Eén op de ... , 1F
1 / 10
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Ons elftal heeft elf spelers en vijf reservespelers.
Eén op de vier voetbalspelers is geblesseerd.
Welk deel van de voetballers is geblesseerd?
Eén op de vier voetbalspelers is geblesseerd.
Welk deel van de voetballers is geblesseerd?
A
115
B
41
C
114
D
161
Slide 4 - Quizvraag
Hoeveel spelers in het team zitten, heeft niks te maken met de verhouding.
De verhouding is 1:4
De verhouding is 1:4
8 mensen van de 25 die er voorbij lopen,
dragen handschoenen.
Welk deel van de voorbijgangers draagt handschoenen?
dragen handschoenen.
Welk deel van de voorbijgangers draagt handschoenen?
A
258
B
251
C
88
D
825
Slide 5 - Quizvraag
Hoeveel spelers in het team zitten, heeft niks te maken met de verhouding!
Slide 6 - Tekstslide
In de les over rekenen met breuken is het vereenvoudigen van breuken behandeld. Dit is eigenlijk het omgekeerde daarvan.
Eén op de 6 mensen op een kantoor heeft griep. Er werken in totaal 120 mensen. Hoeveel mensen zijn ziek?
Slide 7 - Open vraag
Eén zesde deel van 120 = 120 : 6 = 20.
Drie op de vier docenten drinken een kopje koffie in de pauze. Er zijn in totaal 40 docenten. Hoeveel kopjes koffie worden er in de pauze gedronken?
Slide 8 - Open vraag
Drie vierde deel van 40 = (40/4)x3 = 30.
Nog makkelijk is het als je herkent dat de 40 gelijk is aan de 4 in de breuk, dus dat je alleen een nul achter de 3 hoeft te zetten.
Nog makkelijk is het als je herkent dat de 40 gelijk is aan de 4 in de breuk, dus dat je alleen een nul achter de 3 hoeft te zetten.
Slide 9 - Tekstslide
Wat heb je geleerd?
Heb je de regels goed genoteerd?
Welke vragen heb je nog? Die kun je bij de volgende dia invullen.
Heb je de regels goed genoteerd?
Welke vragen heb je nog? Die kun je bij de volgende dia invullen.
Welke vragen heb je nog?
Slide 10 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
