In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
2.3 Spieren
Slide 1 - Tekstslide
Spierstelsel:
Ongeveer 300 skeletspieren en 300 andere soorten spieren.
Skeletspieren zitten vast aan twee botten.
Slide 2 - Tekstslide
Spiervezels kunnen korter worden door samentrekking. De gehele spier wordt dan korter.
Meer spiervezels > meer kracht!
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Tekstslide
Hetzelfde bouwplan voor botten én spieren.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Skeletspieren: willekeurige spieren Je beslist zelf of je ze samentrekt of niet. Sterk, maar ze houden het niet lang vol.
Onwillekeurige spieren: bv. hartspier, spieren van darmen en bloedvaten, haarspiertjes. Je kunt ze niet zelf aansturen. Minder sterk, maar houden het lang vol.
Slide 8 - Tekstslide
Onwillekeurige spieren, voorbeeld 1:
kringspieren en lengtespieren van de darm
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Onwillekeurige spieren, voorbeeld 2:
haarspiertjes
Slide 11 - Tekstslide
Onwillekeurige spieren, voorbeeld 3:
Het hart
(=grote holle spier)
Slide 12 - Tekstslide
Maakwerk 2.3
Opdracht 2, 3, 5, 7, 9, 10, 12 en 14 in je werkboek (vanaf blz 71).
Slide 13 - Tekstslide
Spieren die je zelf kunt aansturen zijn onwillekeurige spieren.
Waar? Ga staan
Niet waar? Ga zitten
Slide 14 - Tekstslide
Haarspiertjes die je kippenvel kunnen geven, heten huidspiertjes.
Waar? Ga staan
Niet waar? Ga zitten
Slide 15 - Tekstslide
Kringspieren en lengtespieren in je darmwand zorgen ervoor dat voedsel door de darmen gaat.
Waar? Ga staan
Niet waar? Ga zitten
Slide 16 - Tekstslide
Er is altijd maar 1 spier die voor een beweging zorgt.
Waar? Ga staan
Niet waar? Ga zitten
Slide 17 - Tekstslide
Als een spier samentrekt, wordt hij korter en dikker.
Waar? Ga staan
Niet waar? Ga zitten
Slide 18 - Tekstslide
Je armstrekspier zit aan de voorkant van je bovenarm, de armbuigspier aan de achterkant.
Waar? Ga staan
Niet waar? Ga zitten
Slide 19 - Tekstslide
Spiercellen en spiervezels: hiermee wordt hetzelfde bedoeld.
Waar? Ga staan
Niet waar? Ga zitten
Slide 20 - Tekstslide
Van groot naar klein: spiervezel, spierbundel, spier.
Waar? Ga staan
Niet waar? Ga zitten
Slide 21 - Tekstslide
Spieren zitten aan botten vast met pezen.
Waar? Ga staan
Niet waar? Ga zitten
Slide 22 - Tekstslide
Hoe minder spiervezels samentrekken, hoe meer kracht.