should
B
might

Slide 7 - Quizvraag

Hidde ..... speak Spanish, German and Russian
A
can
B
may

Slide 8 - Quizvraag

You ... wear a helmet when you're riding a motorcycle
A
have to
B
can

Slide 9 - Quizvraag

..... we go to the cinema tonight?
A
Would
B
Shall

Slide 10 - Quizvraag

I ...... see you later!
A
could
B
will

Slide 11 - Quizvraag

You .... apologise to your brother for hitting him.
A
can
B
should

Slide 12 - Quizvraag

If I were you, I ........ go to that football game
A
wouldn't
B
can't

Slide 13 - Quizvraag

I .... find my phone!
A
can't
B
might not

Slide 14 - Quizvraag